Pagina 20 van: Paardenkrant 29 – 2021

door Jacquelien van Tartwijk
Ermindo leidde in Rotterdam mede
het Zweedse team naar zilver. Fok-
ker Kees de Wit was blij verrast
toen hij dat een dag later te horen
kreeg toen hij met zijn dochter
Linda mee was naar de KWPN-
keuring in Panningen. Daar werd
zij gehuldigd als eigenaar van een
prestatiemerrie, maar dan wel in de
dressuurrichting. Kees de Wit koos
voor de springrichting: “In de dres-
suur ben je altijd afhankelijk van
wat een jury vindt. Ik zie ze liever
over de palen vliegen. Dat is veel
eerlijker, want iedereen kan het
zien als er een fout gemaakt
wordt.”
Nadat De Wit was gestopt met zijn
melkveebedrijf in 2003 ging hij op
zoek naar een interessante fokmer-
rie. “Een neef van mij had de Paar-
denkrant en ik vroeg of ik eens een
paar exemplaren mocht lenen. Daar
stond een Voltaire-merrie te koop
in.” En De Wit ging kijken. “Er zat
gif in dat paard en dat sprak me
aan.” En zo verhuisde Laranka (mv.
Apple King xx x Amor), een telg
uit de Briolita-stam, eerst nog ge-
dekt en drachtig van Fedor, van
Noord-Holland naar Limburg.
Gouden tip
De gouden tip kwam van Henk Nij-
hof die naar het veulen kwam kij-
ken en het kocht. “Hij zei dat ik er
Carthago op moest zetten. Ik vond
dat vreemd, omdat hij die hengst
niet zelf op zijn station had. Maar
hij zei dat die op Laranka paste.”
Vijf keer werd ze met succes aan-
gepaard met Carthago. Dat leverde
onder meer het 1,50 m.-paard Ca-
fino Z op en drie topmerries: de
preferente Caranka-W Z, Caranka
II W Z en de elite-prestatie sport-
merrie Chiara W Z, de grootmoeder
van Ermindo. “Die merrie had ik
nooit moeten verkopen. Zij heeft
twee nakomelingen gekregen en
daar is ze prestatie op geworden.”
De trots van de fokker is Chiara’s
dochter: de Grand Prix-springmer-
rie Zycalin W (v. Berlin). De andere
is de elite-sportmerrie Aziza-W (v.
Carinjo), als vijfjarige deelnemer
aan het WK voor Jonge Springpaar-
den in Lanaken en de moeder van
Ermindo. Zij is verkocht aan Ber-
tram Allen. Op een wedstrijd in
Duitsland brak ze echter haar been.
“In de kliniek hebben ze haar weer
op de been gekregen en is ze als
fokmerrie naar Ierland gegaan”,
weet Kees.
Luxe veulen
Ermindo was volgens de fokker een
heel mooi rank en luxe veulen.
“Omdat het een hengst was, is hij
naar de Limburgse Veulenveiling
gegaan.” Daar werd hij verkocht.
Ermindo bleek talent te hebben en
schitterde als vierjarige in de Hen-
drix Cup. “Voor de finale stond hij
er zo goed voor dat hij al won door
rond te gaan. Maar de ruiter liet
hem een fout maken op het voorter-
rein en toen wist ik al: dat gaat mis
en zo was het ook. Als je dat doet
met paarden uit deze stam, dan ben
je weg.” Ermindo werd verkocht
aan John Steeghs en daar werd hij
ontdekt door de gebroeders Schrö-
der, waarna hij in 2015 op de Talent
Sale op Jumping Amsterdam werd
geveild voor 170.00 euro en naar
Zweden vertrok.
Blijvertje
Zelf heeft De Wit nu nog een Car-
thago-merrie: de vijftienjarige Ca-
ranka-W Z die drachtig is van
Quidam de Revel. In de wei komt
de merrie in galop naar hem toe als
hij rammelt met een bakje met
brokjes. “Ik denk dat Caranka hier
wel haar hele leven zal blijven. Als
je de maat iets in de gaten houdt,
kun je alle hengsten gebruiken en
krijg je altijd een prima spring-
paard”, vertelt hij. Caranka’s doch-
ter Cornette WZ (v. Cornet
Obolensky), die op 1,40 m. heeft
gelopen, loopt een wei verderop.
Zij heeft dit jaar een veulen van
Tangelo van de Zuuthoeve en is
weer drachtig van New Pleasure.
Dochter Diaranka WZ (v. Diarado)
kreeg een veulen van Epleaser van
‘t Heike.
