Pagina 9 van: Paardenkrant 42 – 2022
door Esther Berendsen
D
e resultaten zijn niet goed genoeg, de top is te smal, ‘we’ heb-
ben te weinig goede paarden en te weinig geld om die ‘zomaar
even’ te kopen. Geld verdienen met handel in eventingpaarden
is moeilijk en laten we het over het prijzengeld maar helemaal
niet hebben. En vorig jaar werden ook nog eens veel wedstrij-
den in Nederland afgelast vanwege organisatorische proble-
men. Een opsomming waar je treurig van zou kunnen worden. Maar dat is
niet wat Iris Boelhouwer is en wil zijn. “Er wordt al snel in negatieve zin
gesproken over eventing in Nederland. Maar aan pessimisme hebben we
niks. We moeten op een positieve manier verder en met elkaar de schou-
ders eronder zetten. En ik merkte in Boekelo dat er een grote groep betrok-
kenen is die samen wil werken om de sport naar een hoger plan te brengen.
Voor mij is dat de belangrijkste ‘take away’ van het weekend.”
Te veel regeltjes
Het ‘weekend’ begon donderdag met een bijeenkomst met organisatoren
van eventingwedstrijden. “Het afgelopen seizoen was rommelig, met veel
afzeggingen. We zijn bij elkaar gekomen om te bespreken hoe we het
beter kunnen doen. Er zijn meerdere redenen waarom organisatoren het
lastig hebben. Zo zijn er vanuit de FEI steeds meer regels die de veiligheid
moeten waarborgen. Zo moeten er tegenwoordig bij meerdere rubrieken
meerdere Technical Delegates aanwezig zijn, wat de organisatie wat mij
betreft onnodig op kosten jaagt. In Boekelo wordt alleen de lange vierster
verreden dus zij hebben aan één TD genoeg, maar een wedstrijd als Oud-
karspel heeft er veel meer nodig want zij hebben pony’s, de eenster, korte
en lange tweester, korte drie- en vierster. Zij faciliteren de sport, maar dat
wordt hen niet gemakkelijk gemaakt. Ik weet dat organisatoren in andere
landen hier ook tegenaan lopen. In november is er weer een bijeenkomst
van de FEI en dan zal ik dit opnieuw aanstippen, want ik denk niet dat
we er beter van worden. Het is zoals vaak gebeurt: voor elk probleem
wordt een regeltje gemaakt. Maar met al die regels is het probleem niet
opgelost.”
Kalender volgend jaar
De kalender voor volgend jaar ziet er gunstig uit, meent Boelhouwer. Er
staan nu zes wedstrijden op: Oudkarspel, Maarsbergen, Varsseveld, Boe-
kelo, Breda en Emmeloord. “Niet heel veel, maar het hoeven er ook geen
twaalf te zijn. Ede en Kronenberg komen er misschien nog bij. Deze wed-
strijden zijn mooi over het jaar verdeeld, dat ging eigenlijk vanzelf goed
in dit geval, maar anders gaan we er over in gesprek. Met de CDI’s, waar
er weinig van zijn in Nederland, hebben we dat ook gedaan. We kijken
welke kampioenschappen er zijn in het komende jaar en welke route daar
het beste bij aansluit, met welke Nederlandse wedstrijden. Uiteindelijk
hebben we daarvoor nu ook een goede kalender.”
Vervolgplannen
Een dag later, op vrijdag, vond in Boekelo een bijeenkomst plaats over de
toekomst van de Nederlandse eventingsport. ‘Boekelo moet eerste steen
leggen richting Olympische Spelen 2028’, kopt het persbericht ambitieus.
En: ‘Een rondetafelgesprek gaat de aanzet opleveren voor een degelijker
structuur van de Nederlandse eventingsport’. Is dat gelukt, wat Boelhou-
wer betreft? “Ik vind het om te beginnen een mooi initiatief. Het is goed
om iedereen een keer bij elkaar te hebben en het voelde ook wel echt als
een kick-off, een goede verkennende bijeenkomst. Omdat er zo veel ver-
schillende partijen aan tafel zaten, was het ook moeilijk om direct richting
oplossingen en vervolgstappen te komen. Jack Link’s Eventing Team, rui-
ters, eigenaren en de KNHS hebben toch wel weer andere belangen. Ook
is het vrij lastig brainstormen als je met zo veel mensen bent. Voor ons is
het nu zaak om dit in een kleiner gezelschap te vervolgen. Dat staat de
komende periode absoluut op de agenda.”
