Pagina 5 van: Paardenkrant 17-18 – 2022

door Marlien Smit
Was dit het mooiste NK-
resultaat voor jullie tot nu
toe?
Mel, in 2018 ook al nationaal kam-
pioen bij de junioren: “Allebei de
kampioenschappen waren mooi,
maar bij de junioren was het mis-
schien net iets specialer omdat het
de eerste keer was dat ik won en
Cartolana destijds nog maar acht
jaar was. Ik had het toen niet ver-
wacht. Nu keek ik er anders naar,
want ik wist dat het zou kunnen,
maar het moest nog wel even ge-
beuren.”
De derde plaats tussen de geves-
tigde orde bij de senioren is ook
voor Sanne Thijssen niet haar
mooiste kampioenschap: “Dit was
mijn zesde of zevende NK”, vertelt
Sanne. “Mijn mooiste resultaat tot
nu toe was dat ik won bij zowel de
junioren als de young riders. Die
eerste plaatsen worden door ie-
dereen onthouden, en deze derde
plaats waarschijnlijk niet.
Hoe hebben jullie naar dit
NK toegewerkt?
Sanne: ”Ik had van tevoren niet
het idee dat ik bij het podium in
de buurt zou komen. Mijn paard
Hi There is een superfijn paard,
maar ik wist niet of hij vier rondes
lang zonder fouten kon blijven, een
balkje valt zo. De eerste dag had ik
er ook twee af, maar toen was mijn
snelle tijd gelukkig belangrijker.
We piekten op de juiste dagen. Ik
heb niet op een speciale manier
naar het NK toegewerkt. Ik dacht
‘ik doe gewoon mee en kijk wel
hoe het gaat’.”
Ook Mel had geen speciale voor-
bereiding: “We zijn op concours
geweest en één week voor het NK
had Cartolana wat rust. Je moet
ook een beetje geluk hebben op
een kampioenschap, zonder geluk
win je niet.”
INTERVIEW woensdag 4 mei 2022 | 5
‘We lopen elkaar niet de hele tijd adviezen te geven’
Sanne en Mel Thijssen over hun NK-successen en toekomstdromen
SEVENUM – De familie Thijssen was met vier gezinsleden sterk
vertegenwoordigd op het Nederlands Kampioenschap in Deurne.
De 21-jarige Mel veroverde goud bij de young riders en haar
twee jaar oudere zus Sanne pakte de bronzen medaille bij de se-
nioren. We spraken beide prijswinnende dames over het kam-
pioenschap, de paarden en hun overeenkomsten, verschillen en
ambities.
Mel Thijssen en Cartolana behaalden in Deurne hun tweede gouden medaille op
het NK; eerst bij de junioren, nu bij de young riders. FOTO’S WWW.ARND.NL
“Ik had van tevoren niet het idee dat ik bij het podium in de buurt zou komen”,
aldus Sanne.
Sanne en Mel T
hi
js
se
n
Op wat voor type paarden
vallen jullie?
“Paarden met instelling”, klinkt het
resoluut uit de mond van Sanne.
“Het interesseert me minder of ze
snel of langzaam zijn, veel vermo-
gen hebben of wel of niet voorzich-
tig zijn. Natuurlijk is het hele pak-
ketje samen het mooiste, maar met
een paard met instelling kom je het
verste. Een paard kan alle talenten
hebben, maar als hij niet de juiste
instelling heeft komt hij er niet.”
“Mijn beste wedstrijdpaarden zijn
fijn te rijden”, vertelt Mel. “Wel al-
lemaal heel anders maar met veel
bloed. Ik heb niet een uitgespro-
ken voorkeur, zolang ze maar goed
springen vind ik het leuk. Ieder
paard is anders en heeft zijn eigen
kwaliteit en je moet overal mee
leren rijden.”
Wat zijn de kwaliteiten van
de paarden waarmee jullie
op het podium kwamen?
Sanne won brons met haar paard
Hi There (Nabab de Reve x Nu-
mero Uno). “Hi There is een enorm
nuchter paard en wil altijd wel zijn
best doen. Je kunt iedere piste ter
wereld binnenrijden, hij geeft er
niets om en hij zal je nooit in de
steek laten. Verder heeft hij ook een
abnormaal vermogen.”
Cartolana 2 (Cartogran x Lando)
bracht Mel nu al haar derde podi-
umplek op een NK: “Ze is onge-
looflijk voorzichtig”, vertelt Mel
vol respect. “Ze is ook een hele
slimme springer, ze springt nooit
teveel maar altijd precies genoeg,
ze verbruikt geen onnodige ener-
gie. Daarbij heeft ze veel vermogen
en een topinstelling.”
Doen jullie veel samen?
