Pagina 19 van: Paardenkrant 42 – 2022
Beste Michel,
Wij kennen elkaar sinds jij chef
d’équipe bent van de Zwitserse
springruiters. We praten dan on-
geveer over drie jaar geleden toen
jij het werk van Andy Kistler hebt
overgenomen. Vroeger kende ik
jou dus helemaal niet. Daarna heb
ik jou door ons werk beter leren
kennen. Je bent aardig. Ik vind het
altijd leuk om met jou samen te
werken.
Natuurlijk zijn we ook concur-
renten van elkaar, maar daar denk
ik niet zoveel over na. We doen
allemaal ons best. We willen alle-
maal de sport goed ontwikkelen en
goede dingen doen. De groei van
onze sport is belangrijk voor ons.
Dat betekent dat je soms wint en
soms verliest, dat hoort bij de sport.
En je probeert elkaar te versterken
als het goed gaat.
Net zoals jij kijk ik eigenlijk ook
altijd naar wat alle andere chef
d’équipes doen, zoals onder an-
deren naar Jos Lansink of Peter
Weinberg. Als ze wat goed doen,
wil ik altijd aan ze vragen hoe ze
dat doen en waarom ze het doen.
Want je kunt niet alleen naar jezelf
kijken als je beter wil worden. Je
moet naar andere landen kijken, en
naar andere ruiters en coaches. Al-
tijd de ogen en oren openhouden.
Goed team
De laatste jaren is mijn team heel
goed gegaan. Ik ben daar super
trots op. Aan de andere kant weet
ik niet of ik wel de beste coach
ben. Naar mijn idee zijn er heel
veel super coaches, want we doen
allemaal ons best. Op dit moment
heb ik natuurlijk wel fantastische
combinaties waarmee ik werk.
Enkel het feit dat ik goede dingen
heb gedaan, ligt natuurlijk niet al-
leen aan mij maar aan mijn team,
en de ruiters, eigenaren, sponsoren
en de hele federatie. Ik heb een
goed team.
Ik wil mezelf daarom helemaal
niet op een voetstuk plaatsen. Ik
probeer er alleen alles aan te doen
om mijn ruiters te ondersteunen.
En ik ben trots op wat wij hebben
gedaan. Tegelijkertijd vind ik het
heel belangrijk om met nieuwe
opkomende ruiters te werken. De
laatste tijd hebben we heel goede
prestaties neergezet, maar we zijn
toch best een klein land omdat
er in Zweden niet zoveel mensen
wonen. En als ik op dit moment
naar de Longines-ranking kijk,
staan er tussen de vierhonderd
beste springruiters maar elf of
twaalf Zweedse springruiters. Dat
is natuurlijk niet zo veel. Het is
dus heel belangrijk voor mij om
nieuwe ruiters te helpen, zodat
ze de ervaring krijgen om grote
concoursen te kunnen rijden. Ze
moeten wel goed presteren zodat
ik over een jaar of vijf ook nog
een kans maak om een medaille te
halen.
Barcelona
De Nations Cup-finale die we twee
weken geleden hebben verreden in
Barcelona was heel leuk om mee te
maken. De eerste dag verliep alleen
niet super voor ons, waardoor we
de Challenge Cup moesten rijden.
Voor jou en jouw ploeg is Barce-
lona super verlopen met een derde
plaats in de finale van de Nations
Cup. Helaas hadden jullie alleen
niet de kwalificatie te pakken voor
de Olympische Spelen van Parijs,
maar ik ben ervan overtuigd dat
jij volgend jaar met jouw team die
kwalificatie krijgt. Ik heb alle res-
pect voor jou, jouw ruiters en jullie
trainers.
Ik verwacht dat het team waarmee
ik nu in Barcelona was een heel
goed team is voor de toekomst. Ik
was ook heel blij dat we een ac-
creditatie hadden gekregen voor
Barcelona. Ik heb een hele hoop
ervaring meegenomen door de fi-
nale van de Nations Cup.
Tenslotte is ook de opvolging be-
langrijk. Ik moet aan de toekomst
bouwen. Ik heb momenteel maar
een beperkt aantal ruiters. Als ik
wat wil winnen, moet ik echt pro-
beren om een goed plan te maken
met die ruiters en hun teams. En
proberen om een paar concoursen
per jaar, dat wil zeggen twee of drie
concoursen, echt te kunnen winnen
met het team. Als ik dat kan doen,
is dat gewoon fantastisch. En dit
jaar is dat ook gelukt.
Doen alles samen
Het verschil tussen ons is dat ik
geen technische trainer naast me
heb staan. Ik doe alles zelf. Ik ben
zelf ruiter en trainer. Sommige rui-
ters uit het team hebben wel een
eigen trainer, maar we doen alles
goed samen met elkaar. We helpen
elkaar. Tot nu toe gaat dat goed,
maar het is wel altijd heel belang-
rijk dat iedere ruiter over goede
hulp beschikt van goede trainers,
want ze moeten zich altijd blijven
ontwikkelen.
Ik wil me aan het einde van deze
Kettingbrief richten tot Jos Lan-
sink. Hij heeft het dit jaar goed
gedaan. Al moet ik toegeven dat ik
ook superfan was van Rob Ehrens,
want Rob heeft mij heel veel gehol-
pen in het begin.
KETTINGBRIEF woensdag 19 oktober 2022 | 19
We willen allemaal de sport goed ontwikkelen
In de week dat Michel
Sorg, chef d’équipe van de
Zwitserse springruiters,
zijn opvolger voor de Ket-
tingbrief bekendmaakte,
stond de finale van de Na-
tions Cup in Barcelona
voor de deur. Niemand
minder dan Henrik An-
karcrona, chef d’équipe
van de Zweedse springrui-
ters, is gevraagd om toe te
lichten hoe hij het ervaart
om de meest succesvolle
chef d’équipe van de we-
reld te zijn. Menigeen zal
nieuwsgierig zijn naar zijn
succesverhaal. Onder zijn
supervisie won Zweden
teamgoud op de Olympi-
sche Spelen van Tokio en
dit jaar dubbel goud op het
WK in Herning. In Barce-
lona kwam hij echter voor
de dag met een Zweeds
springteam met nieuwe
gezichten. Hij vertelt daar
meer over en speelt de Ket-
tingbrief door naar onze
Nederlandse bondscoach:
Jos Lansink.
Beste Jos,
Ik ben altijd superfan van jou geweest door wat jij als ruiter
hebt gedaan. Ik ben heel blij dat je nu bondscoach bent. Het
is wel interessant om te horen, nu jij de positie van bonds-
coach vervult, wat jij daar nu van denkt na één jaar. Je had
er vast en zeker een idee over voordat je het werk op je nam.
Is het zoals je het van tevoren had gedacht?
Met vriendelijke groet,
Henrik Ankarcrona
Ik verwacht dat het team waarmee ik in
Barcelona was een heel goed team is voor de
toekomst
Ook van Rob Ehrens was ik
superfan; hij heeft me heel veel geholpen
in het begin
Ik heb momenteel maar een
beperkt aantal ruiters
De Kettingbrief
Michel Sorg – Henrik Ankarcrona – Jos Lansink