Pagina 9 van: Paardenkrant 2 – 2023

door Marlien Smit
In de tweespansport heeft Antonie
ter Harmsel al naam gemaakt. Na
het behalen van de nationale titel in
2017 en deelname aan vier WK’s
waarin twee teammedailles wer-
den gewonnen, was Ter Harmsel
toe aan een nieuwe uitdaging bij de
vierspannen. “Ik had al wel thuis
met het vierspan gereden, maar
vorig jaar ben ik op de buitenwed-
strijden helemaal overgestapt van
de tweespannen naar de vierspan-
nen. In het begin viel dat wel tegen,
want je bent dan het hard rijden met
het tweespan gewend en dan denk
je van tevoren: zo’n vierspan stuur
ik er wel even doorheen. Ik ben na-
tuurlijk vaak met mijn vaders vier-
span mee geweest en een paar jaar
terug heb ik een heel buitenseizoen
bij Boyd achterop gestaan, dus ik
heb al wel het een en ander mee-
gemaakt. Het lijkt vanaf de kant al-
tijd makkelijker dan wanneer je er
zelf achter zit. Het vierspanrijden
is een grote uitdaging en geeft echt
een kick. De power die je hebt, het
rijden door de hindernissen, dat is
echt gaaf om te doen.”
WK voor debutant
Ter Harmsel legde zichzelf geen
druk op aan het begin van zijn eer-
ste seizoen bij de vierspannen. “Ik
dacht: we gaan gewoon het seizoen
rijden en dan zien we wel waar we
terechtkomen.” Dat het dusdanig
goed ging dat Ter Harmsel ook het
WK in Italië mocht rijden had de
menner uit Rijssen aan het begin
van het seizoen niet verwacht. “Het
begon wel lekker te lopen, en na-
tuurlijk had ik hier of daar nog wel-
eens een hapering. In Beekbergen,
de beslissende wedstrijd voor het
WK, sloot ik af met een foutloze
vaardigheid. In de marathon reed
ik netjes in de middenmoot mee,
ik wilde ook nog niet harder rijden,
want dan zou ik misschien te veel
fouten maken.”
Op het WK had Ter Harmsel wat
pech met één van zijn paarden. “Ik
moest wisselen en een onervaren
paard inzetten. In de marathon op
de eerste hindernis schoot ik met-
een al het verkeerde gat in en dan
raak je een beetje uit je ritme. Ik
heb toen wel weer kunnen opbou-
wen, maar ik kon niet zo rijden als
ik in gedachten had.” Ter Harmsel
eindigde op plaats 32, maar was
een mooie ervaring rijker. “Rijden
op het WK was uiteraard een hoog-
tepunt, maar ik was vooral blij met
mijn foutloze vaardigheid in Beek-
bergen. Dat geeft honderd procent
vertrouwen.”
Groot verschil
“Ik heb in mijn eerste vierspanjaar
geleerd om rustig te blijven en te
blijven rijden. Het verschil tussen
rijden met een tweespan en vier-
span is groot. Met een vierspan
moet je verder vooruit kijken. Met
een tweespan is het echt anders,
dan kun je in de marathon en vaar-
digheid sneller wat oplossen. Met
een vierspan kun je dat niet, daar
ben je gewoon te lang voor. Daar
moet je gewoon één of twee poor-
ten vooruit kijken waar je heen
wilt. Ik ken de hindernissen al-
tijd goed, maar nu is het helemaal
zaak dat je goed weet waar je heen
wilt.”
Vast team
Antonie ter Harmsel is parttime
hoefsmid. “Daarnaast werk ik
thuis op de trainingsstal en train
ik mijn vierspan. Dat kan ik niet
alleen in de avonduren doen, daar
red je het niet mee. Ik heb een vast
team dat mee op wedstrijd gaat,
met mijn vader als trainer en bege-
leider erbij. In de marathon heb ik
nog steeds dezelfde groom achter
me staan als in de tijd dat ik twee-
span reed. Uiteraard heb ik nu meer
mensen mee, we zijn nu altijd met
zes personen.”
Backstepper
Dit Wereldbekerseizoen stond Ter
Harmsel als backstepper achterop
bij de Amerikaanse vierspanrijder
Chester Weber. “Ik ken Chester al
een aantal jaren, hij heeft ook bij
ons op stal gestaan met zijn indoor-
span. In 2018 ben ik ook de hele
winter met hem mee geweest en
we zijn goed bevriend. Na het WK
belde hij mij met de vraag of ik het
indoorseizoen met hem mee wilde
gaan, want hij had iemand nodig
die de vrachtwagen kon rijden en
bij hem achterop kon staan. Dat
vond ik wel leuk, want je ziet en
hoort weer veel en je komt overal.”
