Pagina 3 van: Paardenkrant 43 – 2021

door Luc Schelstraete, advocaat
Nederland lijkt niet van plan te zijn
de verkoop van levende dieren uit te
sluiten van de werkingssfeer van
deze Richtlijn. In het voorstel tot
wet wordt hier met geen woord over
gesproken en in de Memorie van
Toelichting wordt hier slechts kort
op ingegaan: “… Een jaar bewijs-
lastomkering leidt voor de huisdie-
renbranche niet tot substantieel
grotere lasten. De meest voorko-
mende problemen bij veel verkochte
huisdieren uiten zich in de regel niet
vaak in de periode van zes tot twaalf
maanden. Het kabinet maakt
daarom geen gebruik van de moge-
lijkheid in de richtlijn.”
Onwerkbaar voor verkopers
De ondernemersorganisatie MKB-
Nederland / VNO-NCW reageerde
afwijzend op dit voorstel, omdat het
voor verkopers van levende dieren
onwerkbaar is om tot een jaar na
verkoop de omkering van de be-
wijslast te dragen. Vervolgens haak-
ten ook verschillende politieke
fracties in een speciale commissie-
vergadering over de implementatie
van de EU Richtlijn op dit onder-
werp in. Zo stelde de VVD-fractie
de Minister voor Rechtsbescher-
ming de vraag hoe andere landen
gebruikmaken van de uitsluitings-
mogelijkheid voor levende dieren
en informeerde het naar de moge-
lijkheid de omkering van de bewijs-
last voor levende dieren te
handhaven op een half jaar, zoals
VNO-NCW ook wenste.
Op de eerste vraag ging de minister
jammerlijk genoeg niet in en het
handhaven van de termijn op een
half jaar voor omkering van de be-
wijslast was volgens hem onmoge-
lijk: “Als gebruik wordt gemaakt
van de in de richtlijn opgenomen
uitsluitingsmogelijkheid, betekent
dit in de praktijk dat de richtlijn niet
van toepassing is en er helemaal
geen omkering van de bewijslast
geldt, als een consument een levend
dier koopt.” Deze zorgen werden
gedeeld door de CDA-fractie, die
daarbij tevens de vraag opwierp hoe
proportioneel het is om van een ver-
koper of handelaar te verwachten
dat hij of zij moet bewijzen dat het
gebrek niet ten tijde van de levering
is ontstaan na bijvoorbeeld elf
maanden. Ook constateerde de
CDA-fractie dat de definiëring ‘le-
vende dieren’ breder is dan ‘huisdie-
ren’ en stelde het de vraag of een
nader onderscheid binnen de cate-
gorie levende dieren overwogen
werd, waarbij bijvoorbeeld alsnog
categorieën, zoals landbouwdieren
en/of paarden, worden uitgezon-
derd. Volgens de minister biedt de
Richtlijn die mogelijkheid echter
niet en hij wees nogmaals op de on-
mogelijkheid van een termijn van
een half jaar. Kortom, volgens de
minister zijn er geen praktische op-
lossingen mogelijk en er is geen
middenweg; het is een termijn van
twaalf maanden bij implementatie
of niks bij uitsluiting van de wer-
kingssfeer.
Andere lidstaten
In de belangrijke ‘hippische’ landen
om ons heen wordt er aanmerkelijk
anders over deze kwestie gedacht
dan door de Nederlandse Minister
voor Rechtsbescherming. In tegen-
stelling tot Nederland passen lidsta-
ten om ons heen de termijn voor
bewijslastomkering wel aan of
wordt de uitsluitingsmogelijkheid
gebruikt, om vervolgens in de natio-
nale wetgeving voldoende bescher-
ming te bieden aan de consument.
Zo beperkt Duitsland het vermoe-
den dat het gebrek reeds aanwezig
was bij de verkoop van een levend
dier bij wet tot de duur van zes
maanden na overdracht, in plaats
van de in de Richtlijn aangegeven
twaalf maanden.
Frankrijk sluit de verkoop van huis-
dieren (een paard wordt bij consu-
mentenkoop als huisdier betiteld)
uit van de werkingssfeer van de EU
Richtlijn, omdat die onder de speci-
fieke bepalingen van de Code Rural
blijven vallen, waarbij onder be-
paalde voorwaarden wordt verwe-
zen naar de garantie voor verborgen
gebreken in het Burgerlijk Wetboek.
België is ook van zins verkoop van
levende dieren uit te sluiten van de
werkingssfeer van de Richtlijn, zo
blijkt uit het advies over het voor-
ontwerp waarin in een artikel be-
schreven staat dat er afwijkende
en/of specifieke maatregelen kun-
nen worden genomen bij koninklijk
besluit betreffende de verkoopover-
eenkomsten voor levende dieren.
De Belgische Minister van Justitie
bevestigde op een Kamervraag hier-
over dat dit ook zijn standpunt is:
“Wat de verkoop van levende dieren
betreft zullen wij bovendien trach-
ten om gelijktijdig met de omzetting
van de richtlijn een afzonderlijke re-
gelgeving te voorzien teneinde geen
tijdelijke juridische onduidelijkhe-
den te creëren.”
Gevolgen paardenhandel
Door deze verschillen met andere
lidstaten is het Nederlandse recht
voor consumenten het aantrekke-
lijkste om zich op te beroepen. Dit
zal in de praktijk mogelijk tot ge-
volg hebben dat niet alleen Neder-
landse, maar ook buitenlandse
consumentkopers in Nederland
extra beschermd worden, waardoor
de vraag naar de koop van paarden
in Nederland door (buitenlandse)
consumentkopers toe zal nemen.
