Pagina 7 van: Paardenkrant 2 – 2022

Dus dat is per vandaag ook afge-
lopen.’ Als ik dat had geweten, had
ik die springpaarden wel doorgere-
den”, zegt Voorn lachend.
Grens bereikt
In 1993 werd Albert Voorn bena-
derd door mevrouw Cordia van
Jewel Court Stud. “Ik heb met veel
succes haar paarden gereden, maar
ook met weinig plezier door de
sfeer op stal. Dat gevoel had ik al
na enkele maanden, maar omdat ik
nogal snel wegloop als iets me niet
zint heb ik mezelf toen gedwongen
om vol te houden. Helaas was na
twee jaar de grens bereikt en ben
ik vervangen door Piet Raijmakers.
Dat was de tweede keer dat ik met
springen wilde stoppen.”
‘Verhaaltje bij’
Een carriè re in de rensport leek
Albert wel wat. “Thuis hebben
we nog eens goed nagedacht over
wat ik dan wilde en toen ging de
telefoon. Een eigenaar van een
paard dat ik in de les had, wilde
zijn paard verkopen. Er zat alleen
een verhaaltje bij dat hij nog wel
eens wilde stoppen. Dat paard was
Lando.” Met vrouw en trailer toog
Voorn naar Denemarken om Lando
op te halen. “En de rest is geschie-
denis. Anderhalf jaar later wonnen
we zilver op de Olympische Spelen
van Sydney.”
Als de dag van gisteren
Voorn wist direct dat hij met Lando
over een toppaard met geweldige
kwaliteiten beschikte. “Op een dag
reed ik hem in Eindhoven bij de
manege van Henk van de Pol en
toen stond daar een groepje ruiters
en eigenaren. Ik zei: ‘Zien jullie dat
prachtige schepsel daar staan? Met
dat paard gaat Albert naar de top
van de wereld.’ Ze lachten me uit
en zeiden dat ik gek was. Dat was
op 15 mei 1999, ik weet het nog als
de dag van gisteren.”
Te moeilijk voor team
Met Lando ontstond ook de hoop
om in het team te komen. “Johan
Heins was destijds bondscoach. Hij
maakte me duidelijk dat die kans zo
goed als nihil was. Als mens was ik
te moeilijk voor een team en mijn
paard was lang niet goed genoeg,
zei hij. Dat waardeerde ik, want
daarmee wist ik gelijk waar ik aan
toe was. ‘Maar’, zei ik, ‘je moet
me één kans geven om te laten
zien dat je ongelijk hebt. Neem me
mee naar CSIO La Baule en daarna
moet je oordelen’.”
In La Baule won Lando de eerste
kwalificatie, werd zevende in de
Grote Prijs en liep dubbel nul in de
landenwedstrijd. “En die wonnen
we ook nog. De sfeer in het team
daar was formidabel en Heins zei
dat ik overduidelijk had laten zien
dat ik gelijk had.”
Op het Nederlands kampioen-
schap won Voorn met Lando alle
drie de proeven en dus de titel. “Ik
zei tegen Heins dat ik nu wel heel
graag naar de Olympische Spelen
zou willen. ‘Dat kan’, zei hij ‘maar
dan moet je wel in Aken rijden’.”
Schockemöhle kocht Lando
In Aken had Voorn in de eerste
ronde een fout na de sloot. “Heins
had berekend dat we niet naar de
tweede ronde zouden gaan. Paar-
den dus naar stal, we waren net
bezig met de bandages toen Johan
kwam aanrennen dat we toch in de
tweede ronde zaten. Als een gek
opgezadeld, over het fietspad ga-
lopperend naar de ring, acht spron-
getjes op het voorterrein gemaakt
en naar binnen. Daar liep hij ver-
volgens een geweldige foutloze
ronde. Bij de uitgang vroeg Schoc-
kemöhl e wat Lando moest kosten,
hij kocht hem ter plekke. Ik vroeg
aan Paul of het mogelijk was dat
ik nog de Olympische Spelen met
hem zou rijden en hem dan zou af-
leveren. Dat vond hij goed.”
“Wat ik me nog goed herinner is
dat ik in Sydney de tweede man-
che van de individuele finale liep
en dat ik terug op stal mijn vrouw
aankeek en zei: ‘Het is voorbij. Dit
is het einde van het kampioenschap
voor ons. Dit is zo hoog, daar kun-
nen we van z’n levensdagen niet
meer overheen.”
Ger Visser
Na zijn zilveren Olympische me-
daille dacht Albert Voorn dat meer
eigenaren zich zouden melden.
Maar dat viel tegen. Het werd weer
stil rond Voorn. Tot hij een artikel
las over Ger Visser. “Normaal ge-
sproken bel ik niet uit mezelf, maar
deze keer nam ik contact met hem
op. Hij was verbaasd dat ik belde,
hij dacht dat ik gestopt was. Na
twee dagen belde de heer Visser
terug en vertelde dat bij hen op stal
twee paarden stonden waarin hij
het nog steeds zag zitten, maar die
door de rest al min of meer opgege-
ven waren en of ik het met die twee
wilde proberen.”
‘Moeilijkste paard ooit’
Eén van die paarden was Toba-
lio. “Zonder twijfel het moeilijk-
ste paard dat ik ooit gehad heb.
