Pagina 5 van: Paardenkrant 30 – 2021

in met gouden monsterscore
In het Britse team was Charlotte Dujardin degene die als laatste moest ‘leveren’ om
zilver veilig te stellen. Met die mentale druk kon de Iron Lady goed omgaan. “Daar
had ik geen last van. Ik reed gewoon naar binnen om m’n best te doen. Ik ben heel
blij met Pumpkin (de stalnaam van Gio, red.).”
vrijdag 30 juli 2021 | 5DRESSUUR
nog tot me doordringen. En door
deze medaille gaat dat nog wel even
duren. Het is pretty amazing om met
Charlotte en Carl in een team te zit-
ten. Een ongelooflijke ervaring!”
Over Everdale zegt Fry: “We hebben
zo’n intense band en kennen elkaar
zo goed. Het is een band van vertrou-
wen, omdat we allebei altijd het
beste willen geven.”
Vergeefse hoop
Met zoveel mondiale toename in
kwaliteit was het vergeefs hopen op
een medaille voor Nederland. Die
ambitie was nu in Tokio gewoon
GLOCK’s Total US – nog maar negen jaar jong – zette in Tokio onder Edward Gal
een reuzenstap voorwaarts. De zoon van Totilas liep een wereld-Spécial.
door Dirk Willem Rosie
Zoals in de klasse L een echt goed
gereden en goed voorgestelde Tin-
ker kan winnen van een peperduur
paard van een eliteveiling, zo kon-
den Gio en En Vogue de kar trek-
ken in het met brons beloonde
Britse team: het écht goede paard-
rijden werd beloond. Tegelijk levert
dit principe wel een conflict op met
het FEI-protocol. Daar staan name-
lijk echt dingen in die de kwaliteit
van het paard aangaan. Het pas-
lengteverschil, de verhevenheid, de
expressie, de lichtvoetigheid, de
kwaliteit van het paard moet óók
beloond worden. En je kunt trainen
tot je een ons weegt, maar bij een
goede opleider zal een goed paard
zich altijd beter ontwikkelen dan
een normaal paard.
Lichtvoetige Deense paarden
In dat licht bezien zijn er kantteke-
ningen te plaatsen bij de jurering in
Tokio. De lichtvoetige paarden in
het Deense team beantwoordden in
hoge mate aan de kwaliteitseisen
van het protocol. Vooral Blue Hors
Zack, die op zeventienjarige leeftijd
onder Nanna Skodborg Merrald de
proef van zijn leven liep (74,21%),
en Bohemian van Catherine Dufour
(77,72%) hadden nog wel wat extra
puntjes verdiend. Ook Buriel K.H.
kreeg onder zijn Zweedse amazone
Juliette Ramel te weinig punten op
basis van zijn eigen kwaliteit. En
mocht de enorme zwaarmoedigheid
van Salvino van de Amerikaanse
amazone Adrienne Lyle wel echt
76,109% opleveren?
Evenwicht
Met de kleine verschillen die er be-
staan in een brede wereldtop gaat
het bij dit soort afwegingen al gauw
om wél of geen medaille. De kunst
zal zijn om de trend van het waar-
deren van de goede rijderij in even-
wicht te houden met de paardeigen
aspecten van het protocol.
Beoordeling van jonge
paarden
Maar als je Olympische medailles
kunt winnen met best wel normale
paarden, moet de beoordeling van
jonge paarden dan niet op de
schop? Is het zinvol om te kijken
naar de natuurlijke eigenschappen
van het paard als goede ruiters die
zelf wel kunnen ontwikkelen, zelfs
richting een Olympische medaille?
Als paarden die op een WK geen
schijn van kans hadden gemaakt
teambrons winnen en spectaculaire
paarden de Spelen helemaal niet
halen? Misschien is het relativeren
van de waarde van jonge paarden-
kampioenschappen een goed begin
van deze discussie. En moeten dit
soort competities vooral gezien
worden als stimulans om jonge
paarden goed op te leiden.
