Pagina 7 van: Paardenkrant 21 – 2021

lijst met voordelen is lang
Weidegang in het keurmerk
In het Keurmerk Paard en Welzijn (KPW) staat in de eisen om het keurmerk te kunnen
behalen naast ‘niet langer dan zes uur zonder ruwvoer’ ook ‘tenminste een half uur
vrije beweging per dag’. Prof. dr. Marianne Sloet, specialist Inwendige Ziekten aan de
Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht en voorzitter van de Commissie van Deskundigen
van KPW, legt uit hoe dat tot stand is gekomen. “Dit is omdat ieder paard het nodig
heeft om zich, liefst enkele uren per dag, vrij te kunnen bewegen. Dat wil zeggen: vrij
kunnen kiezen om helemaal languit te liggen, te rollen, te kunnen bokken en een
sprintje te kunnen trekken. Binnen de Commissie van Deskundigen van het KPW is
hier lang over gesproken. Er is gekozen voor een half uur omdat iedere eigenaar er
dan bij kan blijven als hij dat wil en als een eigenaar ontdekt dat er na de eerste
paar minuten in dat half uurtje eigenlijk niet zoveel gebeurt, dat er na enkele dagen
ook de eerste minuten niet veel gebeurt én dat veel paarden er duidelijk makkelijker
in de omgang van worden, dan wordt dat halfuurtje al gauw een uurtje of meer. Wei-
degang, mits voorzichtig opgebouwd, heeft als voordeel boven vrije beweging in een
paddock dat het paard ook kan grazen, dus continu wat laxerend ruwvoer kan op-
nemen, en geen neiging heeft om zand te gaan eten. Daarbij moet de kwaliteit van
de wei natuurlijk niet te rijk zijn en het gras niet te lang.” Sloet ziet echter nog meer
voordelen. “Van de grond eten in een stofvrije omgeving is ook heel goed voor de
dagelijkse ‘reiniging van de luchtwegen’. We weten immers dat deze ‘zelfreiniging’
bijvoorbeeld tijdens lange transporten niet goed mogelijk is en dat dit een risico geeft
op reisziekte (longontsteking/borstvliesontsteking).
De voordelen van weidegang
Voor volwassen paarden:
– De botmineraaldichtheid (BMD) is groter.
– Het bevordert het bewustzijn van het paard over zijn lichaamspositie en bewegingen,
en dat is weer goed voor de coördinatie.
– Het paard vindt het prettig (controle over eigen gedrag).
– Het biedt mogelijkheid tot sociaal gedrag (indien ander paard/pony erbij of naast
loopt uiteraard).
– Het rustige bewegen stimuleert de motiliteit van de darm.
– Continu eten bevordert de aanmaak van speeksel, wat maagzuur en galsap neu-
traliseert.
– Van de grond eten in een stofvrije omgeving is goed voor de dagelijkse ‘reiniging
van de luchtwegen’.
Extra voor opgroeiende paarden:
– Gezonde ontwikkeling van pezen en gewrichten.
– Ontwikkeling van het hart (significant groter hart).
donderdag 27 mei 2021 | 7WELZIJN
ze wel de kans krijgen. Dus als je een
paard elke dag een paar uur buiten
doet, is dat voor hem niks bijzonders
meer, zie je dat extreme gedrag dus
nauwelijks en zijn de risico’s dus ook
veel kleiner.”
Glas halfvol of halfleeg?
Een onderzoek naar het welbevinden
van sportpaarden die wel veel bewe-
ging maar geen vrije beweging krij-
gen is zeker mogelijk, benadrukt Van
Dierendonck. “Ik zou daarvoor kie-
zen voor een zogenoemde cognitive
bias study, om te ontdekken of de
paarden een bepaalde manier van
leven optimistisch of pessimistisch
ervaren. Is het glas voor hen halfvol
of halfleeg? Daarvoor leer je paarden
eerst om een bepaalde kleur, bijvoor-
beeld zwart, te associëren met een
beloning en een andere kleur, bij-
voorbeeld wit, te associëren met
‘geen beloning in de emmer’. De an-
dere helft van de paarden leer je het
andersom. Als ze het eenmaal ken-
nen gaan ze snel af op een zwarte
emmer, maar sukkelen naar een witte
emmer. Daarna creëer je gedurende
een paar weken twee situaties, bij-
voorbeeld training met stapmolen of
training met weidegang. Als je
daarna de test dan nog een keer doet,
maar een emmer met ambigue kleur
die er precies tussen zit, grijs in dit
voorbeeld, aanbiedt, kun je aan de
snelheid waarmee de paarden op de
emmer afgaan zien of ze pessimis-
tisch of optimistisch in het leven
staan. In het eerste geval zullen ze
langzaam op de emmer aflopen, in
het tweede geval snel. Voor zo’n stu-
die heb je wel een flinke groep paar-
den nodig, en die moeten ook
allemaal gewend zijn in de wei te
lopen zodat dat niet iets nieuws is.
