Pagina 11 van: Paardenkrant 2 – 2023

welzijn van paarden te verbeteren
en niet welzijnsmisstanden door de
vingers zien.
Monty Roberts
Nou, lang verhaal. Ik ben er dus
mee bezig. Ook al voordat de
streakers tijdens Indoor Friesland
en Jumping Mechelen de baan in
sprongen. Maar ik weet dat ik er
niet uit ga komen als ik met een
tegenstander van de paardensport
in discussie zou gaan. In een ge-
sprek met een vriendin van mij
zei ze dat ik eens moest proberen
om Monty Roberts te interviewen
over dit thema. Hem vragen wat hij
vindt van het feit dat er steeds meer
mensen zijn die vinden dat we niet
meer moeten paardrijden en hoe we
het als paardenwereld beter kunnen
doen om zo een positieve invloed
op de (deels negatieve) publieke
opinie uit te oefenen.
Dus waagde ik er een telefoontje
aan toen ik een maand geleden in
Argentinië zat. En hij pakte op. Het
liep iets anders dan verwacht, maar
het was wel een mooi verhaal.
Geweldloos zadelmak
Monty Roberts stak van wal: “Zit
je in Argentinië? Ik ken de Argen-
tijnse polospeler Adolfo Cambiaso
redelijk goed. Hij is de beste po-
lospeler ter wereld en vormt een
belangrijk deel van het verhaal dat
ik je ga vertellen. Toen wij elkaar
voor het eerst ontmoetten, maak-
ten ze elk jaar ongeveer 300 polo-
paarden zadelmak bij Cambiaso.
52 procent van die paarden stierf
tijdens het proces. Ze bonden ze
vast aan een paal tijdens het zadel-
mak maken waardoor ze vielen en
benen en nekken braken en al dat
soort dingen. Op aanraden van de
coach van het Amerikaanse team,
Joel Baker, kwam Adolfo bij mij
hier in Californië. Hij bracht twin-
tig paarden mee en zette ze hier op
de wei. Ook bracht hij acht van de
beste zadelmakmakers van Argen-
tinië mee, zodat ze mijn geweld-
loze manier van zadelmak maken
konden leren. Dat is ongeveer
twaalf jaar geleden. Na die tijd is er
daar geen enkel paard meer gestor-
ven tijdens het zadelmak maken.”
Koningin Elizabeth II
“Je weet dat er een dame is die nu
overleden is. Die dame is koningin
Elizabeth II. Koningin Elizabeth
belde me in 1988 en zei: ‘Ik wil dat
je komt, want ik zag een video en
ik las verslagen over je training van
paarden en ik wil het geweld in de
training van paarden stoppen.’ Dus
ik ging naar Windsor Castle. Ze
had 23 paarden die ik in vijf dagen
kon doen. Ze waren ongetraind en
hadden nooit een zadel opgehad. Ik
deed ze alle 23 in gemiddeld 30 mi-
nuten per stuk. En de koningin zei:
‘Nu wil ik dat je naar 21 plekken
gaat die ik heb geregeld. Ik heb aan
de telefoon gezeten en heb 98 paar-
den voor je klaarstaan verspreid
over het Verenigd Koninkrijk. Ik
wil dat je mensen laat zien hoe je
niet gewelddadig hoeft te zijn om
de paarden te starten.’ Ik deed alle
98 in 30 dagen.
Er was daar een man die Hare Ma-
jesteit vertelde dat het allemaal
nep was wat ik deed. Volgens hem
was het een truc. ‘Wat hij doet, kan
niet’, zei hij tegen de koningin. De
koningin zei: ‘Nou, ik heb 98 paar-
den door heel het land voor hem
klaarstaan en ik ontsla je van al je
verplichtingen voor de komende 30
dagen. Ik wil dat je met hem mee-
gaat en let op alles en elke bewe-
ging die hij maakt. En kom dan bij
me terug en vertel me wat er mis
mee is.’ Die man was Korporaal
Majoor Terry Pendry, de rij-instruc-
teur van de Household Cavalry.
Terry Pendry ging met me mee en
aan het einde van die 30 dagen kon
hij mijn werk net zo goed doen als
ik. Vandaag de dag is Terry Pendry
North Lodge in Windsor Caste. Hij
is de meneer die met de Fellpony
van koningin Elizabeth langs de
weg stond terwijl de begrafenis-
stoet voorbij reed.”
Verbieden is nooit het
antwoord
“Hoe dan ook, ik houd van paar-
den! De tegenstanders van de paar-
densport zeggen dat we ze niet
langer mogen rijden, niet langer
een zadel op hun rug mogen doen
en niet langer een bit in hun mond
mogen doen. Maar als we echt alle
paardensport zouden moeten ver-
bannen en verbieden, dan jagen
ze paarden wereldwijd de dood in.
Het zou het wreedste zijn wat ze
ooit zouden kunnen doen. En wat
we ook in het leven doen, verbie-
den is bijna nooit het antwoord.
Verbieden veroorzaakt over het
algemeen meer problemen dan het
oplost.
