Pagina 21 van: Paardenkrant 15 – 2022

door Johanna Faber
Eén van de paarden die de over-
stap naar de ereklasse gaat maken
is de inmiddels tienjarige Maeije
Blomke fan Stal Redia (Jisse 433
x Abel 344). Deze merrie is gefokt
door Bennie en Loes Dijkstra-
Siebenga uit Oudeschoot en sinds
een poosje in het bezit van Hans
van der Wolf en zijn gezin uit
Bolsward. Maeije Blomke heeft
in handen van Ria Hettinga al het
sportpredicaat in het mennen be-
haald en liep in juni 2017 een suc-
cesvolle IBOP-menproef. Hans van
der Wolf is een trouwe lesklant van
Jelle van der Weide uit Tjerkwerd.
De heren hebben samen al de no-
dige kilometers gemaakt als het
gaat om samenwerken tijdens tuig-
concoursen. Het doel voor 2022,
of heel misschien begin 2023: de
ereklasse bereiken en het sportpre-
dicaat tuigen halen!
Tijd geven
Maeije Blomke loopt nu nog in
de limietklasse en het doel van de
eerste wedstrijden van het seizoen
zal zijn om zoveel mogelijk winst-
punten te verzamelen voor de over-
stap naar de ereklasse. Jelle van
der Weide: “Ik wil proberen het
beste uit een paard te halen en ze
veel te laten leren. Daarvoor moet
je ze wel de tijd geven. Ze moe-
ten zichzelf kunnen ontwikkelen.
Ik heb dat ook ervaren met mijn
eigen merrie Jilkjen.” Deze Jilkjen
(Tsjalke 397 x Ulke 338) is gefokt
door Jelle Bouma uit Nijland en is
een dochter van de inmiddels alom
bekende Ytsjen. Toen Jilkjen nog
in eigendom was van de fokker,
mocht Jelle van der Weide deze
merrie voor hem uitbrengen in de
tuigsport. Dit ging niet zonder slag
of stoot, want Jilkjen bleek een ge-
voelige dame. Het heeft even tijd
gekost voordat Van der Weide de
juiste gebruiksaanwijzing vond.
Jilkjen heeft zelf ook even tijd
nodig gehad zich te ontwikkelen,
sterker te worden en letterlijk en
figuurlijk te groeien. Al enige tijd
is Jelle van der Weide nu zelf ei-
genaar van deze talentvolle merrie
.
Tweede veulen
Inmiddels is Jilkjen elf jaar en
vorig jaar behaalde ze haar sport-
predicaat in het tuigen. De merrie
werd geïnsemineerd met de inmid-
dels weer in Australië verblijvende
Bastiaan 510 en dat leverde afgelo-
pen maart een hengstveulentje op.
Drie jaar geleden bracht ze ook al
een merrieveulen van Wimer 461.
“Deze merrie heb ik nog zelf en
dat blijft ook zo. In 2023 of 2024
wil ik haar uitbrengen. Ze heeft in
ieder geval al een mooi ruim voor-
beengebruik. Daarnaast is ze tot op
heden erg fijn in het werk. Ze pakt
het al netjes op”, vertelt Van der
Weide enthousiast.
Tandem
“Ik heb zin in het nieuwe seizoen.
Er zijn weer meer wedstrijden en
we kunnen weer wat meer rubrie-
ken rijden. Ik hoop dat het ook lukt
om dit jaar een paar keer met het
tandem te rijden. Met Jilkjen en
Maeije Blomke zou dat heel mooi
kunnen”, zegt de jonge rijder die
naast het beleren en uitbrengen van
paarden in de tuigsport, ook twee
dagen in de week aan het werk is
als vrachtwagenchauffeur voor
paarden, ABFP-trainer is voor het
KFPS en in de avonduren ook nog
lesgeeft. Hij rijdt overigens niet
alleen met Friese tuigpaarden. “Ik
heb ook nog een KWPN tuigpaard
op stal en zal er ook nog eentje van
een klant uitbrengen in de sport.”
Liefde geven
Ook Jelle en Mechteld van der Kooi
uit Sint Nicolaasga staan in de start-
blokken voor een nieuw seizoen.
Eentje die voor het echtpaar wel iets
anders ingevuld zal gaan worden
dan zij tot op heden steeds gewend
waren. Mechteld is namelijk sinds
november afgelopen jaar de nieuwe
voorzitter van Vereniging Het Friese
Tuigpaard. In die hoedanigheid zal
concoursrijden nu net eventjes meer
dimensie krijgen, verwacht Mech-
teld. “Jelle en ik zijn altijd al actief
geweest in het bijdragen van dien-
sten voor diverse besturen. Soms
samen, maar ook wel los van elkaar.
Wij zijn beide personen die graag
dingen op een fijne manier aan-
dacht en liefde willen geven. Met
name dat laatste vinden wij heel be-
langrijk. Binnen ons samengestelde
gezin, maar ook voor anderen. Als
we ergens kunnen helpen dan pro-
beren wij dat te doen.”
