Pagina 11 van: Paardenkrant 28-2022

door Mirjam Hommes
Minister van der Wal publiceerde
op 10 juni een Kamerbrief over
de terugdringing van de stikstof
uitstoot en de verbetering van de
natuurkwaliteit. Daarin presen
teerde ze een ‘integrale, gebieds
gerichte aanpak’ die niet alleen de
directe stikstofproblemen onder
handen wil nemen, maar ook al
vooruitloopt op maatregelen die
komende herfst genomen moeten
worden. Dan moeten er namelijk
óók plannen liggen om de klimaat
problematiek aan te pakken én de
problemen met de waterkwaliteit.
Bij al deze problemen spelen deels
dezelfde stikstofverbindingen een
rol. Ammoniak is bijvoorbeeld een
krachtig broeikasgas. En ook fijn
stof, een probleem voor de volks
gezondheid, heeft een relatie met
stikstof.
Integrale aanpak
Omdat bij al deze problemen deels
dezelfde stikstofverbindingen een
rol spelen, dacht de minister een
slag te slaan door de zaken geïnte
greerd aan te pakken. De communi
catie hierover liet helaas ernstig te
wensen over. Met name het indica
tief bedoelde kaartje met ‘richting
gevende stikstofdoelen en reduc
tiepercentages’ joeg vele boeren de
stuipen op het lijf. Minister van der
Wal: “De pijnlijke constatering is
dat niet alle agrariërs door kunnen
met hun onderneming. Zeker niet
in alle gebieden. En niet elke boer
kan door op de manier waarop hij
of zij al jaren gewend is om te wer
ken. Niet alles kan overal en het
kan niet meer zoals het altijd ging.”
Grijze en groene stikstof
‘Stikstof’ is in deze discussie een
verzamelnaam voor diverse stof
fen. Ammoniak is een chemische
verbinding tussen stikstof en wa
terstof, die vooral vrijkomt in de
(intensieve) veehouderij. Dit wordt
ook wel ‘groene stikstof’ genoemd.
Stikstofoxiden, verbindingen tus
sen stikstof en zuurstof, komen
vooral vrij bij het gebruik van fos
siele brandstoffen in de industrie,
het verkeer en de luchtvaart. Dit
wordt ook wel NOx of ‘grijze stik
stof’ genoemd. De uitstoot van die
grijze stikstof is al met bijna 75%
afgenomen in de laatste dertig jaar,
bijvoorbeeld dankzij katalysatoren
in auto’s. In 1991 zijn strengere re
gels voor mest ingevoerd en daar
mee daalde ook de uitstoot van
ammoniak. Maar vanaf ongeveer
2009 stagneerde deze ammoniak
reductie. De varkens en pluim
veesector zit qua aantallen dieren
al sinds 1995 op slot. Het gebrek
aan progressie is deels het gevolg
van het loslaten van het melkquo
tum. Daardoor kwam er weer meer
mest bij. Daarom is de landbouw
nu extra aan de beurt. Door schaal
vergroting van de bedrijven zijn de
dieren de afgelopen twintig jaar
anders over Nederland verspreid
geraakt. Zo zijn er nu veel meer
koeien in Friesland en zijn er grote
veebedrijven ontstaan in de Gel
derse Vallei en de Brabantse Peel.
Op arme zandgronden, vlakbij na
tuurgebieden die kwetsbaar zijn
voor stikstof. Dat is problematisch,
want veel van de depositie van am
moniak komt juist ‘in de buurt’ te
recht, aldus wetenschappers.
Provincies aan zet
De uitwerking van het verguisde
stikstofkaartje is een taak voor de
provincies. Die zitten er nogal mee
in hun maag, zo bleek de afgelo
pen week. Ze weten bijvoorbeeld
nog niet hoeveel geld ze hebben
om veehouders die willen stop
pen uit te kopen. In de kamerbrief
staat bovendien dat de stikstofdoe
len per gebied nog kunnen worden
aangepast “aan de hand van nieuwe
inzichten”. Ook is de gekozen ge
biedsindeling niet in beton gegoten:
de provincies bepalen in overleg
hoe dat er precies uit komt te zien.
Verwarring alom dus. De Gelderse
gedeputeerde Drenth beschouwt
het kaartje daarom als “zo goed
als van tafel”, zei hij vorige week
tegen de NOS. Zijn provincie heeft
al laten weten een eigen koers te
varen. En in Limburg hadden tien
tallen agrariërs belangstelling voor
een uitkoopregeling. Daar moeten
ze zich uiterlijk in september voor
intekenen. Maar nu wachten ze al
lemaal af, in de hoop op wellicht
betere regelingen.
Stikstofuitstoot paardensec-
tor
Ammoniak ontstaat vooral als
vaste ontlasting en urine bij el
kaar komen. Als je per sector kijkt,
dan produceren de Nederlandse
koeienstallen de meeste ammo
niak; rundvee is verantwoordelijk
voor maar liefst 53 procent van de
groene stikstofuitstoot. De emissies
uit varkensstallen zijn de laatste
decennia met behulp van allerlei
technologische innovaties al flink
teruggedrongen tot ongeveer 16
procent van het totaal, vooral van
uit verouderde varkensstallen. De
paardensector is verantwoordelijk
voor zo’n 5 procent van de agrari
sche ammoniakuitstoot.
