Pagina 13 van: Paardenkrant 29 – 2021

door Bettine van Harselaar
Dat Go Legend het zo ver zou
schoppen had de familie Van Baa-
len toen hij jong was nooit gedacht.
“Hij was altijd al leuk, lief en heel
mooi, maar als jong paard was het
geen hoogvlieger. Geen paard voor
de Pavo Cup.” Het besef dat het
tóch wel een heel speciale kon wor-
den kwam pas toen ‘Gootje’ vijf of
zes jaar oud was. “Zijn gangen wer-
den expressiever, hij kreeg meer
lossigheid in zijn lijf en zijn werk-
willige karakter viel steeds meer
op. Dat stukje karakter komt nu nog
steeds meer naar me toe. In de ring
doet hij er graag een schepje bo-
venop, dat is heel fijn”, vertelt Mar-
lies van Baalen.
De tijd geven
Haar schoonvader Jan de Vries, van
huis uit geen paardenman, fokte Go
Legend. Toen zijn dochters gingen
rijden en hij ook plezier in de paar-
den kreeg, verdiepte hij zich in de
fokkerij en kocht de merrie Litchy
(v. Ferro), die ook tekent voor het
moederschap van de KWPN-hengst
Painted Black. “Als hij iets doet,
doet hij het goed”, lacht Marlies.
“In één van de eerste jaren dat To-
tilas ter dekking was, heeft hij daar
gebruik van gemaakt.”
Als jong paard werd er wel eens
over het verkopen van Go Legend
gedacht, maar de beide families be-
sloten hem de tijd te geven. “We
hebben wel vaker meegemaakt dat
paarden op jonge leeftijd nog niet
heel erg opvallen, maar dat later
wel doen. Toch hebben we nooit in
het achterhoofd gehad dat dit ervan
zou kunnen komen.”
Go Legend werd op Dressuurstal
van Baalen rustig opgeleid door Li-
sanne der Nederlanden en Jos Ho-
gendoorn. Sinds zo’n vier jaar, na
de geboorte van haar dochter Fe-
line, rijdt Marlies de ruin zelf. In-
middels is hij uitgegroeid tot haar
nummer één paard en heeft ze een
heel bijzondere band met hem. “Hij
staat heel dicht bij ons huis, ’s och-
tends zie ik hem als eerste. Hij kijkt
altijd naar buiten door zijn luik en
houdt alles in de gaten. En als hij
me ziet, krijg ik altijd een hinnik.”
Veel wedstrijdkilometers
Met Go Legend heeft Van Baalen
nog niet heel veel Grand Prix-proe-
ven gereden, maar ze hebben
samen wel al veel wedstrijdkilome-
ters in de benen. “Toen Ben
Johnson net Grand Prix liep, nam ik
vaak Go Legend als tweede paard
mee op internationale wedstrijd,
toen in de Lichte Tour. Daar ben ik
achteraf heel blij mee, daardoor
hebben we elkaar al goed leren ken-
nen. Zo weet ik goed wat hij op
wedstrijd spannend vindt, hoe hij
zich op een vreemde stal gedraagt
en dat soort dingen. In de Lichte
Tour liep hij goed, maar haalde
geen mega scores. Hij is in het kiel-
zog van Ben opgegroeid en komt
nu pas echt tot bloei.”
Athene
Toen Marlies van Baalen als 23-ja-
rige naar Athene mocht, kwam ze
net uit haar periode bij de jeugd,
met als laatste de young riders. De
U25 bestond toen nog niet. “Dat is
echt een groot verschil met nu. Ik
had natuurlijk wel bij de jeugd veel
teamervaring en veel mooie dingen
beleefd en medailles gehaald. Maar
toch was het bij de senioren een
heel nieuwe wereld. Je denkt op die
leeftijd dat je best veel hebt gedaan,
maar toch was het bij de senioren
en de Olympische Spelen wel heel
erg in het diepe. En Idocus was een
hengst, en ik heb hem pas op latere
leeftijd te rijden gekregen, ik kende
hem niet zo goed als ik nu bijvoor-
beeld Go Legend ken. Hij was heel
sensibel. Nu met Go Legend sta ik
er heel anders in, ook door alle er-
varingen die ik inmiddels heb op-
gedaan.”
Zeventien jaar later
In die zeventien jaar tussen Athene
en nu heeft Van Baalen veel goede
paarden gehad, maar redde het niet
tot de definitieve selectie van een
seniorenteam. “Ik heb altijd ge-
hoopt dat het nog een keer zou luk-
ken. In de tussentijd heb ik veel
Grand Prix-paarden gehad, in de
kaders gezeten, vaak op de longlist
gestaan, maar voor het team was
het niet goed genoeg. Wel heb ik
vier Wereldbekerfinales gereden en
zijn we reserve geweest voor het
EK in Rotterdam. Met al die paar-
den heb ik wel megaveel ervaring
opgedaan. Ook zie je nu weer hoe
gek het kan lopen in de aanloop
naar een groot kampioenschap.