Caranka’s oudste dochter is de eli-
temerrie Carinee W Z (v. Caretano),
de Limburgse kampioensmerrie
van 2012 en inmiddels voor de
sport verkocht. “Die hebben we
destijds gedekt bij Quickly de
Kreisker en daar zijn met een spoe-
ling drie embryo’s uit gehaald. Die
zijn alle drie hier geboren en zijn nu
vier jaar. Twee gaan er op concours
en een merrie is nu drachtig. Ca-
ranka II W Z heb ik van het voor-
jaar verkocht, want daar had ik ook
al twee nakomelingen uit. Ze is
naar Joey Alberti gegaan, die vier
paarden van ons rijdt en met haar
verder wil fokken.
Visie
Volgens Kees de Wit is het fokken
met paarden heel anders dan met
koeien. “Bij koeien hoef je alleen te
kijken of het kalf goed op de benen
is en met twee jaar kun je al melken
en weet je wat het opbrengt. Maar
paarden moeten zeker vijf of zes
zijn voordat je weet of ze het ho-
gere werk aankunnen.” En daar is
de visie van De Wit op gebaseerd:
“Je moet dan ten eerste bloed heb-
ben, vervolgens een correct funda-
ment met niet te grote en niet te
kleine voeten. Ze moeten vooral
naar voren willen. Daarbij zie ik
graag een mooi paard.”
Alle nakomelingen die uit de stam
van Laranka komen hebben vol-
gens de fokker dan ook veel bloed.
“Ik hoor dan van de ruiters: ‘Bij de
paarden die van De Wit komen
hoef je maar één ding te doen en dat
is terug houden, want die willen
vooruit’.”
De Wit hoopt nog vaker van zijn
nakomelingen in de grote sport te
horen, al blijft hij relativeren. Het
fokken van een Olympiadepaard is
volgens hem uiteindelijk meer
geluk dan wijsheid. “Er zouden
meer paarden op de Spelen kunnen
komen, als ze de juiste ruiter heb-
ben”, is zijn overtuiging. In elk
geval zal hij met belangstelling de
prestaties van zijn Ermindo W op
de Olympische Spelen op tv of via
livestream gaan volgen.
Ermindo geeft glans aan fokkersdoel
Paarden van fokker Kees de Wit hebben bloed en willen vooruit
“Het is een hele eer als je een paard hebt gefokt dat mee mag doen
aan de Olympische Spelen. Dan heb je bereikt wat je als fokker
graag zou willen”, vertelt Kees de Wit, die te boek staat als de
fokker van Ermindo W (v. Singapore). Deze hengst heeft zich
onder de Zweedse topruiter Rolf-Göran Bengtsson gekwalificeerd
voor de Olympische Spelen in Tokio.
Fokker Kees de Wit bij zijn Carthago-merrie Caranka-W Z, een volle zus van de grootmoeder van Ermindo. FOTO PAARDENKRANT / JAC-
QUELIEN VAN TARTWIJK
Ermindo W, gefokt door Kees de Wit, mag met zijn Zweedse ruiter Rolf-Göran Bengtsson mee naar de Olympische Spelen
in Tokio. FOTO WWW.ARND.NL
Rolf-Göran Bengtsson kan op Ermindo
vertrouwen
Ermindo W heeft de tijd gekregen op stal bij Rolf-Göran Bengtsson. Dat heeft
hem geen windeieren gelegd. De hengst, die zich overigens volledig op de sport
mag richten, groeide onder hem langzaam maar zeker door naar het hoogste
niveau. Nu is hij zelfs de eerste troef die mee mag met de topruiter naar de
Olympische Spelen.
Bengtsson ontdekte Ermindo net nadat hij als zevenjarige naar Zweden was ge-
gaan. Nu is hij samen met Rosmarie Johannsen voor de helft eigenaar. “Ik heb
hem altijd zelf gereden. Door hem niet meteen zo hoog te laten springen, heeft
hij vertrouwen gekregen. Hij is de laatste twee jaar veel meegegaan naar twee-
en driesterrenwedstrijden en is enorm gegroeid. Door de coronamaatregelen kon-
den we vorig jaar maar weinig wedstrijden rijden. We wonnen wel het Zweeds
kampioenschap en in juni heeft hij met de derde plaats in de Global Champions
League in Stockholm laten zien het hoogste niveau aan te kunnen. Hij heeft ver-
mogen en is goed voorzichtig. Daarnaast wordt de rijderij steeds beter en dat
geeft vertrouwen.”
In de Landenwedstrijd in Rotterdam droeg de combinatie een steentje bij aan
de tweede plaats, nu zijn de ogen gericht op Tokio. “Ermindo is nog niet zo er-
varen en ik ga natuurlijk wel als vierde man mee in een sterk team. Ik hoop er
een bijdrage aan het team te kunnen leveren en verder zien we wel, je weet
maar nooit.”
woensdag 21 juli 2021 | 10OLYMPISCHE SPELEN