Pagina 15 van: Paardenkrant 22 – 2021

Beste Tim,
Ik ken jou heel goed. Jij bent mijn
hoefsmid. In België sta je bekend
als een heel goede hoefsmid. Wij
werken al tien jaar samen. Samen
met jouw vrouw ben je ook een be-
kende fokker van springpaarden en
dat doen jullie heel goed. Jij koopt
altijd goede merries op uit goede
stammen. Jullie fokten al meerdere
goede springpaarden en doen dat
nog steeds. Jouw vrouw en jij zijn
heel fanatiek en bij jullie op stal
werden ook al dekhengsten gebo-
ren.
Ik denk dat het BWP-stamboek een
heel goede keuze heeft gemaakt
door jou in de hengstenjury te zet-
ten. Jij bent een fokker met ambitie
en iemand met verstand van de fok-
kerij. Jij volgt alles wat met het
stamboek te maken heeft. Volgens
mij ben jij heel goed op de hoogte
van alles. Bovendien heb je een
heel goede kijk op een paard. Als
hoefsmid kun jij ook zeer goed be-
kijken hoe het beenwerk van een
paard is. Het is goed dat het stam-
boek een jong persoon heeft aange-
trokken.
Professioneel
Ik bekijk jouw vraag over amateur-
ruiters en de toekomst van de nako-
melingen van topspringpaarden
echter vanuit een ander perspectief.
Vroeger waren de amateurruiters
minder professioneel in vergelij-
king met de professionele ruiters
dan heden ten dage. Want zij werk-
ten toen nog aan andere doelen. Te-
genwoordig werken amateurruiters
meer professioneel omdat ze heel
goed begeleid worden door goede
instructeurs.
In onze hedendaagse sport bestaat
tachtig procent van het deelne-
mersveld uit amateurs. Ik spreek
dan alleen over internationale
twee- en driesterrenwedstrijden en
niet over het vijfsterrenniveau.
Dat was vroeger niet het geval. Er
rijden nu wel 130 springruiters
een proef op 1,40 m. en 1,45 m-ni-
veau. Vroeger waren er op dat ni-
veau misschien dertig of veertig
ruiters. De ruiters zijn qua bege-
leiding en de training enorm ge-
ëvolueerd.
Ook de fokkerij is verbeterd. De
paarden hebben meer bloed gekre-
gen. Er zijn veel meer moderne
springpaarden bijgekomen. De
amateurruiters kunnen vandaag de
dag veel beter overweg met scherpe
paarden met meer bloed omdat ze
zelf beter hebben leren rijden. Ie-
dereen is professioneler geworden.
Dit strekt zich uit vanaf de amateur-
ruiter tot aan de topruiter.
Handelaar geworden
De top en de subtop zijn heel breed
geworden omdat er meer en meer
ruiters zijn. Er zijn veel amateurrui-
ters die internationaal rijden en er
ook nog een andere job bij hebben.
Vroeger reden ze misschien drie of
vier keer per week en nu zijn ze
heel professioneel bezig. En op ver-
schillende manieren. Want ook
onder de amateurruiters zitten men-
sen die handelaar zijn geworden
terwijl er vroeger maar tien hande-
laren in heel Europa waren. Eigen-
lijk is iedereen automatisch hande-
laar en dat heeft niks te maken met
de fokkerij. Mensen met verschil-
lende profielen verdienen de kost
met de paarden, bijvoorbeeld met
veilingen. In het verleden was dat
niet het geval.
Van oudsher werd altijd gezegd:
‘voor elk paard is er een klant.’ En
dat is nog steeds zo. Die afzetmarkt
voor springpaarden met bloed
blijft, net zoals in het verleden, be-
staan. En is inmiddels groter en
groter geworden. Ook voor de ama-
teurs want dat percentage is de laat-
ste jaren heel erg gegroeid. Ama-
teurs zijn meer en meer paarden-
mensen geworden.
Meegegroeid met fokkerij
Er zijn nog weinig mensen die niet
goed met paarden overweg kunnen.
Ze zijn meegegroeid met de fokke-
rij. Dat heeft er toch mee te maken
hoe de paarden gefokt worden. In
het verleden zagen de paarden van
de amateurruiters er een beetje uit
als buffels. Tegenwoordig rijdt die
amateurruiter op een heel fijn
springpaard. Ruiters beginnen
steeds fijner te rijden. Ze willen ze
appreciëren. Ik kan me vanuit het
verleden herinneren dat er mis-
schien dertig of veertig starts waren
in een 1,50 m-proef, dat zijn er nu
tachtig.
