Pagina 23 van: Paardenkrant 19 – 2021

Beste Bert,
Je bent een heel goede vriend van
mij. Ik ben hard geschrokken dat jij
de Kettingbrief aan mij doorgeeft.
Volgens mij bestaan er in België
niet drie fokkers die gemotiveerder
zijn dan jij. Je bent abnormaal ge-
motiveerd, ook al heb je een keer
een mindere of tegenslag. Jij blijft
altijd doorgaan. Je hebt, zonder
meer, een goede stam. Vooral met
instelling. Kenmerkend is dat het
niet altijd de hoogvliegers hoeven
te zijn als ze jong zijn. Maar dat het
springers zijn en echte concours-
paarden. Dat is kenmerkend aan
jouw stam.
Stammen
De fokkerij is gewoon veranderd.
Dertig jaar geleden kocht ik heel
veel veulens en jonge paarden in
België en Nederland. Dat waren na-
komelingen van hengsten die zelf
al Grand Prix sprongen. Het waren
met name merries van Voltaire,
Concorde, Libero H en vooral van
Heartbreaker. Want daar waren ze
in België gek van. In België maakte
ik gebruik van Major de la Cour.
Niemand had gedacht dat het met
die stammen in België zo zou ver-
lopen. Dertig jaar geleden werd er
niet zo gepraat over die stammen
als vandaag de dag. Ten opzichte
van andere landen of andere streken
in België hebben wij net iets eerder
gefokt met Grand Prix-springende
hengsten. Ik zei vijftien jaar gele-
den al als we het over de grote fok-
kers van België hadden: wij worden
de beste fokkerij van heel de we-
reld. Ik niet persoonlijk, maar de
fokkers die zich dertig kilometer in
de straal van Stal De Muze van
Joris De Brabander bevinden.
We hebben dat kunnen zien aan de
paarden van T&L die tijdens de af-
gelopen Global Champions Tour
van Doha op nummer één en drie
stonden (Delux en Dieu Merci). Ik
geloof zelfs dat de vijf beste paar-
den van de eerste tien ook in die
straal van dertig kilometer zijn ge-
boren.
Er zijn nu veel ruiters die zogezegd
met een Ferrari of een Porsche rij-
den en aan elkaar gewaagd zijn. Ze
rijden tegen ruiters die met een
Peugeot rijden en geen kans maken.
Er zijn gewoon paarden waarbij je
op 1,60 m-niveau bijna niet aan de
paal hoeft te denken. En bij dat an-
dere paard vliegt bijna zeker de
balk eraf.
Aparte springmerrie
Jij vindt het misschien niet zo een-
voudig om een nieuwe lijn te star-
ten. Wij verschillen daar iets in van
mening. Ik zeg alleen niet dat het
gemakkelijk is. Dertig jaar geleden
heb ik een paard gekocht uit de
stam van Eldorado van de Zeshoek
omdat ik heel gek was van die
Lord-merrie Livia (zijn betover-
grootmoeder). Ik heb haar dochter,
de Calypso III-merrie Rumba, ge-
kocht en zij gaf mij Valencia. Een
Quidam de Revel-dochter die zelf
1,60 m heeft gelopen onder Marc
van Dijck en tweede werd op het
Belgisch kampioenschap. En zij
bracht zelf vier nakomelingen die
1,45 m en 1,60 m sprongen. Daar is
de lijn dus mee begonnen.
Dertig jaar geleden heb ik ook de
moeder van Usha van ’t Roosakker
gekocht: de Major de la Cour-mer-
rie Rosanne van de Withoeve. Ik
heb altijd gedacht dat ik een heel
aparte springmerrie moest hebben
die beter was dan de rest. Als je
daarmee begint te fokken in combi-
natie met Grand Prix-paarden of de
grootste belofte onder de jonge
springpaarden kun je zelf een stam
maken.
Ik heb het altijd zo gedaan waar-
door ik een aantal lijntjes heb opge-
zet die nu bovengemiddeld zijn ge-
worden. Ik fokte een springpaard
dat ik op concours tien keer kon
verkopen, ook al was er maar dertig
man. Zeker als het om een merrie
ging van drie of vier jaar oud. Want
in België waren we er al vlug bij
met het spoelen van embryo’s zodat
we in tien jaar toch iets hebben
kunnen verwezenlijken.
Beter moeten kijken
Ik heb overigens niet zoveel waarde
gehecht aan heel populaire stam-
men waar een normaal product uit-
kwam. Een nakomeling uit een heel
beroemde stam kost heel veel geld.
Het is niet zo makkelijk om daar de
beste uit te kopen. Ik heb nooit ge-
loofd dat ik daarmee het verschil
kon maken. Als je uit een minder
populaire stam een heel aparte mer-
rie koopt, kun je zelf met een lijntje
beginnen. De merrie is het belang-
rijkst. Ik zeg altijd: ze fokken zoals
ze zelf zijn. Alhoewel er altijd uit-
zonderingen zijn. Fokkers zouden
beter moeten kijken naar wat ze
zien.
Vroeger heb ik 10.000 jonge paar-
den zien springen. Daar heb ik veel
van geleerd. Ik stelde mezelf voor
hoe een paard zou springen als ik
hem zag galopperen. Hierdoor kon
ik mezelf verbeteren. In de wei kan
ik al zien of een jong paard talent
heeft. Vooral als ik het stammetje
van de moeder ken.
Mijn tactiek is geweest om een an-
derhalfjarige of tweejarige te kopen
die gruwelijk goed sprong. Dit
waren stammen uit Nederland waar
van nature bloed en instelling ach-
ter zat. Het waren super goed gal-
opperende jonge paarden. Ik ge-
bruikte dikwijls Voltaire keer He-
artbreaker. En in België hebben we
daar Clinton of Kashmir van Schut-
tershof opgezet. We hebben daar
rasechte Grand Prix-paarden uit ge-
fokt die over 1,60 m wandelden.