Weet je wat er moet gebeuren? We
moeten het beter doen, niet verbie-
den. Zorg dat je als paardensporter
of -houder je zaken voor elkaar hebt
en goed, geweldloos en liefdevol
met de paarden omgaat. Sommige
dingen die wij met paarden doen,
zijn niet juist en geweld is nooit het
antwoord. Geweld is altijd voor de
overtreder en nooit voor het slacht-
offer. Niemand van ons is geboren
met het recht om te zeggen ‘je moét
of ik zal je pijn doen’. Dat geldt
voor elk wezen, dier en mens. Dat
is mijn standpunt.
De mensen die de sport willen
verbieden, dat zijn geen slechte
mensen. Nee, ze zién dat er slechte
dingen worden gedaan. En de eer-
ste gedachte die ze hebben is: ver-
bied het en dan gebeurt het niet.
Maar dat is niet het antwoord. Het
antwoord is: ja, verbied sommige
dingen die we doen. Geweld is naar
mijn mening voor geen enkel paard
gepast. Ik sloeg het laatste paard
op aandringen van mijn vader en
ik ging geweldloos in 1949. Sinds-
dien heb ik nooit meer een paard
geslagen en heb ik elf WK’s ge-
wonnen.”
Niet vechten
“Ik ga binnenkort dood en de we-
reld gaat door, maar als de paar-
denwereld teruggedraaid wordt
naar 6.000 jaar geleden, dan is dat
het meest wrede dat we hun soort
aan kunnen doen. Toen werden
ze opgegeten door roofdieren. De
gemiddelde doodsleeftijd van een
paard 6.000 jaar geleden was on-
geveer vier jaar! Tegenwoordig is
het gemiddelde ongeveer zestien
tot achttien jaar. Dus we veroor-
delen ze gewoon ter dood als we
zeggen dat we niet met de paarden
kunnen leven.
We moeten leren leven met de
paarden, maar doe het eerlijk en
doe het vriendelijk en houd van
je paarden, vecht niet met je paar-
den en gebruik geen geweld met je
paarden.
Vandaag de dag kunnen Adolfo
Cambiaso’s paarden niet wachten
om op dat poloveld te komen. Ze
houden ervan. Hij slaat ze niet, hij
doet ze op geen enkele manier pijn.
En ze houden van wat ze doen.”
»Binnenkort in de Paardenkrant: deel 2 van
het telefoongesprek met Monty Roberts
ALGEMEEN donderdag 12 januari 2023 | 11
Een telefoongesprek met Monty Roberts over de kritiek op de paardensport
“We moeten leren leven met de paarden, maar doe het eerlijk en doe het vriendelijk en houd van je paarden, vecht niet
met je paarden en gebruik geen geweld met je paarden”, aldus Monty Roberts. FOTO WWW.ARND.NL
Monty Roberts tijdens een clinic op het Winter Equestrian Festival in Wellington,
Florida, in 1998. FOTO WWW.ARND.NL
Monty Roberts
Monty Roberts groeide op op een paardenbedrijf waar zijn vader op een geweld-
dadige manier paarden trainde en zadelmak maakte. “Mijn vader verwachtte dat
ik in zijn voetsporen zou treden en dus werd ik ook gewelddadig gedisciplineerd
op de enige manier die hij kende, met pijn en geweld. Ik heb toen gezworen
om voor mijn paarden betere methoden te zoeken”, vertelt hij. “Ik leerde voor
het eerst naar paarden luisteren toen ik wilde Mustangs observeerde in Nevada.
Ik was toen dertien jaar. Ik heb urenlang in stilte gekeken hoe de wilde paarden
met elkaar omgingen en realiseerde me al snel dat paarden een waarneembare
en voorspelbare lichaamstaal gebruiken om te communiceren, grenzen te stel-
len, angst te tonen en ergernis, ontspanning of genegenheid te uiten. Op een
moment dat mijn leven zou veranderen, begreep ik dat het gebruik van deze
stille lichaamstaal ervoor zou zorgen dat de training en het zadelmak maken
van paarden ook op een veel effectievere en humanere manier zou kunnen.
Een manier waardoor een echt partnerschap tussen paarden en mij zou worden
aangemoedigd. Die manier, bekend geworden als ‘Join-Up’ zou de basis worden
van al mijn werk met paarden en later ook met mensen.”
Monty Roberts vergaarde grote bekendheid met de release van zijn boek ‘De
man die naar paarden luistert’. Het werd een wereldwijde bestseller. De BBC
heeft documentaires over hem gemaakt, onder meer over zijn training van een
wilde Mustang (genaamd Shy Boy) zonder hem uit zijn natuurlijke omgeving te
halen. Hollywood maakte de kaskraker ‘De Paardenfluisteraar’, een film deels
gebaseerd op het leven van Roberts.
Roberts ontving twee eredoctoraten in dierenpsychologie, één van de Universiteit
van Zürich, Zwitserland in 2002 en één van de Universiteit van Parma, Italië in
2005.
‘Zorg dat je als paardensporter of -houder je
zaken voor elkaar hebt en goed, geweldloos en
liefdevol met de paarden omgaat’