Chester en Antonie trainen nooit
samen. “Chester zit veel in Ame-
rika, ik zag hem vaak pas op de
wedstrijd, maar we hebben wel te-
lefonisch contact. De dag voordat
we vertrekken ga ik naar de stal-
len van Chardon, waar de paarden
van Chester staan. Ik pak dan de
vrachtwagen in en vervolgens rijd
ik naar de wedstrijd.”
Indoorpaarden
Antonie ter Harmsel zou zelf ook
graag aan de Wereldbekerwed-
strijden meedoen. “Als ik de kans
ervoor krijg en de punten ervoor
heb wil ik zeker graag meedoen.”
De paarden heeft Ter Harmsel er
al voor. “Ik heb voor de indoors
die ik in de buurt rijd ook al een
ander span. Die paarden lopen
bij ons thuis in het manegebe-
drijf mee in de lessen, daardoor
is het makkelijk te combineren.
Die paarden worden dagelijks in-
gezet, en dan kan ik ze daarnaast
nog twee tot drie keer per week
trainen. Ik heb natuurlijk ook de
buitenpaarden nog, en daar heb
ik iets meer aandacht voor dan de
indoorpaarden.”
Verjonging
“Ik heb voor dit seizoen twee jon-
gere paarden erbij, waarvan Kor-
nuit zeker gaat lopen en Moonlight
een paar wedstrijden zal lopen.” De
achtjarige Eebert-zoon Kornuit was
ook mee naar het WK. “Dat was ei-
genlijk niet helemaal de bedoeling.
Hij had al wel wat wedstrijden ge-
lopen, maar moest noodgedwon-
gen op het WK zijn internationale
debuut maken.” Verder heeft Ter
Harmsel nog de beschikking over
de dertienjarige Floris (v. Zepplin)
en de evenoude Foppe (v. Zeppe-
lin), de negentienjarige Patijn-zoon
Zardonis en Zandor (v. Special D).
“Ik heb dus zes paarden die ik in
kan zetten, iets meer keus dan
vorig jaar. De oudere paarden zijn
nog goed fit, dus die brengen mooi
wat routine en ervaring in het span,
dan kan ik er een jong paard bijzet-
ten.”
EK in eigen land
Het buitenseizoen gaat over een
paar maanden weer van start en Ter
Harmsel verheugt zich erop. “We
gaan rustig naar het EK toewerken,
dat is dit jaar in eigen land, dat is
het doel dat ik voor ogen heb.” Een
uitspraak over een beoogde klas-
sering op het EK in Exloo durft
Ter Harmsel niet te geven. “Het is
pas mijn tweede jaar, dus ik hoop
mee te kunnen rijden en netjes en
foutloos de wedstrijd uit te rijden.
Tegen die grote jongens kan ik toch
nog niet op, daar ben ik te onerva-
ren voor.”
MENNEN donderdag 12 januari 2023 | 9
Antonie ter Harmsel: ‘De power van een vierspan is gaaf’
Ambitieuze hoefsmid stapt over van tweespanmennen naar vierspannen
RIJSSEN – De 32-jarige Antonie ter Harmsel was jarenlang een
vaste waarde in het tweespanteam van bondscoach Ad Aarts.
Vorig jaar maakte de menner met succes de overstap naar de
vierspannen en hij sloot het jaar af als backstepper bij Chester
Weber in de Wereldbekerwedstrijden. Tijd voor een nadere ken-
nismaking met deze ambitieuze maar ook realistische hoefsmid
uit Rijssen.
“Ik heb in mijn eerste vierspanjaar geleerd om rustig te blijven en te blijven rijden. Het verschil tussen rijden met een twee-
span en vierspan is groot. Met een vierspan moet je verder vooruit kijken”, vertelt Antonie ter Harmsel over zijn overstap
naar het vierspanmennen. FOTO’S WWW.ARND.NL
In de tweespansport heeft Antonie ter Harmsel al naam gemaakt. Hij behaalde de nationale titel in 2017 en nam deel aan
vier WK’s, waarin twee teammedailles werden gewonnen.
‘In het begin viel het wel tegen, want ik was het
hard rijden met het tweespan gewend’
‘Ik dacht: we gaan gewoon het seizoen rijden
en dan zien we wel waar we terechtkomen’