Pagina 12 van: Paardenkrant 17 – 2021

door Esther Berendsen
Om maar vast één misverstand uit
de weg te ruimen: ze doen meer dan
alleen tuigpaarden. “We hebben een
trainings- en handelsstal met vooral
jonge paarden. Hengsten, merries,
Friezen, tuigpaarden, rijpaarden,
over de hele breedte eigenlijk”, ver-
telt Chantal. In de trainingen noemt
ze regelmatig de overeenkomsten
tussen het tuig- en dressuurpaard;
de doelen van deze disciplines lig-
gen niet zo ver uit elkaar en de ma-
nier van trainen dus ook niet. “Het
doel voor ieder raspaard is dat hij
van achter onder gaat treden en
voor zo los mogelijk in de mond
wordt. Daarvoor moet hij zijn
buikspieren gaan aanspannen”,
licht ze toe.
In de eerste video laat Robbie van
Dijk zien hoe hij een driejarig tuig-
paard longeert in voorbereiding op
de IBOP. “Het ziet er niet zo spec-
taculair uit, eigenlijk helemaal
niet”, vertelt Chantal. “Maar het is
wel het belangrijkste werk dat we
met de jonge paarden doen.” Naast
het ontwikkelen van de juiste spie-
ren leren de paarden door het lon-
geren vooral ook om te ontspannen
in het werk.
Terug naar de rust
“We willen ontspanning in de aan-
spanning, zeker zónder dat het
paard gespannen is. Vanuit de ont-
spanning willen wij dadelijk de
aanspanning kunnen vragen, om
een zo goed mogelijke proces van
actie te hebben, met een actievolle
draf. Maar ze moeten wel weten dat
ze ook weer terug moeten naar die
rust. Daarom is voor ons het longe-
ren zo belangrijk; zodat we, in de
bochten of als we het niet willen,
terug kunnen naar die rust en het
paard op eigen benen terug kan
komen, in de ontspanning. Een
paard dat zich vanuit ontspanning
aanspant zal ook altijd, in onze
ogen, een blijere verrichting laten
zien omdat hij het dan ook makke-
lijker kan.”
Lange lijnen
In de tweede video gaat Chantal
aan de slag met een dressuurpaard.
De driejarige merrie van Geniaal,
een eigen fokproduct, gaat dit jaar
naar de merriekeuring als het alle-
maal meezit. Ze is al zadelmak,
maar wordt ook aan de longe ge-
traind. Dit keer met lange lijnen, of-
tewel de dubbele longe. “Daarmee
kunnen we ze ten eerste ook het
sturen aanleren. En door de druk
achter de achterbenen blijven ze
goed aantreden. We gebruiken lie-
ver geen slofteugel, maar om ze
toch een soort ondersteuning te
geven is het heel fijn om de paarden
af en toe met een gogue te trainen,
waarbij de druk achter de oren
komt.”
Over de rug
Al snel ontspant de merrie en laat
ze de hals zakken, met de neus rich-
ting de grond. “Dit vind ik juist heel
goed. Ze hoeft niet rond te blijven,
dus helemaal niet zoals een rollkür
of zoiets, maar dat ze echt over de
rug de lengte kunnen maken.”
De stemhulpen zijn belangrijk.
“Ook al praat je heel zachtjes, dan
zal een paard dat nog horen. Hoe
meer je op de stem doet, hoe min-
der je ze in de mond hoeft te sturen.
Een goede regel bij ons is dat ‘ho’
meestal ook ‘ho’ is.”
Op de kale wei
In de derde video is het tijd voor het
‘echte werk’; de paarden worden
ingespannen. Normaal gesproken
rijden Robbie en Chantal de paar-
den voor de wagen vooral in het
bos. Maar voor de video maken ze
een uitzondering en laten ze eerst in
de wei en later in de bak zien hoe
ze de bijna vierjarige Macho en de
veertienjarige Cizandro trainen.
“Op een kale wei, zonder hinder-
nissen, toeters en bellen en muziek,
moet een paard toch leren vanuit de
ontspanning naar de aanspanning te
gaan. Macho is op dezelfde wijze
gelongeerd als we in de eerdere vi-
deo’s hebben laten zien. Daardoor
kunnen we altijd vanuit de ontspan-
ning die aanspanning vragen.”
Macho werd vorig jaar met de
hoogste verrichtingscijfers ooit
goedgekeurd, maar is nog nooit op
concours geweest. “We oefenen op
een wei als dit om hem heel gericht
om te kunnen stellen. Zo leren we
paarden in een rechte balans te
lopen, zonder aanleuning vanuit de
zijkant. Het is belangrijk dat hij op
beide lijnen evenveel druk pakt.
