Pagina 19 van: Paardenkrant 29 – 2021
door Bettine van Harselaar
D
e Nederlandse paradressuur had op weg naar de Para-
lympische Spelen in Tokio drie observatiemomenten,
die vanwege mogelijke reisbeperkingen omtrent het co-
ronavirus allemaal in Nederland plaatsvonden. “Zo had-
den we de grootst mogelijke kans dat ze alle drie zo
optimaal mogelijk door konden gaan. Normaal eindigen
we met het Nederlands Kampioenschap in Ermelo. Dat was nu de
eerste wedstrijd, gevolgd door de internationale wedstrijd in Kro-
nenberg en een nationale wedstrijd in Schijndel. In het team komen
vier ruiters en om als team te kunnen deelnemen, moet er in de ploeg
minimaal één iemand uit Grade I, II of III zitten. Daarnaast geldt er
een maximum van twee ruiters per Grade. Dat is ieder kampioen-
schap weer een puzzel.”
Geen streepresultaat
Op de vorige Paralympische Spelen konden de beste drie landen van
de wereld een extra startplek verdienen, een vijfde ticket. Heuitink:
“Dat hadden wij in Rio de Janeiro voor het eerst. Daarna is dit format
afgeschaft. Alle vier de teamleden rijden de Individuele proef. Dat
is onze eerste wedstrijd, waarin het direct om de individuele medail-
les gaat. Daarna zal ik de harde keuze moeten maken welke drie rui-
ters starten in de Landenwedstrijd. We hebben dus, net als met het
olympische team, voor het eerst geen wegstreepresultaat. Dat is na-
tuurlijk best een dingetje, want mocht het team een medaille pakken,
dan krijgt onze vierde ruiter die dus niet. Persoonlijk vind ik dat echt
niks, want we hebben een vierde man die zelf ook goed genoeg is
om een tellende teamscore neer te zetten. We hebben er al wel een
aantal keren over gesproken, dus de ruiters weten dat de boodschap
over het niet rijden van de teamwedstrijd een keer kan komen. Ik be-
grijp dat die teleurstelling dan vreselijk groot zal zijn. Bij mij leeft
die teleurstelling zeker niet minder.” Na de teamwedstrijd wordt tot
slot nog de Kür op muziek verreden. Daarin kunnen wel weer alle
vier de ruiters starten, mits ze in de Individuele proef bij de eerste
acht in hun Grade zitten.
Vloeiende aanloop
De aanloop naar Tokio verliep – ondanks het uitstellen van de Spelen
en alle andere restricties – best vloeiend, vindt Heuitink. “We heb-
ben, in tegenstelling tot de olympiërs, weinig wedstrijden gemist in
de winterperiode. Natuurlijk hebben wij ook te maken gehad met de
nationale lockdown. Alleen hebben wij in de winter nauwelijks in-
ternationale wedstrijden, zoals Wereldbekers. Gelukkig konden we
als topsporters in januari en februari aansluiten bij de nationale ka-
dervormingswedstrijden in Tolbert en De Meern. Daardoor kon ik
de ruiters al snel weer op de wedstrijden volgen. Daarna hebben we
vanaf april eigenlijk alle internationale wedstrijden kunnen rijden
die op het programma stonden. Met het uitstellen van de Spelen was
het natuurlijk de vraag of we alle kaderpaarden bij hun ruiters konden
houden. Dat is uiteindelijk gelukt, wat geruststelling gaf richting
2021.”
Nieuwe namen
Er kwamen voor Heuitink het afgelopen jaar enkele nieuwe namen op
de potentiële kandidatenlijst, maar wellicht ook enkele afvallers. “En-
kele nieuwkomers en combinaties hebben in 2021 net even die extra
vlieguren opgedaan ten opzichte van 2020, en hebben daardoor duide-
lijke stappen vooruitgezet. Op het uitvallen van Neel Schakel in Grade
IV vanwege een blessure na, heb ik gelukkig verder geen nadelige ge-
volgen ondervonden van het verplaatsen van de Spelen. Ook in 2020
hebben we nog best wat kadertrainingen kunnen doen, en heb ik mijn
ruiters op hun eigen stal kunnen bezoeken. Als dat niet mogelijk was,
konden ze in een een-op-een setting ook altijd bij mij op stal terecht.