Het komt zeker goed met de nako-
melingen van de topsportmerries
die in de toekomst geboren worden.
Dat weet ik voor de volle honderd
procent. Alles verbetert: de fokkerij
en de ruiters. We blijven groeien in
ons topsportmateriaal. Dit komt
mede door al die goede topsport-
merries die, bijvoorbeeld vanwege
corona, ingezet worden voor em-
bryotransplantatie en icsi. Vroeger
kreeg een merrie twee of drie veu-
lens. Maar tegenwoordig krijgen ze
er vijftien.
Er zijn veel meer fokkers bijgeko-
men die paarden fokken die 1,60
m. springen. Die markt is nu veel
groter geworden. Ik weet nog
goed hoe weinig hengsten er in het
verleden in de hoge sport liepen.
Misschien liepen er toen maar
twee dekhengsten mee in de Grote
Prijs. Vandaag de dag lopen heel
veel hengsten in de grote sport.
Wat ervoor zorgt dat de fokkers
het nog moeilijker hebben om een
hengst uit te kiezen omdat er zo-
veel keuze is.
Belgisch springpaard
We krijgen meer en meer kwaliteit.
De sport wordt beter en beter. Ons
stamboek staat hoog aangeschre-
ven. Het Belgisch springpaard staat
erom bekend dat het een heel goed
sportpaard is. Onze hengstenboeren
hebben het goed gedaan. Wat be-
treft de merriekeuze hebben ze het
goed samengebracht. We hebben
ons niet alleen gericht op mooie
beestjes. We hebben paarden met
vermogen en concourspaarden ge-
fokt.
Ik vind ook dat Belgische spring-
paarden bekendstaan als redelijk
gemakkelijke paarden waar ieder-
een op kan rijden. Het karakter
van de Belgische springpaarden is
heel goed. Het zijn meewerkers.
Onze fokkers hebben heel goed
werk afgeleverd. Dat is een plus-
punt van onze fokkerij. We zien
dat veel grote Nederlandse heng-
stenboeren bij ons op de hengsten-
keuring hengsten kopen. Qua
hengsten heeft ons stamboek we-
reldwijd een stempel gedrukt in de
fokkerij.
Omdat ik wil dat ons verhaal over
de fokkerij verdergaat, wil ik de
Kettingbrief graag doorsturen naar
springruiter Yves Houtackers. Hij is
een goede vriend van mij.
Alles verbetert: de fokkerij én de ruiters
Beste Yves,
Jij staat bekend als een goede ruiter en trainer. Hoe zie jij de
toekomst van onze scherpe Belgische springpaarden in com-
binatie met de ruiters die jij traint?
Met vriendelijke groet,
Gilbert De Roock
De Belgische paardenhandelaar en springruiter Gilbert De
Roock uit Wemmel heeft de Kettinbrief uit handen van BWP-
hengstenjurylid en fokker Tim Van Tricht ontvangen. In de
vorige aflevering sprak Van Tricht zich lovend uit over de Bel-
gische springfokkerij, maar plaatste wel vraagtekens bij het
gevolg van de vermeerdering van de nakomelingen van de top-
sportmerries die afgelopen coronaperiode niet op concours
konden. In deze brief licht Gilbert De Roock toe of er wel een
grote afzetmarkt is voor dit toekomstig topmateriaal. En zou-
den amateurruiters ook overweg kunnen met dit soort spring-
paarden? Springruiter en trainer Yves Houtackers is de vol-
gende penvoerder.
De Kettingbrief
Tim Van Tricht – Gilbert De Roock – Yves Houtackers
woensdag 2 juni 2021 | 15KETTINGBRIEF
Het is goed dat het stamboek een jong
persoon heeft aangetrokken
Mensen met verschillende profielen
verdienen de kost met de paarden, bijvoorbeeld
met veilingen
Ik weet nog goed hoe weinig hengsten er in
het verleden in de hoge sport liepen
Het karakter van de
Belgische springpaarden is heel goed;
het zijn meewerkers
Voor elk paard is
er een klant