Pagina 11 van: Paardenkrant 21-2022

door Rick Helmink
De lichamelijke gezondheid van De Sjiem ging de afgelopen
weken achteruit, hij werd magerder, het lijf was op. “We had-
den al een tijd geleden met elkaar afgesproken: zodra we het
gevoel hebben dat hij zelf geen fijn leven meer heeft, niet
meer goed de dag doorkomt, dan nemen we ook afscheid. Als
je dan nog gaat dokteren met een paard op die leeftijd, doe je
dat voor jezelf en niet voor het paard.”
“In de afgelopen weken was hij sterk vermagerd en in het
lijf ingevallen. We hebben toen al een keer overlegd met de
dierenarts en gezien dat het einde nabij kwam.”
Zaterdag was het moment daar. “Het was klaar, mooi ge-
weest.”
Altijd opletten
Tot het laatste moment bleef De Sjiem tussen de oren fit.
“Dat was nu de laatste weken ook nog.” Dat is ook tekenend
voor het karakter van de schimmel. “Het was een paard met
ongelooflijk veel karakter. Je moest altijd opletten met De
Sjiem: dat was met rijden zo, maar zelfs met ‘m naar de wei
brengen in zijn pensioen. Als je er een seconde niet bij was
met je hoofd dan liep hij hier los over het terrein. Hij was
ongelooflijk snel en slim, een echte kwajongen. Zelfs aan
het einde van zijn carrière kon je De Sjiem niet even snel
tussendoor rijden. Je moest echt even een knop omzetten en
elke seconde met je hoofd erbij zijn, hij dwong je om gecon-
centreerd te zijn”, zegt Dubbeldam, die de schimmel meer
dan 25 jaar op stal had.
Mentor
Voor Jeroen Dubbeldam is De Sjiem het belangrijkste paard
in zijn carrière. De Sjiem zorgde ervoor dat Dubbeldam op
27-jarige leeftijd individueel Olympisch kampioen werd –
nog altijd is Dubbeldam de enige Nederlandse springruiter
die die titel op zijn naam heeft. Toch is het niet die titel die
De Sjiem het belangrijkste paard van Stal De Sjiem maakte:
“Begrijp me niet verkeerd: dat kampioenschap was absoluut
het belangrijkste moment in mijn carrière. De weg daar naar-
toe, hoe het tot stand gekomen is. En dan heb ik het nog niet
eens over de deuren die het geopend heeft.”
Maar nog belangrijker noemt Dubbeldam de rol die De Sjiem
speelde in zijn ontwikkeling als ruiter: “Ik ben begonnen als
handelsruiter en omdat je dan paarden vaak maar korte tijd
tot je beschikking hebt, ga je rijden op handigheid. De Sjiem
dwong me tot een andere manier van rijden: je echt verdiepen
in een paard. De Sjiem was niet op een andere manier te rij-
den, met handigheid kwam je er niet. Hij heeft me gevormd
tot het type ruiter dat ik ben geworden. Bewust en onbewust
zat hij altijd in m’n hoofd en de successen met onder andere
Zenith hebben ook veel te maken met wat De Sjiem mij heeft
geleerd.”
Romario
“De Sjiem kun je vergelijken met de voetballer Romario: een
ongelooflijk talent, een genie, maar aan trainen een broertje
dood. Het eerste jaar kwam ik daar nog wel mee weg. Elke
keer zocht ik een compromis, liet ik hem eigenlijk bepalen
hoe het ging. De echte confrontatie ging ik uit de weg. Voor
publiek wilde hij ook wel. Ik weet nog goed dat ik hem als ze-
venjarige in Leeuwarden reed en daar in een jonge paarden-
rubriek om acht uur sprong. Er zat niemand op de tribune en
hij sprong als een krant. Op het voorterrein sprak Wout-Jan
van der Schans me aan en vroeg: ‘welk paard rij je vanavond
in de dikke proef?’. Ik zei: ‘ik rijd niet vanavond want ik heb
niet echt een paard’. Wout Jan, die De Sjiem kende van de
lessen die hij gaf aan Anne van Vulpen, zei: ‘rij De Sjiem
toch’. Ik verklaarde hem voor gek, maar hij moedigde me
nog een keer aan: ‘Doe nou maar’. Ik wilde toch wel graag
meerijden en besloot het te doen. ’s Avonds met de tribunes
vol sprong hij die dikke proef foutloos met twee vingers in
z’n neus.”
