Pagina 23 van: Paardenkrant 17-18 – 2022

Beste Jacob,
Jij bent altijd uitdagend en zo ook
nu weer met je vragen die je aan
mij stelt over de eventingsport. Ik
kan dat wel waarderen!
Plan of structuur
Jij vraagt mij of ik een plan zou
kunnen opstellen richting de
Olympische Spelen van 2028 in
Los Angeles met betrekking tot de
eventingsport. Plannen belanden
meestal in een bovenste lade van
een bureau. Ik zou wel mee willen
werken om een structuur vast te
stellen die tot resultaat moet leiden.
In alle voorgaande Kettingbrieven
van zowel Martin Lips, Emile Wel-
ling en René van der Leest komt
duidelijk naar voren in welke struc-
tuur ze met de eventingsport bezig
zijn. Uit hun brieven blijkt ook tot
welke resultaten die structuur heeft
geleid en nog leidt.
De eerste vraag is: wat is een struc-
tuur? Een structuur bevat onderde-
len die van belang zijn om het doel
te behalen. Elk onderdeel wordt
begeleid door een partij. En elke
partij heeft taken en verantwoorde-
lijkheden. In een structuur werken
de partijen samen om tot een goed
eindresultaat te komen.
Chinese eventingteam
Hoe beter de samenwerking, hoe
beter het eindresultaat. Recentelijk
zag ik drie Chinese ruiters rijden
tijdens North Holland Horse Trials
in Oudkarspel. Toen deze ruiters
begonnen in het Chinese eventing-
team heb ik ze ook gezien en waren
het net poppen op een paard. Ze
hadden weinig ‘kaas gegeten’ van
paardrijden, laat staan van even-
ting. Nu, een aantal jaren later in
Oudkarspel, waren het topspor-
ters met een foutloze Olympische
Spelen in Tokyo achter de rug.
Ze reden nu dressuur onder de 30
punten met een foutloos springpar-
cours en een crossparcours binnen
de optimale tijd. Voor deze ruiters
zijn goede paarden beschikbaar,
maar ik bemerkte ook dat hun
paarden beter waren geworden.
Een goede structuur is noodzake-
lijk voor de Nederlandse eventing
willen we ooit meetellen met een
team. Van individuele topresultaten
zijn we nog mijlenver verwijderd.
Betere paarden geen excuus
In Nederland hebben we geen ar-
senaal van vijfsterrenruiters en
paarden waar een bondscoach een
selectie uit kan maken. Wij moe-
ten zorgvuldig zijn met de paarden
en ruiters die potentieel hebben en
deze zorgvuldig begeleiden naar
het topniveau. Als excuus wordt
nogal eens genoemd dat we betere
paarden moeten hebben. Overal
in de wereld wordt op topniveau
gereden met Nederlands gefokte
paarden, we moeten ze alleen beter
opleiden.
Geen structuur
Er is verkeerd of helemaal niet
voortgebouwd op de resultaten die
door de senioren zijn behaald tijden
het WK te Caen en enkele jaren
daarna. De young riders haalden in
2017 een zilveren medaille en een
individueel bronzen medaille tijden
het EK in Millstreet en een bronzen
medaille in Maarsbergen in 2019.
Er is momenteel geen structuur
waarbij paarden en ruiters worden
begeleid om zich te verbeteren als
topsporter. Junioren en young ri-
ders worden te weinig geholpen
om de volgende stap te maken.
Topsport is een heel dun lijntje,
alles moet kloppen. Topsport is
een ‘bewegende wereld’ waarin je
voortdurend moet veranderen.
Goede structuur
De structuur die ik op het oog heb
bestaat uit vier onderdelen. Ten eer-
ste veterinaire begeleiding. Alleen
topfitte paarden kunnen naar een
wedstrijd gaan. Sportfysiologie is
een vanzelfsprekend onderdeel van
deze veterinaire begeleiding en ver-
plicht voor alle deelnemende ruiters
uit de topsportkolom. Het tweede
onderdeel is topsportbegeleiding.
Hoe word en blijf ik topsporter en
wat moet ik daarvoor doen in de
eventingsport? Ontwikkel de eigen
kracht van iedere topsporter. Het
derde onderdeel is begeleiding bij
training. Vaststellen wat de ‘win-
ning way of training’ is voor iedere
combinatie afzonderlijk om daar
invulling aan te geven. Geef trai-
ningsbegeleiding die verbeteringen
per combinatie aanbrengt waar dit
zinvol en mogelijk is. Men moet
gewoon beter gaan paardrijden.
