Pagina 11 van: Paardenkrant 48 – 2021

door Jacquelien van Tartwijk
In het buitengebied van Rekken doemt tussen de
bomen in prachtige herfstkleuren het bedrijf van de fa-
milie Leusink op. In de wei staan diverse paarden, ge-
huld in sterke buitendekens, te genieten van de
najaarszon. Aan het begin van de oprijlaan staat links
een paard in de buitenstapmolen.
Chantal Leusink zette net haar Gino in de wei. “We
werken met een ochtend- en middag-
ploeg. Zijn de paarden ‘s ochtends
gereden, dan gaan ze ‘s middags in
de wei en andersom. Daarnaast
komen ze elke dag in de stapmolen.”
De amazone geniet zichtbaar van het
buitenleven en gezien haar gedre-
venheid is ze ook graag bezig, ze zit
amper stil.
Passie
Het waren de paarden die altijd al
haar aandacht trokken. Daar had ze
ook de gelegenheid voor dankzij
vader Henk, die deze liefde met haar
deelt. Ook moeder Trees is zeer be-
trokken. “Mijn vader begon met
tuigpaarden en mijn moeder reed
ook wel in tuig, maar toen was ik
nog heel klein. Daar weet ik niet zo-
veel meer van. Hij was naast het werk op de boerderij
druk als vrachtwagenchauffeur op de veewagen en kon
mijn passie voor ponyrijden er niet bijhebben. Op mijn
zevende mocht ik eindelijk naar de ponyclub.” De pas-
sie is nooit meer verdwenen.
Hans Horn
De studiekeuze na de middelbare school viel niet mee.
Chantal deed een beroepentest en het werd de MDGO
in Hengelo, want met een verzorgend beroep kon ze
alle kanten op werd haar verzekerd. Dierverzorging
hadden ze daar echter niet en na een stage op een be-
jaardencentrum wist ze zeker: Dat is niets voor mij.
Thuis kon ze hele dagen met de paarden bezig zijn en
daar lag haar hart. Haar vader vond wel dat ze bij een
ander wat moest leren en belde Hans Horn, die er in
eerste instantie niet zoveel oren naar had om de pas ze-
ventienjarige Chantal een stageplek te bieden. “Een
weekend later hadden we concours in Delden. Mijn zus
Saskia reed daar tegen Sophie Horn en zij won. Hans
bleef langer om mij te zien rijden in het ZZ. Ook ik
won en vervolgens mocht ik bij Horn aan de slag. Ik
kreeg er een goede opleiding, daar had ik meer aan dan
aan de MDGO”, zegt Chantal lachend. Doordat de-
gene die de paarden zadelmak maakte bij Horn even
was uitgeschakeld, mocht Chantal dat ook gaan doen.
“Ik deed thuis bijna niets anders en maakte bij Horn,
samen met Paul Groeneveld, diverse paarden zadel-
mak.”
Ogen en oren open
De amazone was zeer leergierig. “Als je je ogen en
oren openhoudt, kun je veel leren. Als ik de kans kreeg,
bleef ik altijd kijken als Hans lesgaf. Daarnaast kwam
Roelie Bril regelmatig om dressuurles te geven aan
Gerco, Wim en Jeroen die daar toen waren en mocht ik
ook een keer meerijden. Verder ben ik een aantal keren
mee geweest naar internationale concoursen met Jerry
Smit. Dan leer je hoe dat allemaal gaat en krijg je veel
verantwoordelijkheidsgevoel.”
Anderhalf jaar vertoefde ze op De Wiemselbach,
waarna ze thuis de gelegenheid kreeg om voor zichzelf
te beginnen. “Dat was ook echt wat ik wilde. Ik liet
zelfs het uitgaan er voor lopen. Als ik maar op concours
kon.” Leusink deed vervolgens de orun in Ermelo. “Ze
belden me meteen van alle kanten om les te komen
geven.” Nog steeds geeft ze veel les. Na 12,5 jaar po-
nyclub Barchem, geeft ze nu alweer acht jaar met veel
plezier les bij de paarden. “Het is daar van: doe maar
gewoon, dan doe je al gek genoeg! Iedereen help el-
kaar, echt een heel gemoedelijke club en dat past bij
mij.”