Paardkwaliteit versus gereden-zijn: kanttekeningen bij jurering
TOKIO – De Olympische Spelen van Tokio leverden een nieuw
gezichtspunt op in de discussie over het jureren. Het was voor de
dressuursport goed nieuws dat betrekkelijk ‘normale’ paarden
als Gio (Apache x Tango, fokkers H. de Jong en Ad Valk) van
Charlotte Dujardin en En Vogue (Jazz x Contango, fokker A. van
de Goor) van Carl Hester op basis van hun gereden zijn zo hoog
konden scoren. De dressuursport is sportiever als de ruiter (in dit
verband zou je die eerder ‘opleider’ moeten noemen) de doorslag
geeft, niet de specifieke kwaliteit van het paard. Anders zou je im-
mers al bijna klaar zijn door een heel spectaculair paard aan te
schaffen.
Zoals in de klasse L een echt goed gereden en goed voorgestelde Tinker kan
winnen van een peperduur paard van een eliteveiling, zo konden Gio (v. Apache)
onder Charlotte Dujardin en En Vogue (foto, v. Jazz) onder Carl Hester de kar trek-
ken in het met brons beloonde Britse team: het écht goede paardrijden werd be-
loond. FOTO WWW.ARND.NL
niet realistisch, daar had Dinja van
Liere met Hermès geen verandering
in kunnen aanbrengen. GLOCK’s
Total US – nog maar negen jaar
jong – zette in Tokio een reuzenstap
voorwaarts. De zoon van Totilas
liep een wereld-Spécial, de score
zweefde lange tijd zelfs rond de
82%. Aan het eind van de proef kon
de hengst dat hoge niveau niet hele-
maal volhouden en kwam de score
uit op een toch nog zeer respecta-
bele 79,894%.
Tweede Spécial
“Dit was pas de tweede Spécial van
z’n leven”, zei Edward Gal toen hij
stralend de pers te woord stond.
“Dat is voor zo’n jong paard echt
heel moeilijk. Hij moet plotseling
andere lijnen lopen, de wissels
gaan andersom, je moet een keer
vanuit stap aanpiafferen. En na-
tuurlijk het verkeerd aanspringen
in galop vanuit de passage. Dat
doet hij normaal in de Grand Prix
altijd linksom en dat moest nu in
één keer rechtsom. Bij het losrijden
ging dat ook twee keer mis. Dat
zijn allemaal dingen die straks
beter moeten worden als de afstem-
ming fijner wordt.”
Naar behoren
GLOCK’s Dream Boy presteerde
met Hans Peter Minderhoud naar
behoren, maar niet op het piekni-
veau van het CHIO in Rotterdam.
“Daar was ‘ie nog net iets frisser en
klapte hij er nog net een beetje meer
overheen”, aldus Hans Peter. “Maar
na Rotterdam moest hij gelijk naar
Aken en daarna naar Tokio. En dat
met deze temperatuur, dus ik vind
het wel logisch. En het is een hengst
hè. Hartstikke braaf, maar telkens
een andere stal betekent gewoon dat
hij dan ook steeds wat energie ver-
liest. Daarom ben ik zo blij met
hem. Ik voelde dat ‘ie niet zo fris en
fruitig was als in Rotterdam, maar
ook dat hij z’n best voor me bleef
doen.”
Een tweede Total US
De realiteit leert ook dat in het hui-
dige krachtenveld een paard als
Dream Boy niet langer de rol van
tweede in het team kan spelen. Er is
een tweede paard van het kaliber
Total US nodig om in de buurt van
het podium te komen. En dan is
Dream Boy’s fraaie score van
76,155% voldoende voor een Olym-
pische medaille.
Olympische droom
Door het verlies van haar vader had
Marlies van Baalen een vreselijke
tijd in de aanloop naar de Spelen.
Toch was ze in staat om Tokio net zo
te zien als Athene, zeventien jaar ge-
leden: een droom die werkelijkheid
werd. Niettemin stond het derde lid
van Team Van Silfhout onder druk en
waren de prestaties in zowel de
Grand Prix als de Spécial teleurstel-
lend.
“Daarbij moet je wel meenemen dat
dit onze vierde internationale Grand
Prix-wedstrijd is”, aldus Marlies.
“Dus zou het ook wel wonderbaar-
lijk zijn om hier de beste proef ooit
te rijden. Ik ben heel blij met m’n
paard. Hij is nog maar tien jaar en
laat voor die leeftijd heel mooie on-
derdelen zien.”
“Je ziet hoe moeilijk het is. Om über-
haupt in een team te komen. Alles
moet maar in dat plaatje passen. En
als het dan twee keer in je leven mag
lukken, moet je daar gewoon heel
erg blij mee zijn.”