Gitania van ’t Eigenlo
De beste was bijvoorbeeld de He-
artbreaker-dochter Viva. Daar ben
ik mee begonnen. Zij sprong abnor-
maal. Alles uit die stam springt ge-
woon. De Berlin-dochter Fioretta
van ’t Eigenlo heeft onder Marie
Sapin 1,50 m gesprongen. Zij is de
moeder van Bonnie MZ (v. Bentley
van de Heffinck) waar Jeroen Dub-
beldam 1,55 m mee rijdt.
Ik heb Viva ook aangepaard met
Montender. Hij paste daar goed op.
Montender was gruwelijk fijn te rij-
den, groot, lang en opgericht ge-
bouwd. Achteraf bleek dat een we-
reldpaard te zijn. Zijn dochter Gita-
nia van ’t Eigenlo was ook goed
gelukt. Eric van der Vleuten en
Malin Parmler hebben haar uitge-
bracht in de sport. Vanwege een
blessure heb ik haar later gedekt
met Diamant de Semilly en mijn
eigen gefokte hengst Echo van ’t
Spieveld. De nakomeling van Echo
is later verkocht aan Kent Farring-
ton.
Gitania van ’t Eigenlo is ook de
moeder van mijn dekhengst
O’Neill van ’t Eigenlo van Vigo
d’Arsouilles. Hij is de laatste jaren
mega populair in de fokkerij. Twee
jaar achter elkaar heeft hij zowel in
Nederland als in België honderd
merries gedekt. En ik ben geen
hengstenhouder. Ik maak weinig re-
clame. Veel grote jongens zijn gek
van hem. En ik ook. Jij hebt hem
ook al gebruikt. De tijd zal het
leren. O’Neill is nu zeven. Nick
Vrins rijdt hem. Het plan is de grote
sport.
Nederlandse merries
Ik heb in Nederland ook twee soor-
ten gekocht waarmee André Braec-
kevelt van stoeterij Van ‘t Zorgvliet
is gaan fokken. Het waren twee Ne-
derlandse merries die goed konden
springen: Karola (Voltaire x Persian
Path S xx) en Loporto (Concorde x
Lucky Boy xx). André heeft ze aan-
gepaard met Darco, Baloubet du
Rouet, Clinton, Chin Chin en
Skippy II. Zo werden er gewoon
twee stammen geboren.
Ik heb ook de grootmoeder van Ga-
zelle van Kent Farrington gekocht
in Nederland: Silvia. Kent Farring-
ton won bijvoorbeeld in 2019 Aken
met Gazelle. Die grootmoeder was
een Voltaire-merrie die drachtig
was van Indoctro. De man die deze
nakomeling heeft gekocht had er
Kashmir van Schuttershof opgezet
waardoor Gazelle werd geboren.
Niels Bruynseels rijdt op de Echo
van ’t Spieveld-dochter Luca van ’t
Eigenlo. Haar moeder Ense van den
Brandakker is een goed springende
Toulon-merrie met vermogen. Ik
heb twee stammen waarmee ik fok.
De Montender-merrie Gitania van
’t Eigenlo en de Clinton x Voltaire-
merrie Anoeska die ik van de eigen-
aar mag gebruiken. De laatste jaren
heb ik weinig slechte fokproducten
gehad. De bedoeling is dat een
groot deel van mijn goede paarden
naar Niels Bruynseels gaat als ze
7,5 zijn. Maar ik laat er eerst een
stuk of vijf spoelen zodat ik nako-
melingen heb voordat ze Z sprin-
gen. En met de beste van die drie ga
ik weer verder fokken.
Tim Van Tricht is de volgende per-
soon. Hij is bij het BWP hengsten-
jurylid en een fokker die heel dicht
bij de sport staat.
Vroeger heb ik 10.000 jonge paarden zien springen
Beste Tim,
Ik denk dat wij in België zeker goed mee kunnen in de wereld
of zelfs net iets beter zijn dan de rest van de landen qua fok-
kerij van springpaarden die hoger lopen dan 1,45 m: echte
Grand Prix-paarden. Hoe gaan we het volgende decennium
het verschil maken met andere stamboeken om nog beter te
worden? Wat moeten we specifiek gaan zoeken in merries en
hengsten om voor te blijven of verder uit te bouwen ten op-
zichte van andere landen?
Met vriendelijke groet,
Dany Van Lombergen
Deze aflevering van de Kettingbrief staat in het teken van het
opzetten van een nieuwe lijn in de fokkerij. Dat zoiets niet van-
zelfsprekend is, hebben we kunnen opmaken uit het verzoek
van de Belgische springpaardenfokker Bert Van Den Branden
van Stal ’t Ruytershof. Zijn plan is om een nieuwe lijn te star-
ten. Hij heeft daarom het woord gegeven aan een goede kame-
raad van hem: Dany Van Lombergen van Stal ‘t Eigenlo in het
Belgische Sint-Gillis-Waas. We zouden hem ook kunnen intro-
duceren als de man die springfenomeen Hello Sanctos als twee-
jarige opkocht bij zijn fokker. En hij schakelt BWP-hengsten-
jurylid Tim Van Tricht in voor aankomende week.
De Kettingbrief
Bert Van Den Branden – Dany Van Lombergen – Tim Van Tricht
woensdag 12 mei 2021 | 23KETTINGBRIEF
Ik fokte een springpaard dat ik op
concours tien keer kon verkopen, ook al was
er maar dertig man