Datgene waar we zelf invloed op
hebben, dat hebben we geprobeerd
in de hand te houden, maar dan nog
moet je het geluk hebben dat alles
lukt en klopt.”
Steun en toeverlaat
Naast haar groom is ook moeder
Coby, die zelf in 2000 met Ferro de
Olympische Spelen reed in Sydney,
mee naar Tokio. “Het zijn ook haar
zweetdruppels die in onze bak lig-
gen, we hebben samen gewerkt
naar dit resultaat. Ze verdient het
om mee te gaan. Ook na het over-
lijden van mijn vader is dit zowel
een goede afleiding, alsook een
mooie kers op de taart.”
Coby heeft volgens Marlies een
groot aandeel in haar selectie: “Ze
is mijn klankbord, mijn steun en
toeverlaat. We doen heel veel
samen: het bedrijf, maar ook het
technisch rijden, het hele manage-
ment. Natuurlijk moet ik het rijden
uiteindelijk zelf doen, en ook mijn
eigen weg bewandelen, maar ze
helpt mij hier wel enorm in.”
Zware, maar mooie tijd
Niet alleen haar moeder, maar ook
haar op 11 juni overleden vader
Arie heeft een groot aandeel in het
succes van Marlies. Arie van Baa-
len overleed na een kort ziekbed af-
gelopen juni, tussen het NK
Dressuur en CHIO Rotterdam in,
wat voor een hevige emotionele
rollercoaster bij de familie Van
Baalen zorgde. “Binnen vijf weken
na de slechte diagnose overleed hij.
We hebben tijdens zijn ziekbed als
familie veel gepraat en diverse sce-
nario’s doorgenomen. Ook of we
aan het selectietraject voor Tokio
deel wilden nemen in deze lastige
tijd. In eerste instantie hadden we
het idee dat hij er met de Olympi-
sche Spelen nog wel zou zijn. Mijn
vader wilde heel graag dat ik ervoor
zou gaan en ook van de rest van de
familie kreeg ik de bevestiging dat
ze daar achter stonden. Het is een
zware tijd geweest, maar ook heel
mooi. Ik kijk er met een goed ge-
voel op terug.”
Oog van het bedrijf
Vroeger ging Arie vaak mee naar
wedstrijden en kadertrainingen en
hij volgde alle jeugd-EK’s vanaf de
kant. “Die EK’s waren de vakanties
van mijn ouders, verder gingen ze
nooit weg. En hij was altijd het
vaste baken thuis. De laatste jaren
had hij al een hart- en herseninfarct
gehad, maar hij deed wat hij nog
kon. Hij was de laatste jaren het in-
looppunt, had altijd voor iedereen
een kop koffie en wat te eten klaar,
hoe vroeg of laat je ook binnen-
kwam. Hij was nog steeds het oog
van het bedrijf, hij wist altijd alles.
Van wie er allemaal waren geweest,
tot alle merries die op veulenen
stonden, wanneer er hooi gebracht
moest worden en noem maar op.
Hij was de onzichtbare, maar on-
misbare factor.” Nu Marlies en
Coby veel van huis zijn met alle
wedstrijden en de Olympische Spe-
len, zorgt Mara de Vries ervoor dat
op stal alles doordraait. “Dat gaat ge-
weldig, daar ben ik heel trots op en
dankbaar voor. Samen met onze hele
staf zorgt zij ervoor dat wij ons vol-
ledig kunnen focussen op de sport.”
Marlies van Baalen beleeft rollercoaster-jaar
‘Altijd gehoopt dat het nog een keer zou lukken om in het team te komen’
Piepjong was Marlies van Baa-
len, toen ze als 23-jarige aan
haar eerste Olympische Spelen
deelnam. Met de hengst Idocus
reed ze in 2004 in Athene. Nu,
zeventien jaar later, is het weer
zo ver: met de door haar
schoonouders gefokte Go Le-
gend (v. Totilas) neemt de Bra-
kelse amazone deel aan haar
tweede Olympische Spelen.
Een veelbewogen jaar met
hoge pieken en diepe dalen
ging daar aan vooraf. Ze reed
zich naar de top met Go Le-
gend, maar verloor ook kort
geleden haar vader, Arie van
Baalen.
Go Legend, hier als veulentje in de wei, werd gefokt door de schoonvader van
Marlies van Baalen: Jan de Vries.
“Zijn werkwillige
karakter komt
steeds meer
naar me toe. In
de ring doet hij
er graag een
schepje bo-
venop, dat is
heel fijn”, vertelt
Marlies van Baa-
len over Go Le-
gend (v. Totilas).
FOTO WWW.ARND.NL
woensdag 21 juli 2021 | 3OLYMPISCHE SPELEN