Pagina 27 van: Paardenkrant 49 – 2022

Beste Simone,
Heel erg bedankt dat je aan mij
dacht om je vragen te beantwoor-
den. Je sprak vast en zeker ook
namens mij, toen je zei dat de Na-
tions Cup-wedstrijden een kans
waren om op de wereldranglijst te
klimmen. Ik ben erg dankbaar dat
ik de kans heb gekregen om deel
te nemen aan de EEF Nations Cup
Series in 2021 en de eerste divisie
Nations Cups in 2022, waardoor ik
meer rankingpunten kon verdienen.
Dus om je eerste vraag te beant-
woorden:
1) Denk jij dat de berekening van
de wereldranglijst voor spring-
paarden eerlijk is of neig je liever
naar de manier van de dressuur-
ruiters, waar de wereldranglijst
per paard wordt berekend?
Ik denk dat het berekenen van de
rankingpunten per paard niet per se
gunstig zou zijn voor de springrui-
terswereld. Er is een groot verschil
in het aantal paarden waarmee pro-
fessionele dressuur- en springrui-
ters uitkomen. Of het eerlijk is of
niet, kan ik niet zeggen. Voor mij
persoonlijk is het verzamelen van
rankingpunten grotendeels moge-
lijk gemaakt door de Nations Cup-
series, maar ook door te springen
in andere rankingklassen van twee-
sterren tot vijfsterren.
Het aantal punten dat je verdient bij
de Nations Cups kan relatief hoger
zijn, maar ik wil het belang van
andere rankingklassen niet teniet
doen. De eerlijkheid ervan hangt
van een individueel oogpunt af.
Dus ik zal jouw vraag moeten be-
antwoorden met een wedervraag:
is er een manier om de mate van
eerlijkheid te meten? Want ik vind
het wel de overweging waard dat
zowel in een 1,50 m-speedklasse
als een 1,60 m Grote Prijs evenveel
of meer rankingpunten te behalen
zijn.
Criteria
Om een klasse te classificeren als
een rankingklasse zijn er veel FEI-
regels en voorschriften die de or-
ganisatoren en parcoursbouwers
moeten respecteren. Dit zijn enkele
criteria die volgens mij moeten
worden overwogen bij de evaluatie
van de rankingpunten per competi-
tie, niet alleen afhankelijk van het
prijzengeld, maar ook;
1. Het sterrenniveau van het con-
cours
2. Het niveau van de parcoursbou-
wer en de technische aard van
het parcours
3. Het niveau van de deelnemende
atleten in dat weekend (op basis
van hun ranking)
4. Differentiatie tussen de Grote
Prijs en andere klassen, meer be-
lang hechten aan de Grote Prijs
Ik weet niet of er een goede manier
is om iedereen tevreden te stellen,
maar ik weet zeker dat er een ma-
nier is om het beter te maken en
opkomende paard- en ruitercombi-
naties een kans te geven om een re-
delijk aantal rankingpunten te ver-
dienen. En tegelijkertijd de beste
combinaties ter wereld de kans te
geven zich te onderscheiden van
de rest.
2) Hoe slagen we erin om in onze
sport het welzijn van het paard
nog meer op de eerste plaats te
zetten en de paardensport weer
positiever te presenteren aan het
publiek?
Ik zou hier met mijn antwoord
willen beginnen door terug te
gaan naar de vorige vraag met
betrekking tot de berekening van
de rankingpunten per paard in de
springwereld, wat mogelijk meer
druk legt op de toppaarden en hun
welzijn.
Ik ben niet heel ervaren in de dres-
suurwereld, maar het aantal top-
concoursen om aan deel te nemen
op het hoogste niveau lijkt bedui-
dend lager dan in de springwereld.
De meeste ruiters hebben op top-
niveau meer dan één paard, terwijl
anderen er maar één hebben. Een
grotere reeks aan paarden stelt de
ruiters in staat om ze af te wisselen
en ze krijgen de kans om punten te
winnen zonder steeds maar weer
opnieuw met een specifiek top-
paard te hoeven springen.
Als koningen en koninginnen
verzorgd
De vraag over het welzijn van het
paard is er één die er altijd is ge-
weest de afgelopen jaren. De inter-
pretatie van paardenwelzijn zal er
altijd één zijn die subjectief is. In
tegenstelling tot rankingpunten kan
het niet worden gemeten. Ik weet
dat mijn paarden als koningen en
koninginnen worden verzorgd. En
ik geloof dat ik ook hier voor veel
van mijn collega’s kan spreken.
Topsportpaarden zouden niet in
staat zijn om te kunnen presteren
op het niveau dat ze doen als ze
slecht of oneerlijk worden behan-
deld. Maar het heeft geen zin om
dit van de daken te schreeuwen.
De belangrijkste prioriteit van
elke ruiter zou het welzijn van het
paard en het horsemanship van
de ruiter/groom moeten zijn. De
vraag zou niet moeten zijn of we
het welzijn voorop stellen, maar
hoe ver we gaan om het welzijn
te waarborgen. Als ruiters zouden
we altijd rekening moeten houden
met, en dankbaar moeten zijn voor,
de mensen die elke dag voor onze
paarden zorgen. Ze verzorgen de
paarden alleen met maar één doel
voor ogen: hun welzijn waarbor-
gen. Tot slot wil ik mij richten
tot internationaal parcoursbouwer
Louis Konickx.
KETTINGBRIEF woensdag 7 december 2022 | 27
Ik weet zeker dat er een manier is om het beter te maken
Voormalig wereldkampioene Simone Blum heeft de Ketting-
brief in Duitse handen gehouden door haar Duitse collega,
Jana Wargers, aan te wijzen voor de voortzeting. Indirect zit
er wel een Belgisch tintje aan vast. Jana Wargers behoort
samen met de Italiaanse springruiter Michael Cristofoletti
tot het team van Ashford Farm uit het Belgische Bocholt.
Daarnaast heeft zij zich deze zomer tijdens CHIO Aken in de
kijker gereden via de Nations Cup en teamgoud gewonnen.
In deze editie vertelt Jana of zij voorstander is van de huidige
berekening van de wereldranglijst voor springpaarden of die
van de dressuurpaarden. En na haar betoog over de positieve
insteek van de welzijnsproblematiek in de sport ten aanzien
van het grote publiek eindigt zij bij internationaal parcours-
bouwer Louis Konickx.
Beste Louis,
Mijn vraag aan jou luidt: hoe probeer jij als parcoursbouwer
ervoor te zorgen dat de beste springruiter wint in plaats van
het beste springpaard (of paard-ruiter combinatie)?
Met vriendelijke groet,
Jana Wargers
Er is een groot verschil in het aantal
paarden waarmee professionele dressuur- en
springruiters uitkomen
Ik vind het wel de overweging waard dat
zowel in een 1,50 m-speedklasse als
een 1,60 m Grote Prijs evenveel of meer
rankingpunten te behalen zijn
De Kettingbrief
Simone Blum – Jana Wargers – Louis Konickx