Wat de bondscoach de komende winterperiode gaat doen: individuele
gesprekken voeren met eigenaren en ruiters. “Dat is een grote taak die
er voor ons als sportbond ligt, want dat is echt wel een ondergeschoven
kindje geweest. In een land als Engeland wordt veel meer geïnvesteerd in
eventingpaarden – ik sprak in het hotel in Boekelo een echtpaar dat hun
paarden de hele wereld over achterna reist– maar ook hier hebben we be-
trokken en loyale eigenaren en die verdienen meer credits. Aan hen, maar
ook aan de ruiters, gaan we vragen waar ze behoefte aan hebben en hoe
we kunnen ondersteunen.”
Niemand laten staan
Afgelopen jaar zijn er al stappen gezet in de training van kaderleden en
talenten. “We zijn disciplinespecifieker gaan trainen. In de eventing heb
je natuurlijk maar één bondscoach, maar wel drie disciplines waar je goed
in moet zijn. Dus hebben we nu Ian Woodhead voor de dressuurtraining,
Grant Wilson voor het springen en Ian Stark bij de crosstraingen gehaald.
Eventingspecialisten die weten wat er gevraagd wordt in hun onderdeel
en de ruiters daardoor heel goed kunnen helpen. Zij hebben een brede
groep Nederlandse eventers getraind. Onze top is heel smal, maar daar
onder zit een brede groep die we willen betrekken. En ook de junioren en
young riders doen mee. We kunnen het ons niet permitteren om mensen
te laten staan.”
Vierspanrijders doen ’t ook
Aan het beter maken van de Nederlandse ruiters wordt dus gewerkt. Maar
om meer goede paarden bij die Nederlandse ruiters te krijgen heeft Boel-
houwer nog geen concreet plan klaarliggen. “Die kunnen we niet binnen
een jaar uit een doosje toveren, helaas. Als bond kunnen we daar ook niet
heel veel in betekenen; wij kunnen geen paarden aanschaffen. In Duits-
land gebeurt dat wel, Fischer Chipmunk is zelfs gedeeltelijk van de Duitse
bond! In Nederland doen we dat niet, en er is ook geen budget voor. Hier is
het toch een kwestie van de lange adem: met jonge, talentvolle paarden en
ruiters werken aan de wat verdere toekomst. Maar nogmaals: we laten het
hoofd niet hangen. Nederlandse vierspanrijders staan wel op het hoogste
podium, eigenlijk geheel op eigen kracht en uit dit kleine landje. Waarom
zou dat in de eventing dan niet lukken?”
INTERVIEW woensdag 19 oktober 2022 | 9
Iris Boelhouwer over eventing in Nederland: ‘Hoofd niet laten hangen’
ERMELO – Rond Military
Boekelo had Iris Boelhou-
wer, directeur topsport bij de
KNHS, een vol en lang even-
tingweekend. Op donderdag
was er een bijeenkomst met
wedstrijdorganisatoren, vrij-
dag een meeting over de toe-
komst van de sport en daarna
natuurlijk de wedstrijd zelf.
Voor Boelhouwer was het een
weekend met een positieve
afdronk. “Het is een fantasti-
sche discipline met een grote
groep enthousiaste mensen die
de sport verder wil brengen.
Als Nederland succesvol zijn
in de eventingsport is niet
makkelijk, maar zeker niet
onmogelijk.”
“Er wordt al snel in negatieve zin gesproken over eventing in Nederland. Maar aan pessimisme hebben we niks. We moeten op een positieve manier verder en met
elkaar de schouders eronder zetten”, aldus Iris Boelhouwer, op de foto in gesprek met Ad Wagemakers.
‘We kunnen het ons
niet permitteren om
mensen te laten staan’