Pagina 17 van: Paardenkrant 40 – 2021

door Mirjam Hommes
Na het zadelexamen gaan de paar-
den aangespannen aan het werk. De
onderdelen tuigen en mennen wor-
den op 13 november gezamenlijk
beoordeeld, vertelt Koos Naber, die
sinds 2015 trainingsleider is.
“Voorheen was er ‘s ochtends bui-
ten een tuigexamen en daarna bin-
nen nog een menproef. Dat bleek
nogal zwaar voor de jonge heng-
sten. Daarom zijn de twee onderde-
len nu gekoppeld. Het wordt een
mengedeelte met tuigpaardmomen-
ten tussendoor. De speaker geeft
dat duidelijk aan, zodat het publiek
begrijpt wat er gebeurt. De heng-
sten tonen dressuur voor de wagen,
met stap, draf, overgangen en ver-
ruimingen. Tussendoor gaan ze in
showdraf door de baan. Wel steeds
met stap tussendoor, zodat het min-
der energie kost en de hengsten niet
te veel verzuren.”
Nieuw trainingsschema
Het voorkomen van verzuring bij
de jonge Friese hengsten is een te-
rugkomend thema in het lopende
CO. Vorig jaar werd uitgebreid on-
derzoek gedaan door Dr. Carolien
Munsters van Moxie Sports/Facul-
teit Diergeneeskunde. Munsters ad-
viseert in stamboekblad Phryso
maximaal drie keer per week onder
het zadel te trainen, maximaal 20
tot 25 minuten. Tussendoor advi-
seert Munsters hersteldagen met
vrije beweging of licht longeren.
Naber: “Na het CO van 2020 heb-
ben we geëvalueerd met alle weten-
schappers. Alle resultaten zijn
doorgesproken en er is een nieuw
trainingsschema ontworpen. Daar-
mee kunnen we de paarden beter
begeleiden en fit houden over de to-
tale periode. De hengsten krijgen
nu op drie dagen – maandag,
woensdag en vrijdag – een intensie-
vere training met ook galop er in.
Het onderzoek liet zien dat de lac-
taatwaarden van Friezen vooral in
galop flink toenemen. Op dinsdag
en donderdag is een hersteltrai-
ning: dat houdt in een groot stuk
stap, op lengte en nageeflijk, met
enkele stukjes aandraven. We wil-
len dat de hengsten ook daarin goed
rijdbaar en makkelijk na te rijden
zijn. Ook goed uitstappen is be-
langrijk.”
Onderzoek
Naber: “Elke trainingsdag gaan de
hartslagmeters en zenders om bij de
paarden. We meten welke afstand
ze afleggen, in welke gang en op
welke hand. De onderzoekers
komen dit jaar twee keer langs voor
een standaardtest. Alle paarden
lopen dan precies dezelfde onder-
delen, twee minuten stap, draf en
galop, waarbij de onderzoekers drie
keer het lactaat meten. Eind 2021
volgt een eindrapport, waarbij de
lactaatmetingen, dagelijkse af-
standsbepalingen en hartslagmetin-
gen worden geïntegreerd voor een
compleet beeld. Sommige paarden
hebben trouwens al hogere lactaat-
waarden bij aanlevering. Het is van
veel factoren afhankelijk. Soms is
er te veel getraind voorafgaand aan
de aanlevering, soms juist te wei-
nig.” Carolien Munsters zag vorig
jaar dat de fitheid geen issue is bij
het selectieproces, zegt ze in Phryso
Magazine.
Twee erbij, twee naar huis
In de tweede week van het CO on-
dergingen alle hengsten een scopie
van de stembanden, om te checken
op cornage. Na dit onderzoek heb-
ben Helmer T. fan ‘e Boppelannen
(Jurre 495 x Beart 411) en Hidde
fan de Groenesteegh (Jouwe 485 x
Uldrik 457) de stallen verlaten. De
laagverwante Drys Ygrek (Omer
493 x Fabe 348) mocht na veteri-
naire herbeoordeling alsnog instro-
men op 22 september. Deze vierja-
rige heeft ruimschoots het laagste
verwantschapspercentage in het on-
derzoek: 15,9%. Afgelopen vrijdag
werd bovendien de negenjarige
Marten fan Starking Ster Sport AA
(Dries 421 x Abe 346) via herkeu-
ring toegelaten tot het verkort on-
derzoek. In 2016 haalde de hengst
de eindstreep net niet. Marten is in-
middels flink onderweg in de sport,
in zowel mennen, tuigen als dres-
suur. Hij heeft ook een laag ver-
wantschapspercentage: 17,2%.
Naber: “Deze hengst wordt alleen
beoordeeld op stalgedrag en men-
taliteit, gedurende de laatste twee
weken van het CO.”