Goed voor de omzet van paarden-
handelaren zou je denken, maar bij
een gebrek dat zich binnen twaalf
maanden voordoet, keert het be-
wijslastvermoeden zich tegen hen.
De (buitenlandse) consumentkoper
zal zich bij gebreke van een rechts-
keuze namelijk beroepen op het Ne-
derlandse recht, want het recht van
de gewone verblijfplaats van verko-
per is van toepassing op koopover-
eenkomsten.
Meer claims?
Waar de consumenten dus profite-
ren, dreigen voor de verkopers meer
claims op basis van non-conformi-
teit, die door de verlengde bewijs-
lastomkering moeilijk te weer-
leggen zijn. Dit terwijl de huidige
Richtlijn de handel in paarden in
Nederland al ernstig bemoeilijkt en
op jaarbasis tot een enorm aantal
claims leidt. Over deze ontwikke-
ling is overigens het laatste woord
nog niet gezegd. In de week van 15
november aanstaande staat in de
Tweede Kamer een plenair debat
gepland over de implementatie van
deze Richtlijn. Een ieder die zich
geroepen voelt en zich de paarden-
handel in Nederland aantrekt, kan
dit debat bijwonen of anderszins de
visie aan de Tweede Kamer duide-
lijk maken.
Wordt Nederland het mekka voor paardenkopers?
Nederland sluit vooralsnog paardenverkoop niet uit van nieuwe EU Richtlijn Consumentenbescherming
De nieuwe EU
Richtlijn Consu-
mentenbescher-
ming bezorgt
Nederlandse paar-
denverkopers mo-
gelijk meer claims.
FOTO WWW.ARND.NL
DOETINCHEM – Per 1 januari 2022 dienen de EU-lidstaten Ver-
ordening (EU) 2019/771 te hebben geïmplementeerd. Met de in-
voering van deze Richtlijn wordt elk conformiteitsgebrek dat
binnen een termijn van een jaar vanaf de levering van goederen
aan het licht komt, geacht ten tijde van de levering reeds te heb-
ben bestaan. Lidstaten krijgen wel de mogelijkheid om de ver-
koop van levende dieren, en daarmee paarden, uit te sluiten van
de werkingssfeer van deze Richtlijn. In hoeverre maken Neder-
land en de omringende lidstaten hier gebruik van en welke gevol-
gen heeft dit voor de paardenhandel?
woensdag 27 oktober 2021 | 3ALGEMEEN
Nacho B maatje te groot voor concurrentie in VWF-dressuur
Nacho B (Indian Rock x Easy
Game), die eigendom is van Ad
Valk en Carlo Trierum, finishte met
een eindtotaal van 168,4 punten.
“Het is de meest sensibele van de
drie, maar hij geeft een heel goed
gevoel”, aldus gastamazone Marijn
van Dijk.
Verder omschreef de jury de don-
kerbruine hengst als een bijzonder
mooi en compleet paard. “Hij be-
weegt met veel zelfhouding en
techniek.” Derhalve werden de on-
derdelen draf en souplesse dan ook
gewaardeerd met een 9,5. Nacho B
werd geboren in de stallen van
René Franssen en komt uit Easy
Game-dochter Hinette. Zij voert via
Binette (v. Krack C) terug op Gis-
nette (v. Burggraaf), die ook de
Grand Prix-hengst Kingston (v.
Voltaire) van Leslie Morse voort-
bracht.
Opnieuw Indian Rock
Apache-zoon Indian Rock, die zelf
zeer succesvol is in de sport onder
Emmelie Scholtens, had een ste-
vige vinger in de pap met zijn na-
komelingen. Ook op de tweede
plaats nestelde zich een zoon van
deze hengst. Het gaat om de don-
kerbruine hengst Nashville (mv.
Ampère), gereden door Robin
Kleermans. Deze hengst is eigen-
dom van zijn fokker de familie Ten
Bosch, die hem fokte uit de moe-
derlijn van de bekende hengst Jo-
vian (v. Apache).
De derde plaats was voor de vos-
ruin Nabuco vh Goorhof (Secret x
Don Juan de Hus), voorgesteld
door Theo Hanzon, die ook groot-
moeder Helena vh Goorhof zeer
succesvol uitbrengt in de sport.
“Een heel stabiel paard”, aldus Van
Dijk. Nabuco is gefokt door stoete-
rij Goorhof in het Belgische Retie
en gedeeltelijk in eigendom van
Theo Hanzon.
»Voor uitslagen: zie pag. 18
Cynthia Eggenkamp en Nacho B (v. Indian Rock) wonnen de Kalfsbeek Dressuur-
bokaal in de VWF Prinsenstaddressuur. FOTO KATHLEEN VAN WINDEN
DELFT – Het was afgelopen zaterdag de royale hengst Nacho B
die onder Cynthia Eggenkamp de concurrentie het nakijken gaf
in de VWF Prinsenstaddressuur voor driejarige dressuurpaar-
den. Daarmee won het duo in Delft de Kalfsbeek Dressuurbokaal.
De strijd in de top was spannend, aangezien de top drie dicht bij
elkaar lag. Na het overrijden door gastamazone Marijn van Dijk,
die de paarden samen met Frenk Jespers beoordeelde, bleek de
1,82 m. grote Nacho B de beste. In totaal beoordeelde de jury zo’n
tachtig jonge paarden.