Pagina 7 van: Paardenkrant 31 – 2022

door Mirjam Hommes
De FEI wil valpartijen van paarden
in de cross zoveel mogelijk voor-
komen. En dan met name de rota-
tie-val, waarbij een paard ‘over de
kop’ gaat en daarbij soms op de rui-
ter terechtkomt. Merel Blom: “Als
alleen de ruiter valt is dat één ding,
die heeft de keuze om een cross
wel of niet te rijden. Maar vallende
paarden moeten we te allen tijde
voorkomen, daar is iedereen het
over eens.”
Inklapbare hindernissen
Vanaf 2002 worden ‘inklapbare’
hindernissen in de eventingsport
gebruikt. En sinds 2015 zijn er de
MIM-clips die hindernissen laten
‘breken’. Veel mensen denken dat
hierdoor de hoeveelheid valpar-
tijen is teruggebracht, maar dat
was nooit wetenschappelijk onder-
bouwd. Wel was al duidelijk dat het
aantal ongelukken toeneemt met
het niveau, bij een langer parcours
met meer hindernissen, als de ruiter
gevallen is op voorafgaande wed-
strijden en wanneer het dressuur-
onderdeel niet zo goed ging.
Data van 190.000 starts
De Engelse onderzoekers bekeken
nu welke cross-hindernissen het
hoogste risico op een val in zich
dragen. Ze verzamelden gegevens
van alle internationale eventing-
wedstrijden en de continentale,
Olympische en Wereldkampioen-
schappen tussen 2008 en 2018.
Deze enorme berg data – het ging
om 190.492 starts – werd in een
statistisch model gestopt. Bij 4,9%
van alle starts was er een val in de
cross. Er waren tien soorten hinder-
nissen met een hoger risico. Daar-
onder afsprongen in water (bijna
twee keer zoveel risico), combi-
naties en punthindernissen. Opval-
lend genoeg was er bij inklapbare
hindernissen ongeveer een kwart
meer risico op een valpartij. Ver-
plaatsbare hindernissen, een lan-
ding heuvelop en optionele omwe-
gen gaven juist een lager val-risico.
Vergelijken van risicofactoren
De studie onderzocht welke risico-
factoren meespeelden. Soms was
dat het soort hindernis, soms de
plaatsing van de hindernis in het
terrein (heuvel of water), soms de
locatie van een hindernis. Zo le-
verden hindernissen aan het einde
van de cross meer valpartijen op,
waarschijnlijk door vermoeidheid.
Ook werd het risico groter als er
meer hindernissen in totaal waren.
Combinatie-hindernissen bleken
risicovoller dan enkele hindernis-
sen. En bij een hindernis met lan-
ding heuvelafwaarts was het risico
groter, waarschijnlijk omdat het
lastiger is het paard te balanceren
op een afdaling.
Water en tijd van de dag
Blom: “Water verhoogt de moei-
lijkheidsgraad, dat weten we alle-
maal. Dus gaat het aantal vallen en
weigeringen bij waterhindernissen
omhoog. Bij een gewone afsprong
zie je vrijwel nooit een val, bij
een afsprong in water regelmatig.
Zeker met jonge paarden die nog
moeite hebben met de taxatie. Ze
kijken vaak te veel naar voren in
plaats van naar beneden. Op land
komen ze daar nog wel mee weg,
maar bij een afsprong in water remt
het water ook en blijven ze slech-
ter op de been. Als ruiter val je
dan sowieso en soms valt je paard
ook. Voor mij geen reden om alle
afsprongen in water te verbieden,
maar als organisatie moet je wel
kijken naar de omstandigheden. Zo
zijn er hindernissen waar altijd op
een bepaald tijdstip veel valpartijen
zijn door de lichtval.” Gert Boon-
zaaijer: “Onlangs in Aken nog:
daar hadden de eerste zeven com-
binaties last van de zonreflectie op
het water. En thuis weet ik dat je na
vier uur’ s middag niet meer uit een
bepaalde hoek de waterbak in kan.
Dat soort dingen moet je weten
als parcoursbouwer, ook vanuit
voorgaande jaren en vanuit ver-
schillende weersomstandigheden.
Je moet anticiperen. Maar als de
weersomstandigheden halverwege
de dag veranderen, heb je niet veel
mogelijkheden over.”
Aanrijdlijnen
Dat combinaties en puntjes lastig
zijn, is ook geen verrassing. Boon-
zaaijer: “De aanrijdroute van de
sprong is vaker niet optimaal bij
punthindernissen. Daarin zit ook
juist de moeilijkheid, je vraagt de
ruiter om een goede lijn te rijden
en soms komen ze te schuin of juist
te recht. Blom: “Het valrisico hangt
met zoveel factoren samen: het
aanrijden, de grondlijn, waar het is
in de cross…” Boonzaaijer: “Als je
alles safer maakt, gaan mensen ook
sneller rijden. Om dat te voorko-
men is de plaatsing van een hinder-
nis belangrijk. Je moet ruiters voor
een moeilijke lijn laten remmen
met bijvoorbeeld een wending.”