Wibald Z
De zesjarige Wibald Z (Hette 481 x
Beart 411) is naar huis. De hengst
nam in 2019 ook deel aan het Cen-
traal Onderzoek en strandde toen
bij het zadelexamen. Tijdschrift
Phryso liet in november 2019 opte-
kenen dat de jury het paard “traag
in het achterbeen” vond, terwijl eer-
der juist lovende woorden waren
gevallen. Er was destijds onbegrip
onder een deel van het publiek en
bij eigenaar Louwrens Mellema,
die zich in een veelgelezen Face-
bookbericht kritisch uitliet over de
– volgens hem – te zware training,
het voermanagement en de manier
van rijden bij het CO. Website
Phryso.com schreef vorige week
over de tweede uitsluiting: “Wibald
Z was onvoldoende trainbaar en is
weer terug naar zijn eigen stal.”
Deze uitleg riep wederom vragen
op, mede omdat het paard inmid-
dels Z1 geklasseerd is. Marijke Ak-
kerman, waarnemend directeur van
het KFPS: “Het team van trainers,
begeleiders en dierenartsen heeft
geconstateerd dat Wibald Z onvol-
doende trainbaar is. Er waren direct
bij de aanlevering al wat veterinaire
bevindingen, daar is met de eige-
naar vooraf over gesproken en we
hebben ook geprobeerd om daar
iets aan te doen. Op voordracht van
de eigenaar is er onder meer een fy-
siotherapeut geweest. Maar het is
niet zo veel verbeterd dat de hengst
volgens de jury en het team train-
baar genoeg was om verder te
gaan.” Naber: “Het was een beslis-
sing op basis van alle afwegingen,
waarbij iedereen betrokken was.
Bij de Friezen spelen altijd veel
emoties, valt mij op. Als een paard
uit het CO gaat ligt het altijd aan de
jury, de accommodatie of de trai-
ningsruiter, maar nooit aan het
paard. Mensen kijken altijd verliefd
naar hun eigen paard. Maar als je
niet tegen je verlies kan, moet je
niet aan het spel meedoen.”
Spel spelen
Eigenaar Louwrens Mellema laat
weten: “Ik heb lang getwijfeld om
hem opnieuw aan te bieden, ook
vanwege mijn bezwaren rondom de
training en het management in
2019. Maar ik heb altijd in dit paard
geloofd. Je doet aan het spel mee,
natuurlijk wist ik dat hij er weer uit
kon gaan. Maar ik had gehoopt dat
er wat verbeterd was, ook qua com-
municatie en transparantie. Ik heb
deze hengst vanaf veulen en hij is
nog nooit een dag kreupel geweest.
Hij gaat niet weg en ik hoef ook
niet per se hengstenhouder te wor-
den. De dag vóór aanlevering is
Wibald Z nog voorgereden en toen
was er niets aan de hand. Bij de
check-in op dinsdag 7 september
meldde één veterinair dat hij niet
helemaal regelmatig was en op vrij-
dag moest ik hem al komen halen.
Hij is in die tussentijd misschien
één keer gereden en er was geen
overleg over hoe we eventuele pro-
blemen konden behandelen. De be-
slissing werd genomen op basis van
een filmpje van een klinische keu-
ring. Ik heb dat filmpje nooit ge-
zien, ondanks herhaalde verzoeken.
Op mijn verzoek heeft de fysiothe-
rapeut van het CO Wibald Z die-
zelfde vrijdag behandeld. Hij
oordeelde dat het paard na twee
dagen rust het traject kon vervol-
gen. Maandag is Wibald opnieuw
gereden, daar was ik bij en er was
niets te zien. Woensdag heeft de
gastruiter gereden, toen had ik an-
dere verplichtingen. Daar is de be-
slissing officieel gevallen. Maar
volgens mij was het eigenlijk al bij
de aanlevering besloten. Ik vind het
een bijzondere gang van zaken. Het
paard is nu – zonder onregelmatig-
heden – in training voor de laatste
punten van zijn sportpredicaat.”
Met wetenschappelijk trainingsschema richting zadelpresentatie
CO-KFPS: Twee laagverwante hengsten sluiten aan, Wibald Z naar huis
EXLOO – Het Centraal Onderzoek van het KFPS startte op 7
september. Woensdag 22 september en vrijdag 1 oktober zijn
gastruiters Marten Luiten en Frans van den Heuvel in Exloo ge-
weest om de jonge hengsten te rijden. Dit waren tevens de eerste
observatiemomenten voor de hengstenkeuringscommissie. Met
drie afvallers en twee instromers zijn inmiddels zestien hengsten
onderweg naar het zadelexamen op 16 oktober 2021.
De zesjarige Wibald Z (Hette 481 x Beart 411), die in 2019 ook al deelnam aan
het onderzoek, is inmiddels naar huis vertrokken.
De laagverwante Drys Ygrek (Omer 493 x Fabe 348) mocht op 22 september, na een veterinaire herbeoordeling, alsnog in-
stromen in het Centraal Onderzoek van het KFPS. FOTO’S JOHANNA FABER
woensdag 6 oktober 2021 | 17FRIEZEN
Naber: ‘Als een paard uit het CO gaat ligt
het altijd aan de jury, de accommodatie of de
trainingsruiter, maar nooit aan het paard’