Pagina 13 van: Paardenkrant 24 – 2021

door Esther Berendsen
Met zijn 27 jaar is Stan Creemers
straks veruit de jongste KWPN-in-
specteur. Toch is hij voor paarden-
liefhebbers in het Zuiden des lands
geen onbekende. Dat komt onder
andere doordat hij als kind veel
keuringen bezocht met zijn vader,
Henk Creemers, én omdat hij bijna
drie jaar stage liep bij Veulenveiling
Limburg. “Ze hebben altijd een sta-
giair daar, iemand van JongKWPN
die meeloopt en meehelpt. Normaal
gesproken is dat een jaar, maar ik
ben begonnen en eigenlijk niet
meer weggegaan. Blijkbaar beviel
dat ook van hun kant, want ik ben
nu commissielid.”
In dezelfde periode werkte Cree-
mers bij stoeterij Zangersheide. Het
betekende het einde van de studie
orthopedische technologie, toch
wel tot verdriet van zijn ouders.
“Zij zeiden: ‘maak die studie nou
toch af!’ Maar ik had echt geen mo-
tivatie meer en kwam tot de conclu-
sie dat ik iets wilde gaan doen met
waar mijn hart echt ligt: de fokke-
rij.”
Dromen van Aken
Het duurde wel even voordat Cree-
mers daar helemaal uit was. “Mijn
vader reed en fokte vroeger al en ik
ging altijd met hem mee. Zelf had
ik ook een pony, maar daar ben ik
niet mee doorgegaan. Al mijn
vriendjes gingen voetballen, dus ja,
dat wilde ik ook. Ik ging naar het
CIOS, daarna deed ik de havo en
toen dus die andere opleiding. On-
dertussen ging ik nog wel vaak mee
naar keuringen. Mijn vader fokte
maar één veulen per jaar, maar was
wel heel fanatiek in het uitpluizen
van lijnen enzo en dat vond ik ook
geweldig. De hele fokkerij, iedere
keer een beter paard proberen te
fokken, en alles eromheen zoals de
spanning van de veiling, dat vond
en vind ik nog steeds helemaal ge-
weldig. Het hoogste sportniveau is
daarbij het doel. Een zelfgefokt
paard dat meeloopt in Aken, dat is
toch wel mijn ultieme droom.”
Om die droom te realiseren kocht
Creemers op negentienjarige leef-
tijd zijn eerste fokmerrie, een Hol-
steiner. “Dat deed ik samen met
mijn broertje Daan. Mijn vader pro-
beerde nog wel om dat tegen te
houden, want we hadden natuurlijk
niet veel geld, studeerden nog.
Maar ik liet me niet tegenhouden.
Ik had een baantje bij de Hubo,
maar bedacht dat ik beter iets in de
paarden kon gaan doen. Ik kwam
terecht bij Marc Weckx en Wendy
Warnar van WW Stables omdat ik
onder de indruk was van hun veu-
lens. Echt goede veulens die ze ook
goed verkochten via de veilingen.
Voor mijn gevoel liepen ze telkens
net wat voor op de rest, dus ik belde
en vroeg of ik veulens mocht
komen kijken. Ze vroegen later of
ik niet wilde komen helpen op vrije
dagen en in de vakanties en dat heb
ik gedaan. Daar ben ik veel wijzer
geworden.”
Embryoruil
Eén van de merries van WW Sta-
bles kwam uit de Roosakker-lijn.
“Echt een topstam natuurlijk, waar-
mee zij hun fokkerij naar een hoger
niveau wilden brengen. En dat
wilde ik ook! Ik vond: als we fok-
ken, moeten de merries waar je mee
begint heel erg goed zijn. Dus ik
kocht ook een Roosakker-merrie.”
Uit deze Orange van ’t Roosakker
(Vigo d’Arsouilles x Echo van ’t
Spieveld x Carthago) fokte Cree-
mers inmiddels een aantal veulens,
die hij deels verkocht via veilingen.
“Eén via Flanders Foal Auction,
één via de Limburgse veulenvei-
ling, eentje ging naar de Prinsjes-
dagveiling en de vierde naar Zan-
gersheide. Eén embryo liet ik plaat-
sen en vervolgens, toen ik wist dat
het een merrie zou worden, ruilde
ik het met een embryo uit de Sitte-
lijn. Een Cornet Obolensky maal
Kannan maal Calvaro. De moeder
is de 1,60 m.-merrie Rivella Sitte.
Ik wilde graag een merrie uit een
andere goede stam en zo’n merrie
is vaak niet te koop of heel duur,
ook als veulen. Door een embryo te
ruilen heb ik er straks hopelijk een
goede stammerrie bij en hetzelfde
geldt voor de fokker waarmee ik
ruilde.” Het embryo is inmiddels
een jaarlingmerrie. “Het kost tijd,
maar zo probeer ik een basis te leg-
gen met verschillende interessante
stammetjes.”
Niet te koop
Eén van de ‘paradepaardjes’ van
Creemers’ fokkerij-in-opbouw is de
merrie Carrière (Catoki x Con-
tango). “Zij heeft 1,60 gesprongen
met Daniel Deusser en haar volle
zus is de 1,60 m.-merrie Contanga
3, die onder andere door Alberto
Zorzi en Athina Onassis gereden is.
“Best wel een topmerrie dus, eentje
die je niet zomaar kunt kopen. Er is
heel wat speurwerk aan vooraf ge-
gaan en vaak loopt het op niks uit.