Idolaat van beweging
Als je met Mechteld van der Kooi
in gesprek raakt over de beweging
van een paard, dan kun je daar
gerust een poos voor uittrekken
want dat is beslist één van haar
stokpaardjes. “Ik ben begaan met
mensen en idolaat van paarden,
maar helemaal van het bewegende
paard. Ik heb vaak een mening over
de beweging van een paard, maar
ook over het welzijn van een paard.
Daar moet je altijd kritisch naar
blijven kijken en ook naar of het
beter kan. De tuigsport is inmiddels
echt ‘onze’ sport geworden, hoewel
Jelle er eerder mee bezig was dan
ik. Ik kan er nu echt van genieten
als ik zelf rijd. Ik moet echt met
de paarden bezig zijn. Dichtbij ze
staan, ze managen enzovoort. Jelle
is meer de man van de techniek, de
tuigen et cetera.”
Nieuwe troeven
Met de toevoeging VDK achter de
bestaande paardennamen komen
in het nieuwe seizoen twee nieuwe
troeven mee. Uiteraard afhankelijk
van hun ontwikkeling. De inmid-
dels vijfjarige Fryso VDK (stam-
boeknaam Fryso fan Fjildsicht), is
een zoon van Nane 492 uit Fenna
fan Fjildsicht (v. Harmen 424).
“Wij hebben Fryso als veulentje ge-
kocht en eerst samen in eigendom
gehad met Gert van Dijkhuizen en
Margriet Griffioen. Toen hij drie
jaar was hebben we hem helemaal
overgenomen. Vorig jaar is Fryso
VDK een paar keer mee geweest op
concours in het tweespan, maar dat
vond hij nog wel een beetje span-
nend. Dit jaar gaan we hem ook
in het enkelspan rijden. Daarnaast
hebben we ook Falko VDK (stam-
boeknaam Falko R.H.), een Tsjalle
454 keer Jasper 366 aangeschaft en
we hopen hem ook mee te nemen.”
Falko komt uit dezelfde moederlijn
als Marije Marit H, een merrie die
ook enkele jaren bij Jelle en Mech-
teld op stal heeft gestaan en succes-
vol meedeed op de concoursen. “We
waren altijd heel blij met Marije. We
zochten iets vergelijkbaars. We zijn
gek van het Jasper-bloed. De manier
van bewegen vanuit het achterbeen.
Wij vallen beiden meestal wel voor
dit type paarden. Falko gebruikt zijn
achterbeen ook goed, maar is wel
ietsje langer in het middenstuk. In
het begin was hij ook nog erg groot
en wat slap. Hij had een beetje een
moeilijke start en wilde niet zo goed
groeien. Toevallig zei ik vanmorgen
nog tegen mijn dochter dat we nu
eindelijk aan hem kunnen zien dat
het beter gaat met hem. Hij glanst
veel meer. Duidelijk een paard dat
tijd nodig had.” De beide jonkies
vergezellen dit jaar Vincent (v. Jas-
per 366), de veteraan van stal, die
vooral voor de young riders en de
meerspanrubrieken wordt ingezet.
De achtjarige Tjitte VDK (v. An-
dries 415) completeert het paarden-
bestand en kan ingezet worden in de
ereklasse en damesklasse, alsmede
de meerspannen.
RASSEN woensdag 13 april 2022 | 21
Friese tuigpaarden zoeken voorzichtig de startblokken weer op
TJERKWERD/SINT NICOLAASGA – Nog heel eventjes wach-
ten en dan staat het nieuwe wedstrijdseizoen voor de Friese tuig-
paarden weer voor de deur. De afgelopen twee jaar kon er slechts
mondjesmaat gereden worden en was het rijderskorps niet ge-
heel op volle sterkte aanwezig. Twee jaar vrijwel niet rijden heeft
invloed gehad op het paardenbestand. Een aantal ereklassetop-
paarden is verkocht. Nieuwe talenten hebben nog niet de kans
gehad zich te laten zien en daardoor is de doorstroom naar de ho-
gere klasse wat gestagneerd. Heel lang zal dit echter niet duren,
want nieuwe ereklassetoppers staan te popelen om binnenkort de
overstap te maken.
Eén van de paarden die de overstap naar de ereklasse gaat maken is de inmiddels tienjarige Maeije Blomke fan Stal Redia
(Jisse 433 x Abel 344). FOTO’S JOHANNA FABER
Tjitte VDK (v. Andries 415) van Jelle en Mechteld van der Kooi uit Sint Nicolaasga mag komend seizoen deelnemen in de
ereklasse, damesklasse en bij de meerspannen.
Hoger doel: sport-elite predicaat
voor Maeije Blomke
Door een onfortuinlijk ongeval brak Jelle van der Weide enkele jaren geleden een
been. Het rijden onder het zadel en het veelvuldig voorbrengen van paarden
tijdens keuringen is door die blessure nog wel mogelijk, maar niet meer met
dezelfde intensiteit als voorheen. Om naast het sportpredicaat tuigen ook het
sportpredicaat onder het zadel te halen met Maeije Blomke wordt daardoor wel
ietsje lastiger, maar de merrie is inmiddels al wel startgerechtigd in de klasse
M. Het sport-elite predicaat, voor goede prestaties in drie disciplines, behoort
daardoor nog wel tot de mogelijkheden.