Natura 2000 en de KDW
Natura 2000gebieden zijn ooit ge
selecteerd met het oog op de biodi
versiteit en het herbergen van spe
cifieke soorten waarvan in Europa
is afgesproken dat ze niet verloren
mogen gaan. De acute aanleiding
voor de huidige crisis is de achter
uitgang van een deel van die Natura
2000gebieden. Stikstof heeft zich
daar over de jaren heen opgestapeld
en zorgt nu voor verzuring en ver
mesting van de bodems en vermin
dering van de biodiversiteit. Ad
viseur Ton Crasborn van Aelmans
Adviesgroep: “Als uitwerking van
Europees beleid heeft Nederland
de Natura 2000gebieden aange
wezen. Nederland is verplicht om
deze gebieden te beschermen. Die
bescherming is vastgelegd in de
Wet Natuurbescherming.” Of een
gebied stikstofdepositie goed kan
opvangen wordt door ecologen
uitgedrukt met de Kritische De
positie Waarde (KDW): boven die
waarde is verslechtering vanwege
stikstof niet uit te sluiten. Wanneer
de KDW bereikt is, kan er in zo’n
gebied niets meer: geen wegaanleg,
woningbouw of andere activiteiten
die stikstof uitstoten. In de Kamer
brief wordt de KDW als hét richt
snoer genoemd. De indicator staat
echter ter discussie, bij boeren én
bij stikstofexperts. Crasborn: “In
een aantal gevallen kun je zelfs alle
dieren, verkeer en industrie uit een
gebied verwijderen en nog steeds
niet onder die KDW komen. Dat
komt dan door stikstof uit het bui
tenland en door de zeer lage KDW
die voor zo’n gebied geldt.” Ook
stikstofprofessor Wim de Vries van
WUR is kritisch over de zeer gede
tailleerde gebiedsgerichte KDW’s
en pleitte in een webinar eerder dit
jaar voor meer regionale depositie
waardes.
Vergunning Natuurbescher-
mingswet
Adviseur Crasborn kan nog wei
nig zeggen over de uitwerking van
de stikstofplannen op de paarden
houderij. Hij raadt wel aan om te
controleren of een bedrijf aan de
al geldende stikstofwetgeving vol
doet. “Nadat de PAS (Programma
tische Aanpak Stikstof) is komen
te vervallen in 2019, zijn we te
ruggevallen op oudere wetgeving.
In de praktijk is dat de Natuur
beschermingswet. Wanneer u als
paardenhouder een oudere vergun
ning heeft, grofweg van vóór de
aanwijzing van de Habitatrichtlijn
gebieden in 2004 én u heeft geen
grote wijziging in de bedrijfsvoe
ring of het aantal gehouden die
ren gehad sindsdien, dan voldoet
u aan de huidige regelgeving. Als
u een vergunning van later datum
heeft, of wanneer u na 2004 nog
uitgebreid hebt, dan is de situatie
onzekerder. In alle gevallen is het
verstandig om met uw adviseur te
bekijken wat de stand van zaken
is.” Crasborn maakt wel een aante
kening: “Voor bedrijven die dicht
bij of in een Natura2000gebied
zitten, is er meer onzekerheid. Wat
telt is de specifieke situatie in dat
gebied. Ten eerste is dan de vraag
of het natuurgebied stikstofgevoe
lig is. Daarnaast is van belang wie
de grootste bron van ammoniak is.
Als u een paardenhouderij naast
een verouderd varkensbedrijf heeft,
is het minder waarschijnlijk dat uw
bedrijf als eerste bekeken zal wor
den. Tot nu toe ging het altijd over
stalemissies en werd niet zo geke
ken naar bijvoorbeeld de opfok van
dieren in een weiland. Het is bo
vendien onduidelijk hoeveel emis
sie er in een weiland vrijkomt. De
Raad van State heeft echter in een
uitspraak al aangegeven dat er voor
bemesten en beweiden mogelijk
een vergunningplicht kan bestaan.”
»Lees meer over stikstof en de gevolgen
voor paardenhouders deze week op
Horses.nl premium.
»LTO Paardenhouderij organiseert op 20
juli een webinar over dit onderwerp. Aan-
melden kan via de website van LTO.
ALGEMEEN woensdag 13 juli 2022 | 11
Natura 2000-gebieden knelpunt in stikstofbeleid
»Vervolg van voorpagina
DOETINCHEM – De stikstofaanpak van de landelijke over-
heid focust op Natura 2000-gebieden. Daarom breekt vooral
voor veehouderijen die op minder dan 1 km van dergelijke na-
tuurgebieden gevestigd zijn, een spannende tijd aan. Zeker als
het bedrijf in de buurt zit van stikstofgevoelige natuur, zoals de
heidegebieden van de Veluwe, de peelgebieden in Oost-Brabant,
de kalkrijke gronden in Zuid Limburg en de duinen. De exacte
uitwerking van het beleid zal per gebied plaatsvinden en wordt
gedaan door de provincies. Die uitwerking moet in juli 2023 af-
gerond zijn.
“Voor paardenbedrijven die dichtbij of in een Natura2000-gebied zitten, is er meer onzekerheid dan voor anderen”, aldus
adviseur Ton Crasborn. Het is van belang of het natuurgebied stikstofgevoelig is en wie de grootste bron van ammoniak is.
FOTO’S WWW.ARND.NL
Tot nu toe ging het altijd over stalemissies en werd niet zo gekeken naar bij-
voorbeeld de opfok van dieren in een weiland. Het is bovendien onduidelijk
hoeveel emissie er in een weiland vrijkomt.
Ammoniakemissie uit de landbouw in 2020. Bron: EmissieRegistratie
miljoen kg aandeel, %
ammoniak
Dierlijke mest Rundvee 59.9 53%
Varkens 18.1 16%
Pluimvee 12.3 11%
Paarden en pony’s 5.1 5%
Geiten 2.7 2%
Overig 0.8 1%
Kunstmest 9.9 9%
Compost en zuiveringsslib 0.7 1%
Gewassen en gewasresten 4.1 4%
Totaal 113.4 100%