Pagina 8 van: Paardenkrant 48 – 2022

door Marlien Smit
Marcel de Boer en zijn vrouw
Kim de Boer-MacFadyen runnen
samen een trainings-, wedstrijd- en
handelsstal in Nieuwleusen. “We
hebben twee zonen. Maykel, de
jongste, is veertien jaar. Hij rijdt
niet, hij zit op voetbal. Wesley is
nu net zeventien geworden en rijdt
al vanaf zijn zesde, dat hebben we
niet hoeven pushen”, vertelt Mar-
cel de Boer lachend. “Toen hij jong
was wilde hij alleen maar wedstrij-
den rijden en wist hij nog niet wat
trainen was, maar inmiddels doet
hij het allebei.” En met resultaat,
want Wesley’s naam komt steeds
vaker bovenaan in de uitslagen
voor.
Opleiding achter de hand
Wesley de Boer zit nog op school.
“Ik volg bij Landstede de opleiding
Retailmanager, niveau vier. In prin-
cipe wil ik de paardensport in, maar
stel dat ik een keer van een paard
val en niet meer kan rijden, dan heb
ik dit mooi achter de hand.” Wijze
woorden voor de scholier die on-
dertussen ook meehelpt op de stal
van zijn vader. “Als ik vrij heb, dan
rijd ik zo’n zes tot acht paarden op
een dag. Maar als ze bijvoorbeeld
net op concours zijn geweest, dan
krijgen ze een dagje vrij en pak ik
een paard van mijn vader erbij. Op
dagen dat ik naar school ga, rijd ik
maximaal drie paarden na school-
tijd. Ik heb dan wel het geluk dat
we thuis een stal hebben en de
rest van mijn paarden wel van stal
komt.”
Fijne paarden
Wesley heeft een aantal fijne paar-
den onder het zadel. “Ik rijd de
Etoulon-merrie Icarinda nu in het
1,45 m. in de Roelofsen Raalte
Winter Classics. Met haar houd ik
voorlopig dit niveau aan en mis-
schien kijken we komende zomer
of ze een gaatje hoger wil. Voor
VDL Stud rijd ik nu ook de vijf-
jarige hengst McAllister VDL,
een zoon van Inaico en de zesja-
rige For Pleasure-zoon Friendship
VDL. Beide hengsten startte ik in
de hengstencompetitie in Kronen-
berg. Ze lopen nu nog niet hoog,
maar het zijn wel twee paarden die
de kwaliteit hebben om dat in de
toekomst wel te gaan doen. En dan
heb ik nog de zevenjarige Corland-
merrie Kaphira, die ik op het WK
in Lanaken reed. Verder rijd ik een
aantal andere paarden, maar die
lopen nog niet op dit niveau.”
Verkopen of aanhouden
Marcel de Boer runt een handels-
stal en de verkoop van paarden is
daar onlosmakelijk mee verbon-
den. Ook de paarden van Wesley
zullen niet tot in lengte van jaren
in Nieuwleusen op stal staan. “We
hebben de paarden hier in oplei-
ding en gebruiken ze zeker voor
de sport. Soms houd ik nu voor
Wesley een paard wat langer aan.
Maar een paard dat Wesley zelf
van het M naar 1,45 m. heeft gere-
den, heb ik pas verkocht. Hij heeft
nu Icarinda voor het hogere werk,
maar zij zal waarschijnlijk volgend
jaar wel ergens een keer verkocht
worden. We hebben mooie aanwas
op stal staan, dat zijn goede paar-
den waar ook vraag naar is. Die
probeer ik dan wel te houden zodat
we de kans hebben door te werken
naar een hoger niveau. Dan kunnen
de paarden, maar ook Wesley zich
verder ontwikkelen.”
Paarden verdelen
“Bij het verdelen van de paarden
kijken we een beetje naar wat het
beste bij wie past. Als paarden
zover zijn dat ze Wesley passen,
schuif ik ze wel door. En als Wes-
ley er eentje heeft die toch iets
meer werk nodig heeft, dan neem
ik die weer over”, aldus Marcel de
Boer. Wesley geeft aan niet echt
voorkeur te hebben voor een type
paard. “Ik kan met de meeste paar-
den wel goed overweg, maar het
fijnste vind ik het als een paard
zich lekker begint te geven en het
dressuurwerk in de ring belangrijk
wordt.”
“We kunnen allebei met zowel
hete als trage paarden overweg”,
vult Marcel zijn zoon aan. “Na-
tuurlijk heb je het liefste een paard
dat vanaf het begin lekker te rijden
is in de ring, maar zo worden ze
niet allemaal geboren. Dat moet je
soms zo maken. Ik leid de paarden
op en als ze klaar zijn om een bar-
rage te lopen dan laat ik ze Wesley
rijden, hij is ook gewoon wat snel-
ler in de ring dan ik. Sport is voor
mij niet het belangrijkste meer. Ik
probeer leuke rondjes te rijden die
goed zijn voor de paarden.”