Confrontatie
“Maar het was altijd op zijn condities, voor het hoogste ni-
veau heb je nodig dat een paard meewerkt en niet zelf be-
paalt wanneer hij iets wel of niet wil doen. We waren er van
overtuigd De Sjiem alles had voor het hoogste niveau. Dus
zocht ik steeds vaker de confrontatie op. Dat was ook een tijd
dat ik er vaker naast lag, dan dat ik er op bleef zitten.” Op
dat moment besloot Dubbeldam om Gert van den Hof in te
schakelen. “Ik had iemand nodig die kon blijven zitten, wat er
ook gebeurde.” In een aan De Sjiem gewijde aflevering van
Andere Tijden Sport vertelt Van den Hof beeldend over hoe
zijn ontmoeting met De Sjiem was. “De eerste passen dat ik
erop zat en stapte aan een lang teugeltje: merkte ik meteen
z’n terughoudendheid. Ik spoorde hem aan en meteen stond
‘ie met z’n voorbenen op de bakrand.” Tien minuten gingen
Van den Hof en De Sjiem de strijd met elkaar aan, waarbij de
schimmel ook nog tegen de kant ging liggen. Maar hij kwam
niet Van den Hof af. “Je zag dat ‘ie overdonderd was”, zegt
Dubbeldam. “Zo van: wat gebeurt me nu? Hoe kan het dat
er nog iemand op m’n rug zit?” Daarna moest Dubbeldam er
zelf op. “Ik heb Jeroen twee keer zien huilen”, zegt Van den
Hof. “Toen hij er weer op moest en toen hij in Sydney stond
met de gouden medaille.”
Dubbeldam zegt zelf: “De Sjiem was het gewend om altijd
te winnen en dat hebben we daar wel doorbroken. Het was
niet zo dat hij daarna een mak lammetje was, sterker nog: in
Hoofddorp op het Nederlands kampioenschap hebben ze nog
een keer de ring voor me af moeten breken omdat ik geen
kant meer op kon.”
Misschien zat de doorbraak ook wel in het hoofd van Dub-
beldam: “Gert liet me zien dat ik niet moest opgeven en dat
De Sjiem zich ook gewonnen kon geven.”
Anne van Vulpen
‘Eigenlijk was het gewoon een kreng, maar wel een hele
wijze’, liet Anne van Vulpen in 1999 optekenen in In De
Strengen over De Sjiem. Zij reed hem tot de schimmel eind
1995 voor 250.000 gulden werd gekocht door wijlen Bennie
Holtkamp voor zijn toenmalige schoonzoon Jeroen Dubbel-
dam. In 1991 kwam De Sjiem voor 10.000 gulden op stal bij
vader Gijs en dochter Anne van Vulpen in Vleuten. Eigenlijk
per toeval: “M’n vader wilde altijd een schimmel op stal heb-
ben, als we die niet hadden kon hij niet slapen. De laatste
schimmel die we op stal hadden was in dat jaar verkocht en
in een oude Strengen zag m’n vader een advertentie met een
schimmel van Aram: De Sjiem. Daar waar we hem kochten
konden ze hem niet laten vrijspringen, maar alles was daar
heel smal en De Sjiem liep overal als een slang doorheen.
Daar kwam z’n persoonlijkheid nog bij en voor m’n vader
was meteen duidelijk: deze moeten we hebben.”
“Hij was eigenlijk onhandelbaar toen hij bij ons kwam. Maar
hij had ook ongelooflijk veel talent. Door hem maar gewoon
een beetje z’n gang te laten gaan, zag het er op concoursen
nog wel aardig uit. Ik kon hem niet met sporen of zweep
rijden, m’n vader probeerde hem thuis met werk aan de dub-
bele longe een beetje in het gareel te houden. Hij heeft bij mij
eigenlijk niks geleerd, maar ook niks verkeerds aangeleerd”,
zegt Van Vulpen, die het Z met De Sjiem haalde. “Een keer
heeft ie het Z gewonnen. In Opmeer, dat concours vormde
een soort feestdag in het dorp en er liep 10.000 man rond.
Toen zeiden we al tegen elkaar: ‘Dit is een paard voor Aken.’
Hoe mooi is het dat hij Aken dan ook gewonnen heeft.”
Voor Van Vulpen blijft De Sjiem het meest bijzondere paard
waar ze ooit opzat: “Maar ik geloof niet dat hij de wereldtop
zou hebben gehaald zonder Jeroen, ’t was echt een hele spe-
ciale qua karakter.”
»Lees meer over De Sjiem op Horses Premium
HET SPOOR TERUG woensdag 25 mei 2022 | 11
‘De Sjiem maakte me de ruiter die ik geworden ben’
WEERSELO – Afgelopen zaterdag kreeg Jeroen
Dubbeldam op concours in Kronenberg een telefoon-
tje van stalmanager Tonnie Kreuwel. “Toen ik zag dat
Tonnie belde – Tonnie belt namelijk nooit – wist ik
meteen waar het over ging: De Sjiem.” De 33-jarige
Olympisch kampioen en Aken-winnaar was lichame-
lijk op. “Het lijf was eerder op dan z’n geest.” En dat
is ook tekenend voor het ijzersterke karakter van de
schimmel, een karakter dat de mensen in zijn leven
menigmaal tot wanhoop dreef, maar nog meer leerde.
“Hij was de belangrijkste mentor in mijn leven”, zegt
Dubbeldam.
“Het was een paard met ongelooflijk veel karakter, heel snel en slim”, vertelt Jeroen Dubbeldam over zijn oogappel De Sjiem, die afgelo-
pen zaterdag op 33-jarige leeftijd overleed. FOTO’S WWW.ARND.NL
De Sjiem zette Jeroen Dubbeldam op de kaart in de topspring-
sport.
De Sjiem