“Nee we doen niet extreem veel
samen, we zijn allebei een beetje
op onszelf”, begint Sanne. “We
overleggen natuurlijk wel veel en
rijden in dezelfde bak.” Dat beaamt
Mel: “Dan hebben we het grootste
plezier. Daar buiten gaan we wel-
eens samen naar een feestje omdat
we uit de paardenwereld veel de-
zelfde vrienden hebben, maar ver-
der heb ik mijn dingen en Sanne
die van haar.”
Helpen jullie elkaar veel?
Sanne: “We overleggen wel veel
over kleine dingetjes, maar we
geven elkaar geen les. Maar zoals
op het NK, dan kijk je wel even
hoe de anderen het doen en geef
je elkaar tips door. Zo van ‘let op
de tijd’.” Zus Mel geeft een voor-
beeld: “Als we parcours hebben
gelopen overleggen we altijd even
met elkaar, maar we lopen elkaar
niet de hele tijd adviezen te geven.”
Wat kunnen jullie van
elkaar leren?
“Ik denk dat Sanne van nature
handiger in de ring is, daar kan ik
misschien nog wel wat van leren”,
aldus Mel. “Je kunt altijd van el-
kaar blijven leren, van de goede
dingen en de fouten.”
Sanne antwoordt heel resoluut:
“Ik kan wat leren van Mels door-
zettingsvermogen. Als iemand dat
heeft dan is het Mel. Mel moet
harder knokken voor iets waar ik
misschien van nature iets meer ta-
lent voor heb. Des te knapper dat
ze het ook zo ver schopt, want ze
wint ook heel veel. Mel is echt een
harde werker, soms ben ik weleens
bang dat ze te hard werkt.”
Welke ambities en dromen
hebben jullie?
Mel werkt thuis voor Stal Thijs-
sen en wil daar voorlopig nog mee
doorgaan. “Na mijn middelbare
school heb ik nog de opleiding
Paardensport en -houderij gedaan
en nu werk ik fulltime. Dat wil ik
voorlopig ook blijven doen. Dit
jaar is mijn laatste jaar bij de young
riders, dus ik hoop naar het EK te
mogen en daar goed te presteren.
Daarna wil ik graag hogerop in de
sport komen. Ik droom van deel-
name aan de Olympische Spelen,
maar ja, dat doet iedereen.”
Sanne werkt voor de helft van
haar tijd voor Stal Thijssen en runt
sinds een klein jaar ook haar eigen
stal. “Het bevalt goed, ook al zijn
het lange dagen, maar dat wist ik
van tevoren en daar heb ik geluk-
kig geen moeite mee. Ik ben niet
iemand die hardop zegt ‘ik wil
Olympisch kampioen worden’.
Dat zou mooi zijn hoor, maar ik wil
vooral iets voor mezelf opbouwen.
Mijn grootste droom is om later
met mijn eigen paarden met de we-
reldtop mee te kunnen doen.”
Zijn jullie bijgelovig en/of hebbe
n jullie bepaalde rituelen
voor een wedstrijd?
Mel: “Nee, totaal niet! Ik geloof d
aar niet in, je moet gewoon goe
d
rijden.”
Sanne: ”Niet direct, ik denk wel ‘
als iets goed gaat moet je het n
iet
veranderen’, maar niet ‘nu moet i
k een bepaalde onderbroek of sh
irt
aan’.”
Welk toppaard zou je wel willen
rijden?
Mel: “Daar heb ik nog nooit over n
agedacht eigenlijk. Maar er zijn ee
n
heleboel paarden waar ik graag e
ens op zou willen zitten.”
Sanne: “H&M Indiana. Die heeft e
en abnormale kwaliteit en instellin
g.”
Wat zijn jullie eerste herinnering
en aan een paard/pony?
Mel: “We hadden een pony in de
wei waar we nooit heel serieus
mee
bezig waren maar wel veel plezie
r mee hadden, zoals bij bosritjes
zon-
der zadel.”
Sanne: “Met de pony’s werden we
altijd nogal vrij gelaten, dus daar
heb-
ben we leuke dingen mee gedaa
n. Zoals lange bosritten of kijken
hoe
hoog hij kon springen. Als ik verd
rietig was ging ik altijd bij mijn po
ny in
de stal zitten, dat gaf troost.”
Is er iets dat aan (het imago va
n) de springsport moet verande
ren?
Mel: “Het Olympisch format met d
rie ruiters in een team moet terug
naar
vier ruiters. Een teamlid moet finis
hen, dus als het niet lekker loopt m
oet je
je paard of je team in de steek la
ten. Dat moet veranderen.”
Sanne: “We zouden aan de buite
nwereld duidelijker moeten make
n dat
paarden niet gedwongen worden
. Een paard dat niet wil kan echt
niet op
het hoogste niveau meedoen.”