Draaien, steigeren, bokken. Als je
erop zat, was het gewoon wachten
op het moment dat je ernaast lag,
iedere keer weer. Voor de rest een
schat van een paard in de omgang,
maar een echte Numero Uno als je
erop zat.”
‘Alleen maar tijdverlies’
Maar de trainingen met Tobalio
werden steeds beter, het nukkige
begon binnen de grenzen van het
toelaatbare te komen. “Dus had
ik ons ingeschreven voor een 1,30
m-rubriek in Roggel. Die avond
kwam Vincent bij ons eten en zei:
‘Denk niet dat je met dat paard iets
fatsoenlijks voor elkaar kunt krij-
gen, daar heeft de hele wereld al
zonder succes op gezeten. Alleen
maar tijdverlies’.”
“Denk je dat echt, mijn zoon? ”,
vroeg ik hem. “Ik zal je wat voor-
spellen. In La Baule zal ik met dat
paard in het team zitten en jij bent
reserve.” En zo geschiedde.
“Tobalio liep in La Baule vier en
vier in de landenwedstrijd en het
jaar erop wonnen we daar de lan-
denwedstrijd.”
KNHS-contract geweigerd
2013 was een geweldig jaar en To-
balio werd het beste Nederlandse
paard van de landenwedstrijden.
Toch mocht Voorn niet mee naar
Barcelona, omdat hij weigerde het
contract te tekenen dat de KNHS
verplicht stelde aan de ruiters.
“Mijn relatie met de KNHS is ei-
genlijk altijd gespannen geweest.
Dat begon met de heer Stehouwer
van toen nog de NHS die me op
een dag belde en vroeg of ik gene-
gen zou zijn het paard Treffer van
de heer Grillo te gaan rijden. Die
werd op dat moment gereden door
Gerd Meier en men was niet te-
vreden over hoe het ging. Ik vroeg
of Gerd Meier hiervan wist. Nee,
die wist nergens van. Mijn me-
ning was dat ze eerst met Meier
moesten overleggen en hem als
eerste moesten laten weten dat ze
niet tevreden waren en dat ze naar
een andere ruiter op zoek gingen.
We zijn collega’s van elkaar, zien
elkaar bijna iedere week op con-
cours en ik wil dus geen wrevel
hebben omdat men denkt dat ik
paarden onder hun kont vandaan
praat.”
Geen interesse
“‘Wie denk jij wel dat je bent dat
je mij gaat vertellen hoe wij dingen
moeten doen? ’, reageerde Stehou-
wer hevig gepikeerd. ‘Nou, ik ben
Albert Voorn en wat u nu doet met
Gerd Meier gaat u dus ook doen
met mij als iets u niet bevalt. Dus
in het kort, ik heb geen interesse.’
Vervolgens ging Wout-Jan van de
Schans met Treffer rijden en ben
ik door mijn principes een goed
paard misgelopen. Toch sta ik er
nog steeds volledig achter.”
“Dat is ook waarom ik de heer Vis-
ser zo waardeer. Zonder andere ei-
genaren tekort te doen kan ik wel
stellen dat mijn samenwerking met
Ger Visser één van de prettigste
was die ik heb gehad in mijn loop-
baan.”
‘Te zware wissel op
mijn vrouw’
Onlangs kwam Albert Voorn tot
het besef dat zijn vrouw Irma thuis
de paarden longeerde en verzorgde
terwijl hij van huis was om overal
ter wereld les te geven. “We voelen
ons nog niet oud, maar ik vond dat
die verdeling een te zware wissel
trok op mijn vrouw. Zodoende heb
ik de conclusie getrokken dat ik
mijn actieve loopbaan als topruiter
ten einde beschouw. Het was een
fantastische reis die ik heb gemaakt
met Irma en later onze zoon Vin-
cent. Voor geen goud zou ik het
hebben willen missen.”
Rots in de branding
“Daarbij is mijn reis als topruiter
dan wel ten einde, maar zeker niet
die van mijn vrouw en mijn zoon.
Mijn vrouw is m’n leven lang mijn
steun en toeverlaat geweest. Mijn
grote rots in de branding. Nu ga ik
tijd besteden aan haar plezier in het
aangespannen rijden en genieten
van Vincent en mijn kleinkinde-
ren.”
SPRINGEN woensdag 12 januari 2022 | 7
Albert Voorn is aan het einde gekomen van een fantastische reis
Met Lando, een paard dat nog wel eens wilde stoppen voordat hij bij Albert
Voorn terechtkwam, won Albert Voorn zilver op de Olympische Spelen van Syd-
ney in 2000. FOTO WWW.ARND.NL
“Tobalio is zonder twijfel het moeilijkste paard dat ik ooit gehad heb. Draaien,
steigeren, bokken. Als je erop zat, was het gewoon wachten op het moment dat
je ernaast lag.” Maar het nukkige begon binnen de grenzen van het toelaatbare
te komen en uiteindelijk won Albert Voorn met Tobalio de landenwedstrijd in La
Baule. FOTO WWW.ARND.NL
‘Mijn mening was dat ik beter weet hoe
mijn paard in elkaar steekt dan een bondscoach
die ‘m alleen op wedstrijden ziet’
‘Omdat ik nogal snel wegloop als iets
me niet zint heb ik mezelf gedwongen om
vol te houden’