Deze merrie werd me min of meer
gegund, ook omdat de eigenaar het
leuk vond om een jonge fokker op
weg te helpen. Hij deed dat wel
onder voorwaarde dat hij een em-
bryo uit de merrie zou krijgen. Dit
jaar krijgt ze haar eerste veulen. Ze
hebben me al veel geld geboden
voor haar, maar ik verkoop haar
niet. Ten eerste omdat ik het niet
kan maken tegenover degene die
haar aan mij verkocht, maar vooral
ook vanwege mijn fokkershart. Op
zo’n merrie moet je zuinig zijn!”
Sportprestaties zijn voor Creemers
heel belangrijk in de fokkerij.
“Zeker de instelling wordt vaak
doorgegeven en dat vind ik één
van de belangrijkste dingen voor
een springpaard: dat ze erover
heen willen. Als meer paarden uit
een stam bewezen hebben dat ze
erover kunnen en willen dan zie je
dat ook bij de volgende generatie,
daar geloof ik heilig in. Zaken als
vermogen, reflexen en techniek
kun je toevoegen door goed na te
denken over je hengstenkeuze.”
Keuringen bieden volgens Cree-
mers absoluut extra informatie.
“Maar ik snap het ook als mensen
het niet doen, en de nadruk leggen
op de sport. Wat mij betreft zou het
goed zijn als prestaties in de moe-
derlijn ook meegeteld zouden wor-
den in de beoordeling op een
keuring. Dat zou bijvoorbeeld een
extra puntje kunnen opleveren,
juist omdat die genetische infor-
matie zoveel zegt.”
De bloedlijnen, fokkerij-visie en re-
gistraties verraden de Belgische in-
vloeden bij de Nederlandse fokker.
Toch is Creemers volgens eigen
zeggen Nederlander in hart en nie-
ren. “We wonen dicht bij de Belgi-
sche grens en omdat ik bij
Zangersheide werkte was het han-
dig om mijn veulens daar te regi-
streren. Maar tijdens het EK
Voetbal ben ik toch echt voor
Oranje hoor! Als Nederlander wil
ik dan ook heel graag helpen om
het KWPN bovenaan de ranglijsten
te houden. Het is ook niet zwart-
wit; we zijn hier gek van bepaalde
Belgische stammen, maar in België
gebruiken ze ook Nederlandse
bloedlijnen. Ik vind het absoluut
leuk, interessant en een uitdaging
om het KWPN-paard groot te
maken.” Het delen van kennis en
meningen vindt Creemers een van
de pluspunten van zijn nieuwe
functie. “Ik wil graag mijn mening
over de fokkerij delen met andere
fokkers. Het is waar ik zelf het
meest mee bezig ben, dus wat is er
dan leuker?”
Frisse blik
Hoe zijn nieuwe functie bij het
KWPN er straks precies uitziet
weet Creemers nog niet. “Ik ver-
wacht dat ik in eerste instantie mee
ga lopen, zodat ik de organisatie en
zij mij ook, beter kan leren kennen.
Ik denk dat de combinatie tussen de
wat oudere generatie en mijzelf wel
goed is. Iemand als Cor Loeffen
weet zo veel over de Nederlandse
stammen… Als hij een paard ziet,
weet hij te vertellen dat bepaalde
eigenschappen vier generaties gele-
den ook al zichtbaar waren in een
merrie. Dat is heel waardevolle in-
formatie, die ik gewoon niet heb
omdat ik toen nog niet geboren
was. Zelf kan ik misschien zorgen
voor wat nieuwe inbreng, een frisse
blik. Die combinatie van het oude
paardenverstand met een beetje
nieuwe inbreng, dat lijkt me een
heel goeie.”
‘Een beetje nieuwe inbreng bij het oude paardenverstand’
Toekomstige KWPN-inspecteur Stan Creemers over zijn nieuwe rol
OSPEL – Ambitie en doorzettingsvermogen, die twee eigenschap-
pen blijven hangen na een gesprek met de nieuwe KWPN-inspec-
teur in spé Stan Creemers. Althans, als het gaat om de fokkerij.
De 27-jarige fokker, die de afgelopen twee jaar ervaring opdeed
bij Zangersheide, gaat voor het hoogst haalbare en heeft genoeg
chauvinisme om graag een bijdrage te leveren aan het succes van
het Nederlandse sportpaard.
Stan Creemers: “Wat mij betreft zou het goed zijn als prestaties in de moederlijn ook meegeteld zouden worden in de be-
oordeling op een keuring.” FOTO’S LUC VAN MOORSEL
De nieuwe KWPN-inspecteur in spé, Stan Creemers, deed veel ervaring op bij
Veulenveiling Limburg, waar hij drie jaar stage liep.
Dressuurfokkerij
Het is nog een beetje wennen, maar dankzij vriendin Milou Custers houdt Stan
Creemers zich tegenwoordig ook bezig met de dressuurfokkerij. “Voor mij een
nieuwe wereld, maar ik vind het leuk om me daarin te verdiepen. Als fokmerrie
hebben we een Vitalis keer De Niro uit een Duitse stam waar onder andere Da-
blino FRH, het Grand Prix-paard van Klaus Balkenhol, uitkomt. Uit haar hebben
we nu één veulen van Totilas. Daarnaast hebben we nog twee dressuurpaarden
die Milou gaat opleiden. Eens ondervinden hoe dat gaat!”
woensdag 16 juni 2021 | 13INTERVIEW