Pagina 23 van: Paardenkrant 17 – 2021

Beste Valentijn en Christophe,
Jullie hebben de Kettingbrief in de
familie gehouden, want afgelopen
maart ben ik met jullie zus Karline
getrouwd. Mijn roots liggen inder-
daad in de hengstenhouderij. Bij
ons gaat dat zelfs drie generaties
terug. Mijn overgrootvader, groot-
vader en vader zijn hengstenhou-
ders geweest. Ik heb hierdoor veel
zien veranderen in de fokkerij.
Mijn vader is nog te voet met de
hengsten op pad gegaan. En later
reed hij met vier hengsten rond op
de vrachtwagen. Er waren proef-
hengsten en de tijd brak aan dat je
met sperma op pad moest om mer-
ries te insemineren. Ik heb het alle-
maal gezien, maar het was niet mijn
ding.
Sport
Ik was veel meer geïnteresseerd in
de sport dan dat ik mij bezighield
met de hengsten. Ik wilde het zelf
doen, want ik ben nogal competi-
tief. Ik kreeg de kans om fijne jonge
paarden te rijden bij mijn vader die
van de fokkers vandaan kwamen of
gekocht waren. Ik reed ze aan en
dan verkochten we ze weer. Toen ik
jong was, dacht ik dat ik alleen
jonge paarden zou rijden.
Uiteindelijk heb ik betere paarden
onder het zadel gekregen waardoor
ik internationaal ben gaan rijden.
Doordat het op wedstrijd lukte, heb
ik me daarop toegelegd. Zo ben ik
meer en meer internationaal gaan
rijden. Ik deed dat liever dan de
hengstenhouderij.
Aan de andere kant ben ik me wel
heel erg blijven interesseren in de
paarden. Als ik paarden uitprobeer
of thuis krijg, wil ik ook graag de
origine erachter weten. Dikwijls zie
ik aan de paarden de gaven en de
negatieve punten terug van de
hengsten die ik op wedstrijd zie.
Toen mijn vader is gestopt met de
hengstenhouderij heb ik alleen nog
onze hengst Bisquet Balou C (v.
Balou du Rouet) uitgebaat voordat
hij naar Philippaerts is gegaan. Het
is toch moeilijk om de hengsten-
houderij te combineren met de
sport; ruiters moeten toch ruiters
zijn. Ik ben dikwijls van woensdag
tot en met zondag weg, op con-
cours, dus je moet daar eigenlijk ie-
mand apart voor in dienst hebben.
Dat is toch iets voor hengstenhou-
ders. Er zijn grote hengstenhoude-
rijen die zich daarin hebben gespe-
cialiseerd. Ik denk dat alles neer-
komt op specialisatie.
Professioneler
Je kunt alles combineren, maar ik
denk dat je dan niet alles goed kunt
doen. Er zijn heel veel goede ruiters
en heel veel goede paarden dus je
moet maar zien dat je alles beter
doet. Als je beter wilt zijn dan een
ander moet je het op alle punten
beter doen.
Er zijn ruiters die toevallig een paar
hengsten hebben die goed springen
en dan een kleine hengstenhouderij
beginnen. Soms denk ik ook dat dat
gebeurt omdat ze zich als ruiter niet
echt kunnen profileren in de sport
en dan weer een andere weg zoeken
om toch in de paarden te blijven.
De sport gaat hard. Er zijn heel veel
ruiters. Je moet aan de bak kunnen
komen.
Als je vroeger een paar boxen had
en een piste dan kon je daarmee uit
de voeten. Het verschil met twintig
jaar geleden is dat het nu veel pro-
fessioneler is geworden. Het moet
allemaal beter zijn. Als je wilt dat
eigenaren paarden bij je neerzetten,
zul je goed geïnstalleerd moeten
zijn met bijvoorbeeld een goede
vrachtwagen, een goede piste, en-
zovoort.
Daar hoort ook bij dat je goede keu-
zes maakt als ruiter wat betreft de
paarden die je aanhoudt. Zelfs bij
een goed paard moet je tegen een
eigenaar durven zeggen dat hij niet
bij je past. Wanneer je weet dat je
er niet kunt uithalen wat erin zit,
kun je er beter afscheid van nemen
en een paard vinden waar je beter
mee presteert. Het is niet makkelijk
om tegen een eigenaar te zeggen
dat zijn paard niet goed genoeg is.
Maar dat bepaalt soms wel een deel
van je carrière.
Dekken
Heel veel ruiters zeggen dat een
hengst niet kan dekken als hij in de
sport loopt. Naar mijn idee wordt
dat soms overdreven. Sommige
hengsten kunnen zelfs lastig wor-
den tijdens het dekseizoen omdat ze
niet kunnen dekken. Onze eigen
hengst, Bisquet Balou C, dekte heel
veel merries en tegelijkertijd liep
hij in de sport. Voor hem was dat
heel goed. Hij sprong daar goed bij.
In het verleden dekte een hengst
weleens zeven keer op een dag. Te-
genwoordig is dat eenmaal per dag
of om de twee dagen. Op het mo-
ment dat je dat goed organiseert,
kan dat zeker geen kwaad voor een
hengst. Voor sommige hengsten
kan het zelfs beter zijn. Je moet er
alleen verstandig mee omgaan. Be-
paalde hengsten hebben wat meer
tijd nodig.