Verder meten we ook altijd andere
parameters zoals gedrag, hartslag en
cortisol. Cortisol is een hormoon dat
vaak gebruikt wordt om stress te
meten. In dit geval zou ik cortisol bij
voorkeur in de mest meten. Het kan
ook via speeksel, maar dan is het
meer een momentopname terwijl de
cortisol in de mest je iets vertelt over
het stressniveau van de voorgaande
24 tot 36 uur.”
Sociaal: rustiger met Shet
Het sociale aspect is ook belangrijk.
Al was het maar omdat paarden veel
rustiger zijn als ze een maatje hebben,
wat de kans op blessures verkleint.
“Liefst in dezelfde wei, maar als dat
niet kan zorg dan dat er in ieder geval
paarden naast staan”, zegt Van Die-
rendonck. “Dan kunnen ze in ieder
geval een ander paard zien en op af-
stand communiceren – onderzoek
wijst uit dat dit een paard een stuk
‘gelukkiger’ maakt dan wanneer je
hem alleen buiten zet. Er zijn sport-
stallen die een Falabella of Shetlan-
der bij hun toppaard in de wei zetten.
Daardoor zijn ze een stuk rustiger,
want die Shet is gewend om buiten te
lopen en raakt niet in paniek als er
eens wat raars voorbij komt. En het
risico op een klap is met zo’n klein
pony’tje een stuk minder, dat vinden
de eigenaren dan weer heel fijn.”
Darmen en maag: minder
koliek, betere balans
De acht kilometer die paarden hapje-
stapje afleggen heeft meer gezond-
heidsvoordelen. “Rustig lopen
stimuleert de motiliteit van de darm”,
aldus Van Dierendonck. “Dat is één
van de redenen waarom koliek veel
minder lijkt voor te komen bij paar-
den die in de wei lopen. Daarnaast
hebben paarden geen galblaas, dus
geen plek om gal op te slaan, wat wel
continu geproduceerd wordt en dus
ook 24 uur per dag in het spijsverte-
ringskanaal terechtkomt. Iets verge-
lijkbaars is aan de hand met de
balans tussen speeksel en maagzuur-
productie: paarden maken alleen
speeksel aan door te kauwen, maag-
sappen worden wel continu aange-
maakt en speeksel helpt om maagsap
te verdunnen en enigszins te neutra-
liseren. Daarom is het zo belangrijk
dat een paard een heel groot deel van
de dag kan eten. Het helpt ook als die
darmen goed in beweging blijven
door te grazen. Een paard is simpel-
weg niet ‘gemaakt’ voor een aantal
maaltijden per dag. De natuurlijke
cyclus van een paard is gemiddeld
twee tot drie uur eten, gevolgd door
één uur rust. En dat gaat 24 uur per
dag door.”
Eis in het keurmerk
De lijst met voordelen van weide-
gang of vrije beweging is dus lang,
terwijl de risico’s relatief klein zijn.
Vandaar ook dat vrije beweging als
eis is opgenomen in het Keurmerk
Paard en Welzijn (zie kader Keur-
merk). Prof. dr. Marianne Sloet,
voorzitter van de deskundigencom-
missie van het Keurmerk, vat het als
volgt samen: “Als er dagelijks een
paar uur weidegang mogelijk is, in
een geschikt weiland liefst met een
ander paard in een naastgelegen wei-
land of een pony als gezelschap, is
het risico klein en zijn de voordelen
voor het bewegingsapparaat, het
ademhalingsapparaat, de spijsverte-
ring én de geestelijke gezondheid
groot.”
Bewijs dat weidegang belangrijk is voor paarden: ‘inhaalge-
drag’ als ze een tijdlang niet in de wei geweest zijn.
In de eerste levensjaren van een paard, en dan met name
het eerste halfjaar, is beweging extreem belangrijk voor de
vorming van gezonde pezen en gewrichten.
De specifieke houding die het paard aanneemt tijdens het grazen, de lage halspositie waarbij het paard de hals en de rug strekt,
is goed voor hem. Het bevordert de proprioceptie, het bewustzijn van het paard over zijn lichaamspositie en bewegingen.