Brede top
Op de lijst met potentiële kandidaten voor een parateam – die erg lang
is – staan best wat oudere paarden. Hoe gaat Heuitink daarmee om?
“Ik ben blij dat ik een ruime keuze heb, de top is breed geworden de
afgelopen jaren. Inderdaad heb ik wat oudere paarden in deze kaders
zitten. Gelukkig zijn dit ‘rotten in het vak’ met stuk voor stuk veel er-
varing. Ze hebben de afgelopen jaren laten zien fit te blijven op het
niveau waarop ze nu acteren. Diverse paarden hebben wedstrijderva-
ring op de hogere niveaus, tot en met Lichte Tour of Intermédiaire II
aan toe. De proeven die ze momenteel lopen, zijn een aanmerkelijk
minder pittige belasting voor ze. Mijn ruiters hebben allemaal een goed
management rond hun eigen paard in samenspraak met onze teamve-
terinair Wim van Dijk. Daarnaast hebben we veel combinaties met
veel ervaring in het rijden van grote wedstrijden of kampioenschappen.
Voor de nieuwe garde geldt dat uiteraard minder, maar zij hebben dit
seizoen juist ook laten zien om er op de belangrijke momenten iedere
proef weer te staan. En dat getuigt voor mij van stressbestendigheid,
nuchterheid of het weten te pieken op het juiste moment.”
Geen underdog
Naast het winnen van een teammedaille, hoopt Heuitink met haar
ruiters in Tokio ook nog enkele individuele medailles te behalen.
“Als regerend Europees en Wereldkampioenen is er wel een bepaalde
verwachting, ik kan moeilijk zeggen dat we dit kampioenschap als
underdog ingaan. Als ik dat wel zou zeggen, vind ik dat ik tenietdoe
aan de kwaliteit die we in Nederland hebben rondrijden.”
De paralympische dressuurploeg reist in augustus af naar Tokio. Eind
juli staat er voor het team nog een bijeenkomst gepland. “Dan komen
we bij elkaar met de vier die naar Tokio afreizen en de staf. Daarnaast
hebben we natuurlijk de quarantaineperiode in Aken, waar we de
paarden een aantal malen samen nog zullen werken. Vanwege corona
en alle testen die we van tevoren nog moeten doen, wil ik het risico
op mogelijke besmetting of een positieve test zoveel mogelijk be-
perken. Er staan dus geen gekke dingen verder op de planning en we
houden ons aan minimaal anderhalve meter.”
Joyce Heuitink gaat voor een teammedaille
Bondscoach para –
dressuur Joyce
Heuitink heeft
weinig nadelige
gevolgen onder-
vonden van het
verplaatsen van
de Spelen. “En-
kele nieuwko-
mers en
combinaties heb-
ben in 2021 net
even die extra
vlieguren opge-
daan ten opzichte
van 2020, en
hebben daardoor
duidelijke stap-
pen vooruitge-
zet.” FOTO
WWW.ARND.NL
Als regerend Wereld- en Europees
kampioen heeft Nederland zich in de
paradressuur automatisch met een
team gekwalificeerd voor de Para-
lympische Spelen in Tokio. Dat bete-
kent ook dat de verwachtingen
hooggespannen zijn. “We gaan voor
het winnen van een teammedaille”,
stelt bondscoach Joyce Heuitink.
“Uiteraard moet het daar allemaal
nog maar wel gebeuren. Want
omdat er geen wegstreepresultaat is,
kunnen er zomaar verrassingen
komen in de teamwedstrijd.” Ook
het paralympisch format is dus an-
ders dan voorheen. Heuitink legt uit
hoe haar teamselectie tot stand
kwam en welke moeilijke keuze haar
in Tokio nog te wachten staat.
woensdag 21 juli 2021 | 9OLYMPISCHE SPELEN