Bij jonge hengsten moet je het so-
wieso doen, want ze moeten nog
carrière maken. Volgens mij is het
ook niet zo’n groot probleem voor
hengsten die al op een hoger niveau
lopen. De trend is toch dat de
meeste fokkers vers sperma willen
hebben van de hengsten. In Frank-
rijk zie je misschien dat fokkers de
gewoonte hebben om met diep-
vriessperma te werken maar dat
brengt ook meer kosten met zich
mee. Het is niet slecht, alleen niet
zoals met vers sperma.
Slechte zaak
Ik denk dat de fokkers in België en
Nederland graag vers sperma wil-
len hebben voor hun merries. Ze
zullen dan moeten begrijpen dat
een hengst soms op wedstrijd is.
Voor een hengstenhouder is het
zijn inkomen om sperma te leve-
ren. Als een hengst alleen maar be-
schikbaar zou zijn via diepvries-
sperma zou een deel van de klanten
afhaken. Mocht een hengstenhou-
der daarop selecteren, sluit hij heel
veel merries uit die bij zijn hengst
zouden passen. Op de langere ter-
mijn is dat een slechte zaak voor de
hengst.
Bij jullie dekken de hengsten alle-
maal. Er is niet één hengst die in de
sport loopt die niet mag dekken. Ik
breng voor jullie de Mosito vh Hel-
lehof-zoon Quickly vd Kruishoeve,
Vagabond de la Pomme-zoon Na-
vajo van ’t Vianahof, de Bamako de
Muze-zonen Kasanova de la
Pomme en Lector van den Bis-
schop uit in de sport en nog enkele
merries.
Deze hengsten staan bij jullie op
stal omdat jullie over een erkend
KI- en ET-centrum beschikken.
Doordeweeks worden de paarden
door jullie gewerkt. Ik kom een
paar keer in de week bij jullie de
paarden rijden en ik ga met jullie
hengsten op wedstrijd. Het is niet te
doen om deze paarden bij mij te
stallen want dan staan de hengsten
veel te veel op de vrachtwagen om
te kunnen dekken. Bovendien
komen jullie klanten naar jullie stal
toe als ze de hengsten willen zien.
Beter presteren
Door niet te veel paarden op stal te
hebben probeer ik met minder paar-
den beter te presteren. De betere
prestaties vangen het financiële
verlies en dat lukt niet wanneer ik
(te) veel paarden op stal heb staan.
Ik heb geen inkomen als ik niet
goed presteer.
Ik vind dat mijn paarden veel af-
wisseling moeten hebben. Paarden
staan dikwijls te veel op stal. Mijn
eigen paarden lopen twee tot drie
uur in de weide. Ze worden ge-
werkt en gaan in de stapmolen. Ze
zijn veel buiten. We rijden met onze
paarden ook in het bos. Bij jullie is
dat niet anders. Jullie hengsten
staan ook gewoon veel buiten in de
weide tussen de andere paarden. Ze
hebben bij jullie veel vrijheid.
Om als sportman aan de top te
komen is één, maar aan de top te
blijven is altijd moeilijk. Maar dat
is in de fokkerij ook zo. Ik geef het
woord aan de fokker van Emerald
van ’t Ruytershof: Bert Van Den
Branden. Wij zijn van dezelfde
leeftijd. Toen we jong waren heb-
ben we samen regionaal wedstrijd
gereden. Hij is daarna zijn eigen
weg gegaan met zijn bedrijf. Bert is
fokker geworden en heeft toppaar-
den gefokt.
Ik denk dat alles neerkomt op specialisatie
Beste Bert,
Je kunt weleens een heel goed paard fokken maar het lijkt me
niet makkelijk om die lijn proberen aan te houden. Hoe ga jij
daarin te werk en probeer je dat vast te houden?
Met vriendelijke groet,
Koen Vereecke
Valentijn en Christophe De Brabander van ET-Auction heb-
ben het stokje overgedragen aan de Belgische springruiter
Koen Vereecke uit Waarschoot omdat hij hun hengsten in de
sport uitbrengt. Zij merkten op dat het niet voor de hand lag
dat Koen voor de topsport zou kiezen omdat de hengstenhou-
derij hem met de paplepel is ingegoten. Een goede reden om
te vragen waarom hij zijn vizier daar toch op heeft gericht.
Helpt zijn achtergrond hem bij het vinden van de juiste balans
tussen het presteren met hengsten en ze beschikbaar houden
voor de fokkerij? Voor het vervolg doet Koen een beroep op
de Belgische fokker Bert Van Den Branden.
De Kettingbrief
Valentijn en Christophe De Brabander – Koen Vereecke – Bert Van Den Branden
FO
TO
W
W
W
.A
RN
D
.N
L
donderdag 29 april 2021 | 23KETTINGBRIEF
Het verschil met twintig jaar geleden is dat het
nu veel professioneler is geworden
Door niet te veel paarden op stal te
hebben, probeer ik met minder paarden
beter te presteren