Samen optrekken
Vader en zoon gaan meestal samen
op concours. “Ik rijd dan de vracht-
wagen, maar vaak rijd ik zelf ook
wat paarden. We proberen het aan-
tal paarden op concours een beetje
te verdelen, zodat ze allemaal wel
hun aandacht krijgen”, aldus Mar-
cel, die zijn zoon ook coacht. “Op
concours krijg ik vaak hulp van
mijn vader. Thuis krijg ik af en toe
les van Luc Steeghs, de voormalig
bondscoach. Ook krijg ik soms
les van Edwin Hoogenraat, maar
meestal is het m’n vader en ik”,
legt Wesley uit. Uit ervaring weet
zijn vader inmiddels hoe hij dat
moet aanpakken. “Ik heb bij veel
anderen kunnen zien hoe het hel-
pen van je kind wel of niet moet,
bovendien heb ik altijd met jong
personeel gewerkt, dus ik weet hoe
ik dat een beetje moet managen. Ik
probeer dat met Wesley ook zo te
doen. In de beginjaren dat Wesley
op stal rondliep, gaf het eigenlijk
meer werk, maar nu hij ouder is
heb ik er gemak van”, bekent Mar-
cel de Boer. “Het loopt nu prima
thuis, dus het is eigenlijk jammer
dat Wesley straks als zijn opleiding
klaar is een jaar of twee de deur uit
gaat, om op een andere stal veel
te leren. Wij hebben ook altijd ge-
zegd: ‘hij moet de deur uit als hij
achttien is en terug willen komen
als hij 21 is’. Nu het allemaal lek-
ker loopt is het verleidelijk om dat
niet te doen, maar we gaan een plan
bedenken om dat wel te doen.”
Van elkaar leren
Op de vraag wat vader en zoon van
elkaar kunnen leren geeft Wesley
het snelst antwoord. “Mijn vader
kan heel goed een paard onder
druk houden en daardoor ook jonge
paarden in de ring maximaal onder-
steunen. Dat is een kwaliteit die ik
er graag bij zou willen hebben.”
De 51-jarige Marcel heeft op zijn
beurt ook nog wat te wensen. “Ik
ben zo’n acht jaar weinig op con-
cours geweest en ik merk dat Wes-
ley nu makkelijker op die hoge
hindernissen aanrijdt dan ik dat
doe. Ook de barrages worden nu
veel sneller gereden. Ik zit in de or-
ganisatie van de Roelofsen Raalte
Winter Classics. Als je kijkt hoe-
veel topsporters daar iedere zater-
dagavond rondrijden, daar ben ik
te oud voor. De honger heb ik nog
wel, maar het is een lange weg. Het
valt me best een beetje tegen om
daar weer in te komen.”
Minder valkuilen
“Ik heb vroeger net als Wesley
ook veel kansen gekregen. Het
verschil is een beetje dat ik van
mijn fouten heb moeten leren, en
met name dat aspect heeft Wesley
nog niet veel ondervonden omdat
je je kind toch snel beschermt. Hij
is minder valkuilen tegengekomen
dan ik vroeger. Toch krijgt Wesley
veel kansen, zo zijn we vanochtend
nog samen met een paar driejarigen
ergens gaan trainen. Hij maakt het
wel allemaal mee, dus op het ge-
bied van gevoel en het dressuur-
matige rijden heeft hij een enorme
voorsprong ten opzichte van mij op
die leeftijd. Wesley kan volwassen
dressuur rijden en volwassen in de
ring rijden. Maar als de valkuilen
niet te diep zijn, kun je daar zeker
ook veel van leren. Daarom is het
ook goed dat hij straks buiten de
deur van alles kan meemaken.”
Die bagage kan Wesley dan mooi
gebruiken om zijn ambities waar
te maken. “Ik ga in de toekomst
het liefst de topsport in. Als dat
niet lukt, wil ik graag voor mezelf
beginnen of het bedrijf van mijn
vader overnemen”, klinkt het en-
thousiast.
SPORT woensdag 30 november 2022 | 8
‘Je kunt veel leren van valkuilen die niet te diep zijn’
Marcel en Wesley de Boer vullen elkaar goed aan
NIEUWLEUSEN – In de eerste wedstrijd van de Blom Hengsten-
competitie in Kronenberg stonden Marcel de Boer en zijn zoon
Wesley naast elkaar in de prijsuitreiking van de klasse Z/ZZ.
Zijn ze in de ring concurrenten van elkaar en hoe verloopt de
samenwerking tussen vader en zoon thuis en op concours? “Wed-
strijdrijden is voor mij een onderdeel van het opleiden, laat Wes-
ley maar voor de prijzen rijden”, legt Marcel de Boer uit.
Wesley de Boer bleef in de klasse Z/ZZ van de eerste omloop in de Blom Hengstencompetitie nipt voor op zijn vader Mar-
cel. Hij werd derde met deze For Friendship (v. For Pleasure). FOTO’S PAARDENKRANT/JACQUELIEN VAN TARTWIJK
Marcel de Boer reed twee foutloze rondes met Levi VDL (v. Arezzo VDL) in de klasse Z/ZZ en werd vierde.
‘We kijken goed wat bij wie past
en verdelen de paarden’