Pagina 5 van: Paardenkrant 4 – 2022

door Esther Berendsen

E
r zijn wel een aantal gesprekken en weken overheen ge-
gaan”, vertelt Vincent Voorn. “Ik vond het een eer dat ze
me vroegen en ergens wil je dan ook aan zo’n vraag tege-
moet komen. Maar ik heb thuis natuurlijk ook een bedrijf
waar ik druk mee ben. De vraag was vooral hoe ik dat zou
gaan combineren.”

Meeste plezier
Inhoudelijk gezien past deze nieuwe job perfect in zijn straatje. “Ik
houd me voornamelijk bezig met het trainen en begeleiden van rui-
ters. Dat vind ik ontzettend leuk om te doen. In eerste instantie deed
ik dat naast mijn eigen rijden, maar langzamerhand is mijn klanten-
bestand zo gegroeid dat ik keuzes heb moeten maken. Je kunt niet
alles half doen, dus ik heb gekozen voor datgene waar ik het meeste
plezier uithaal: de begeleiding. Ik zeg niet dat ik nooit meer voor de
topsport zal gaan; ik ben nog vrij jong, dus misschien ga ik op een
gegeven moment weer meer rijden. Maar voor nu haal ik heel veel
plezier uit het beter maken van anderen. Dat zijn allemaal buiten-
landse ruiters, dus ik vind het heel leuk dat ik nu de kans krijg om
aan de slag te gaan met Nederlandse topruiters en young riders.”

Doorstroming
De klus waar Voorn voor staat is niet eenvoudig, weet hij. “Op het
moment is de aanwas bij en vanuit de young riders niet groot genoeg.
De kaders zijn vrij leeg. We hebben besproken wat er voor nodig is
om de doorstroming te bevorderen en ik denk dat de nieuwe indeling
een heel logische is. Doordat ik ook verantwoordelijk ben voor de
tweede league bij de senioren, de EEF-serie, is de doorstroom van
de young riders en andere opkomende talenten beter geborgd. Ik
denk dat we meer gebruik kunnen maken van deze wedstrijdserie,
waarin deze groep ruiters heel veel ervaring op kan doen. Aan de
andere kant is het goed dat de junioren onder de hoede van Edwin
Hoogenraat komen. Als ik die groep er ook nog bij zou hebben, zou
het te breed worden. De doorstroom van de pony’s en children naar
junioren is ook belangrijk en op deze manier in goede handen.”

Consequenties
De bondscoach is duidelijk over de inzet die hij verwacht van de
ruiters en amazones. “Ruiters die een teamplek willen, moeten hun
prioriteit ook leggen bij kampioenschappen en landenwedstrijden.
Natuurlijk heeft dat te maken met financiële overwegingen: ook bij
de jeugd is er op die wedstrijden nou eenmaal minder te verdienen
dan in rankingproeven. Maar als je wel op een EK wilt rijden, zul
je jezelf ook moeten inzetten voor landenwedstrijden.” Het allerbe-
langrijkste is afstemming en een goede planning maken, benadrukt
Voorn die deze week een eerste digitale bijeenkomst heeft met de

jeugdruiters. “Ik denk dat het met name bij de jeugd belangrijk is om
duidelijke regels te hanteren op dit vlak. De senioren waar Jos mee
werkt, dat zijn topprofessionals die het spelletje heel goed snappen.
De young riders zitten in een andere fase en kunnen hierin wat meer
sturing gebruiken.”
De wedstrijdplanning van de jeugd is deels ook anders dan in Voorns
eigen tijd. “Vroeger speelden de jeugdcompetities, zoals de Intervet
Cup en de Van den Boogaard-competitie, een grote rol. Daar ging ie-
dereen graag heen, ook de beste combinaties. Dat is nu wat minder,
helaas. Daarnaast is het voor de young riders heel goed om van start
te gaan tussen de senioren, in de twee- en driesterren rankingproe-
ven. Als ze daar klaar voor zijn, uiteraard. Uiteindelijk leer je daar
het meest van. En het is heel belangrijk voor de doorstroom naar het
seniorenniveau. De young riders-periode is drie jaar, dus dat gaat
snel voorbij. Zelf heb ik in de laatste twee jaar bij de young riders
alleen het NK, een belangrijke landenwedstrijd en het EK gereden.
Verder heb ik me gefocust op de seniorenwedstrijden. Ik heb ge-
merkt dat ik door die wedstrijden te rijden gemakkelijk aansluiting
vond ná die periode bij de jeugd. Maar die planning maken we in
overleg, zodat iedereen de neuzen dezelfde kant op heeft.”