Dat is trouwens ook heel goed voor
dressuurpaarden; in plaats van in
een 20 x 60-bak alleen maar op de
hoefslag te rijden is drie of vijf
meter van de hoefslag rijden eigen-
lijk wel heel voornaam. Zo weet je
of je paard recht is in de hand en of
hij niet zijn hoofd kantelt of links
of rechts jouw hand pakt.”
Een opzet gebruiken ze weinig.
“Het is niet dat als een paard een
keer te diep komt, je gelijk een
opzet nodig hebt. Je kunt ze het ook
zelf wel leren, door het rijden en het
longeren. Als het paard zelf weet
dat hij van achteruit moet vertrek-
ken met de schoft omhoog en fijn
is in de mond, kun je hem altijd vra-
gen in de mond om iets meer op-
waarts te gaan. Net als onder het
zadel eigenlijk. En daarbij: als je
ooit wel een opzet gebruikt, moet
het ook altijd een hulpmiddel zijn
en geen dwangmiddel.”
“Je kunt heel goed zien dat hij het
achterbeen heel mooi onder zijn lijf
zet, dat hij het zitbeen laat zakken,
dat zijn schoft boven zijn zitbeen
uitkomt en zijn voorhand voor zijn
schoft uit blijft. Dat is het beeld dat
we willen.”
Blessurevrij en blij
Na Macho komt Cizandro; de veer-
tienjarige hengst die voorheen het
hoogste aantal punten ooit behaalde
in het verrichtingsexamen. “Zo
kunnen we laten zien hoe we dat
toch kunnen behouden, hoe we het
vrije en blije erin kunnen houden.”
Robbie rijdt Cizandro in de bak
met een slofteugel. “Dat is wel de-
gelijk een hulpmiddel. We advise-
ren lang niet altijd om met een slof-
teugel te rijden, maar dat is vooral
omdat de meeste mensen er niet
goed mee om kunnen gaan. Als je
hem niet goed gebruikt, kan een
slofteugel een dwangmiddel wor-
den. Maar wij willen dat het paard,
net als met het longeren, lekker los
blijft. Je ziet het bit lekker op en
neer gaan, hij is ontspannen… Ci-
zandro is van nature heel opwaarts
gebouwd, maar het is niet alsof hij
niet naar beneden kán. Met een
slofteugel kun je net wat beter in-
werken om hem beter over de rug
te krijgen.
Ook met dit werk worden de buiks-
pieren getraind. “Van waaruit je zo
dadelijk ook naar de aanspanning
kunt. Deze hengst rijden we altijd
zonder opzet. Hij heeft van nature
heel veel uitstraling en daar kun je
op concours heel mooi gebruik van
maken. Als je je paard heel fijn en
blij kunt houden, dan is het makke-
lijk om het paard ouder te laten
worden op concours en hem daarin
steeds verder te laten groeien. Ci-
zandro is daar een mooi voorbeeld
van; een hengst die een heel mooie
carrière heeft gehad en nu als veer-
tienjarige nog steeds blij en blessu-
revrij naar concours kan in de
hoogste klasse.”
Op het pad achter de wei laten
Robbie en Cizandro nog even zien
dat het er wel inzit, de actie. Chan-
tal: “Na het dressuurmatige van net
kun je zien dat hij het heel makke-
lijk oppakt in de actievolle draf
voor de concoursen, nu met de ge-
wone teugel.” En nu maar hopen
dat het binnenkort weer ‘voor het
echie’ kan.
‘Vanuit ontspanning naar aanspanning, zonder gespannen te zijn’
Trainen met toprijders Robbie en Chantal van Dijk
ODILIAPEEL – Na de nodige topruiters en -amazones uit de
dressuur, spring- en eventinghoek is het de hoogste tijd voor in-
spiratie uit de tuigpaardwereld. Hoe bereiden toprijders hun tuig-
paarden voor op de concoursen, de hengstenkeuring en de IBOP?
Trainen met topruiters wordt even ‘trainen met toprijders’, want
we mogen meekijken met drie trainingen van Chantal en Robbie
van Dijk.
Het is dit keer ook ‘trainen met toppaarden’; de bijna vierjarige Macho (Indiana x Unieko) van William Duffy haalde vorig
jaar de hoogste punten ooit in het verrichtingsonderzoek. Op 8 mei is hij via de livestream van de KWPN Tuigpaardheng-
stenkeuring voor het eerst in actie te zien voor de concourswaren.
Chantal en Robbie van Dijk runnen hun trainingsstal in Odiliapeel samen. Eén van de hengsten die ze samen trainen is
Cizandro, die van nature veel uitstraling heeft in het front. FOTO’S PAARDENKRANT/MELANIE BREVINK-VAN DIJK
Video’s
De drie trainingsvideo’s met Robbie
en Chantal van Dijk zijn te bekijken
op Horses.nl premium (gratis voor
Paardenkrantabonnnees).
donderdag 29 april 2021 | 12TUIGPAARDEN