Verbetering is gaande
“Jammer dat de jaren na 2018 niet
in het onderzoek zitten” zegt Boon-
zaaijer. “De constructie, het ont-
werp en de scope van een hinder-
nis bepaalt veel. Als een hindernis
recht is aan de voorkant, moet het
paard sneller weg zijn met de voor-
benen, bij een afgeronde of afge-
schuinde voorkant heeft het paard
net wat meer tijd. Vooral die vorm
en constructie zijn flink aangepast
de laatste jaren. Ook zijn MIM-
clips steeds vaker verplicht. De
gele clip, die met een lagere snel-
heid al opent, is weer een positieve
verbetering. Ruiters zijn volgens
mij voorzichtiger op hindernissen
met MIM-clips omdat het strafpun-
ten oplevert als ze breken.” Blom is
het met hem eens: “Het onderzoek
constateert dat inklapbare hinder-
nissen meer valpartijen opleveren.
Maar dat komt volgens mij niet
omdat ruiters onzorgvuldiger aan-
rijden. Op brekende pennen krijg
je strafpunten en je zit er ook écht
niet op te wachten om voluit op
een tafel te botsen. Ik denk eerder
dat de clips zitten op hindernissen
die zwaarder zijn.” Boonzaaijer:
“Wanneer je straks de data van de
laatste vier jaar naast dit onderzoek
legt, zul je alweer veel verbetering
zien. Internationaal is het nu ook
verplicht om een grondlijn te ge-
bruiken, dat vind ik een goed idee.
Daarmee creëer je scope en een tij-
dige afzet.” De onderzoekers zelf
zien ook een positieve trend: “In
de laatste drie onderzochte jaren –
2016 tot en met 2018 – was de val-
kans wat afgenomen ten opzichte
van 2002 tot en met 2015.”
Nationaal veel te verbeteren
De twee vinden dat de zaken inter-
nationaal goed op orde zijn, maar
zeggen allebei dat er op nationale
wedstrijden nog veel te verbete-
ren valt. Boonzaaijer: “Het niveau
is bedroevend, zeker in de lagere
klassen. Deelnemers worden uit-
gebeld op een boomstam of haag
van dertig centimeter. Ruiters rij-
den slechte lijnen, waardoor ze op
een voor hun paard onduidelijke af-
stand bij de hindernis komen. Rui-
ters kunnen zelfs promoveren naar
het L zonder ooit een dressuurproef
te hebben gereden in de klasse B!
En dan is de kans op brokken alleen
maar groter. Wat betreft dierwelzijn
en veiligheid is dat zeker geen po-
sitief beeld naar buiten. Wat mij
betreft moeten ze verplichten dat
je de B mét dressuurproef rijdt om
promotiepunten te krijgen. Veel
mensen trainen bovendien weinig
en lopen de cross slecht, ze fietsen
maar een beetje rond.” Blom be-
licht de andere kant: “De kwaliteit
van de nationale wedstrijden laat
soms te wensen over. Er zijn veel
onderlinge verschillen. Natuurlijk
kun je niet overal een professioneel
team laten komen, ook kleinere
verenigingen moeten wedstrijden
kunnen organiseren. Maar als in-
ternationale ruiters, die veel cros-
sen rijden, aangeven dat er onwen-
selijke situaties zijn, staan niet alle
parcoursbouwers open voor een
gesprek. Dat wordt als bedreigend
ervaren. Ik ben tegen het argument
‘zo deden we het vroeger ook’.
Het blijft mensenwerk, dat snap ik,
soms valt iets zwaarder uit dan be-
doeld. Maar je moet wel de grote
lijnen in een cross bewaken. Wat
kan een paard goed taxeren, waar
kan je wat bouwen? Er is een groep
parcoursbouwers die moeite heeft
om zich in dat opzicht aan te pas-
sen aan deze tijd. We moeten blij-
ven evalueren. Waarom gebeuren
dingen op een hindernis en welke
lering moeten we daaruit trekken?
ALGEMEEN woensdag 3 augustus 2022 | 7
‘Vooral nationaal nog veel te winnen’
Merel Blom en Gert Boonzaaijer over veiligheid cross
DOETINCHEM – Engelse wetenschappers publiceerden on-
langs een studie naar welke crosshindernissen het meeste risico
opleveren. Afsprongen in water, puntjes en combinaties bleken
vaker tot valpartijen te leiden. Ook inklapbare hindernissen
hadden een hogere risicofactor. Eventingamazone Merel Blom
en parcoursbouwer Gert Boonzaaijer vertellen of ze verrast zijn
door de uitkomsten. Hoe kan de veiligheid van de cross verder
omhoog?
Zonreflectie in het water kan problemen opleveren. “Dat soort dingen moet je weten als parcoursbouwer, ook vanuit voor-
gaande jaren en vanuit verschillende weersomstandigheden”, aldus Gert Boonzaaijer. FOTO’S WWW.ARND.NL
Parcoursbouwer Gert Boonzaaijer: “Ruiters zijn volgens mij voorzichtiger op hin-
dernissen met MIM-clips omdat het strafpunten oplevert als ze breken.”
Blom: ‘Vallende paarden moeten we te allen
tijde voorkomen, daar is iedereen het over eens’
Boonzaaijer: ‘Als je alles safer maakt, gaan
mensen ook sneller rijden’