Jonge paarden
Het aanrijden van jonge paarden was wat Chantal het
liefst deed. “Dan zie je het snelst vorderingen. Ik heb
inmiddels alles wel gebroken gehad en ik mag er nu
niet meer als eerste op. Maar als iemand er een paar
keer op heeft gezeten, ga ik erop.” Vader Henk, inmid-
dels 75 en nog steeds in functie als steun en toeverlaat,
vindt dat jonge spul ook prachtig. “Als een jong paard
hier komt, is m’n vader de eerste die hem aan het touw
heeft. Een maand geleden brachten ze er nog één, die
hij klaar heeft gemaakt voor de wagen. De eigenaar
vond dat hij er zelf te oud voor was, terwijl mijn vader
tien jaar ouder is dan hij!”
Tevreden
Ondanks het ontbreken van een bedrijfsplan met wen-
sen, is het bedrijf De Leusinks langzaam maar zeker
meegegaan met de tijd. “Ik hoef al die luxe niet en ben
tevreden met wat ik heb. Alles wat ik hier doe, betaal
ik zelf en daar moet je voor werken. Het moet functio-
neel zijn en ik koop pas wat, wanneer ik weer geld
heb.” De varkensschuur werd omgebouwd met acht
grote individuele stallen en ook een mooie halfopen
binnenhal met eb- en vloedbodem ontbreekt niet. “Het
enige wat ik nog zou willen, is weer een buitenbak, de
binnenhal staat nu namelijk deels op mijn oude buiten-
bak.”
Met name springen
De mentaliteit op de wedstrijden voerden haar vooral
richting het springen, al wordt er af en toe ook wel een
dressuurwedstrijd gereden en speelt dressuur bij de af-
richting een belangrijke rol. “Bij het springen is er een
heel andere sfeer. Mensen praten met elkaar, helpen el-
kaar en gunnen een ander wat. Dat heb je bij de dres-
suur niet.” Het aantal paarden op stal wisselt: “De ene
keer zijn het er acht, de andere keer vijftien. Meer wil
ik zeker niet, want je moet het werk wel aankunnen. Ik
doe liever iets goed dan dat ik het half moet doen.”
Naast vooral paarden van derden, voor de opleiding,
correctie of een IBOP, heeft Chantal een paar paarden
van zichzelf. Een enkele om een keer verder door te rij-
den in de sport. Daaronder haar 1,40 m-paard Gino.
“De paarden van anderen hebben voorrang, daar begin
ik ’s ochtend ook altijd mee.” Jaarlijks worden er een
aantal veulens geboren, maar de fokkerij is vader Henk
zijn ding. “Hij kan hele avonden in de hengstenbrochu-
res kijken. Daar heb ik geen tijd voor.”
Chantal woont samen met haar man en twee kinderen
in het ouderlijk huis aan de voorkant van de boerderij,
terwijl haar ouders de deel ombouwden en uitzicht heb-
ben op het erf. Dochter Mayke lijkt het paardenvirus
van de Leusinks aardig te pakken te hebben en zal in
januari als ze twaalf jaar is, de overstap maken naar de
paarden. Chantal krijgt verder hulp van twee stagiaires
waarvan er één elke dag is. “Het zijn wedstrijdruiters
en die kan ik overal opzetten. Ik ken ze inmiddels goed
en dat werkt heel prettig. Zoals het nu loopt vind ik het
goed en ja, als het kan, hoop ik dit nog wel een tijdje
zo door te kunnen doen.”
De Leusinks gaan voor functioneel zonder poespas
Chantal Leusink bezige bij met passie voor paarden
Chantal Leusink samen met haar vader Henk en paard Gino in de binnenrijhal die ze zelf met hard werken bij elkaar ver-
diende. FOTO’S PAARDENKRANT/JACQUELIEN VAN TARTWIJK
woensdag 1 december 2021 | 11ONDERNEMER
REKKEN – Voor de 43-jarige Chantal Leusink was het van
jongs af aan al duidelijk: ze wilde in de paarden. Na een pe-
riode op de Wiemselbach begon ze met steun van haar vader
thuis in Rekken. Daar bouwde ze het bedrijf uit tot een func-
tionele stal zonder overbodige luxe, maar waar wel aan alle
eisen van de huidige tijd wordt voldaan. Ze richt zich vooral
op de opleiding van jonge paarden, met name richting de
springsport.
Bedrijfsgegevens
Stal Leusink
– 6 hectare grasland
– 18 individuele stallen
– Binnenrijhal 20 x 50
– Stapmolen voor 4 paarden
Chantal Leusink stelde onlangs met succes Nayana (v. Tan-
gelo van de Zuuthoeve) voor in de IBOP.
In het mooie coulissenlandschap van de Achterhoek, is in
Rekken het bedrijf van ‘De Leusinks’ gevestigd.