Teamsport?
Voorn heeft geen moeite met het begeleiden op afstand. “Een bonds-
coach kan niet ieders hand vasthouden. Dat gaat niet, en dat is ook
niet nodig. De meeste young riders zijn volwassen genoeg en ze heb-
ben een goed werkend systeem om zich heen, met ouders en trainer.
Ik kijk in eerste instantie naar de resultaten en stel op basis van die
resultaten de teams samen. Ik zal wel meekijken en hier en daar
adviezen geven, mocht dat nodig zijn. En samen moeten we ervoor
zorgen dat de individuele sport die we hebben op de momenten dat
het nodig is een teamsport is. De teamleden moeten gemotiveerd
zijn om het oranje jasje te dragen en om te gaan voor het hoogst
haalbare resultaat.”

INTERVIEW woensdag 26 januari 2022 | 5

‘Mooi om samen aan een nieuw plan te werken’
Kersverse bondscoach Vincent Voorn voorstander van duidelijke afspraken

WEERT – Hij heeft het goed voor el-

kaar, op zijn thuisbasis in Weert. Een

paar fijne paarden te rijden en een

heel stel gemotiveerde, buitenlandse

amazones die hij intensief begeleidt.

Wat bezielt Vincent Voorn (38) om

aan de slag te gaan als bondscoach

van de young riders en Jos Lansink te

assisteren in de tweede league voor de

senioren? Een functie met een hoog

afbreukrisico, waarin je het – zo be-

seft ook Voorn – vaak maar voor een

paar mensen goed kan doen. “Het is

een eer en een mooie uitdaging.”

Vincent Voorn in actie als ruiter. Hier met de ruin Explosion (Applaus x Numero Uno) in het Oostenrijkse Treffen. FOTO WWW.ARND.NL

De samenwerking
Hoe kijkt Vincent Voorn naar Jos Lansink? “Ik denk
dat ik heel veel van hem kan leren. Hoe hij het
management voor elkaar heeft, zoals hij zijn stal
runt… Jos heeft zijn ding wel bewezen. Als ruiter,
maar zeker als trainer, want ook in die rol heeft
hij de zaak altijd voor elkaar. Verder is hij richting
de ruiters heel duidelijk over zijn visie en het plan
dat hij voor ogen heeft. Ik denk dan ook dat wij
een heel fijne samenwerking kunnen hebben.”

De agenda
Het NK Springen is het eerste belangrijke meetpunt voor de nieuwe
bondscoach. Daarna volgen in mei/juni de EEF-landenwedstrijden. Het
EK springen voor de jeugd is in juli in Spanje.
– 21 t/m 24 april: Deurne, NK Springen Senioren, Young Riders, Junioren

en Children
– 6 t/m 10 mei: Mannheim (Duitsland), CSIO3*-NC EEF
– 19 t/m 22 mei: Samorin (Slowakije), CSIO3*-NC EEF
– 30 juni t/m 3 juli: Budapest (Hongarije), CSIO3*-NC EEF
– 11 t/ 17 juli: Oliva (Spanje), EK Springen Young Riders, Junioren en Child-

ren CH-EU-Y-S, CH-EU-J-S, CH-EU-Ch-S
– 8 t/m 11 sept: Warschau (Polen), CSIO3*-NC EEF finale

‘