Tot slot is er wedstrijdbegeleiding.
Ontwikkel een goed tactisch inzicht
van hoe op wedstrijden gereden
moet worden. Per wedstrijd moet
er een begeleidingsteam worden sa-
mengesteld dat zich volledig richt
op de te behalen prestatie. Verbete-
ring ten opzichte van de concurren-
tie: om kwalificaties te halen zijn
bepaalde landen niet in te halen,
maar er zijn wel landen die je voor
kunt blijven.
Verantwoordelijkheden
Om deze structuur te laten werken
benoem je in of buiten de KNHS
personen die verantwoordelijkheid
hebben voor ieder onderdeel in de
bovenstaande structuur. Per onder-
deel wordt de partij verantwoorde-
lijk voor dat onderdeel en op resul-
taten afgerekend. Zet boven deze
personen een bondscoach die alles
coördineert en verantwoordelijk is
voor het eindresultaat.
De bondscoach moet de platforms
voor topcoaches van NOC*NSF
bezoeken en goede contacten heb-
ben met coaches uit andere sporten
om alle werkbare factoren mee te
nemen naar de eventingsport. Open
staan voor innovaties is voor een
bondscoach een must.
Hockey
Een ervaring die ik zelf had met
de hockeysport wil ik hier toch
niet onvermeld laten. Tijdens de
Olympische Spelen 2012 in Lon-
den werd er hockey gespeeld op
een blauw veld, waarvan er in Ne-
derland maar één bestond. Dat was
in Hoofddorp, bij de Reigers, waar
onze zoon hockeyde.
Paul van Ass, de toenmalige
bondscoach, wilde perse een
aantal wedstrijden op een blauw
veld spelen. Ik heb toen twee
interlands voor het Nederlandse
team georganiseerd op dit veld.
Van Ass wilde niets aan het toe-
val overlaten. Dit laatste in te-
genstelling tot het Nederlandse
eventingteam in de voorbereiding
voor WK in Tryon. Men wist dat
het springen in een groot stadion
was, maar een paar rondes in een
springstadion met publiek werd
niet geoefend.
Om tafel
Om die noodzakelijke structuur
vorm te kunnen geven zou ik
graag samen om de tafel willen
zitten met de kettingbriefschrij-
vers Martin Lips, Emile Welling,
René van der Leest, Jacob Melis-
sen en van de zijde van de KNHS
Iris Boelhouwer en George de
Jong.
Voorn
Tot slot Jacob, de voorzet die jij
geeft met betrekking tot Albert
Voorn schuif ik even terzijde omdat
Albert werkt in een structuur die
voor hem heel goed past en hem
heel goede resultaten heeft ge-
bracht, maar of die structuur werkt
in de eventing betwijfel ik.
Ik wil de Kettingbrief graag doorge-
ven aan Robert Zandstra, al vele jaren
voorzitter van Military Boekelo.
KETTINGBRIEF woensdag 4 mei 2022 | 23
Topsport is een heel dun lijntje: alles moet kloppen
De Kettingbrief van hippisch journalist Jacob Melissen, de
oprichter van het Springpaarden Fonds Nederland (SFN),
heeft een staartje gekregen. In zijn betoog deed hij een beroep
op de voormalig voorzitter Technische Commissie Topsport
Eventing en National Safety Officer Teun Platenkamp. Jacob
Melissen opperde het idee om een plan te maken dat geba-
seerd is op een duidelijk structuur voor de Nederlandse even-
tingruiters als route naar de Olympische Spelen van 2028.
Ziet Teun Platenkamp dan voormalig springruiter Albert
Voorn de rol van bondscoach vervullen? Of zijn er volgens
hem meer kandidaten die in dat plaatje zouden passen? Het
stokje wordt doorgegeven aan Robert Zandstra, voorzitter
van Military Boekelo.
Beste Robert,
Wat is jouw visie op de Nederlandse eventingsport? Ik weet
dat jij altijd al de zwaarste Nederlandse eventingwedstrijd,
het Nederlands Kampioenschap, wilt organiseren, maar je
hebt ook wel eens bedenkingen gehad als de beste Neder-
landse deelnemer 39e werd. Gelukkig hadden we enkele
jaren geleden bijna een Nederlandse winnaar. Hoe noodzake-
lijk zijn goede klasseringen van Nederlandse eventingruiters
voor Military Boekelo?
Met vriendelijke groet,
Teun Platenkamp
‘Hoe beter de samenwerking hoe beter het
eindresultaat’
De Kettingbrief
Jacob Melissen – Teun Platenkamp – Robert Zandstra