Pagina 3 van: Paardenkrant 49 – 2022

door Mirjam Hommes
Sinds 1 april 2021 is een toezicht-
houder op het voorterrein van dres-
suurwedstrijden verplicht. Veel
verenigingen geven bij de KNHS
aan dat dat lastig te realiseren is.
Arkema: “Er zijn vier à vijfduizend
dressuurwedstrijden per jaar, elk
met meerdere dagdelen waarvoor
een toezichthouder nodig is. Die
wedstrijden bemannen lukt niet
zonder dat juryleden ook allemaal
bijdragen. We leiden momenteel
tachtig aparte toezichthouders op,
maar zelfs achthonderd zou niet ge-
noeg zijn. We hebben per jaar ten-
minste 15.000 keer iemand nodig.”
Een snelle rekensom leert dat dat
zelfs met deze nieuwe regel nog
lastig zal worden.
Geen politieagent
Arkema stuurde eind november
een mail naar alle juryleden waarin
de wijziging in het licentieregle-
ment aangekondigd werd. “De af-
gelopen jaren heeft de KNHS ver-
scherpt ingezet op paardenwelzijn.
Al in 2017 zijn er pilots geweest
met toezichthouders. Er zijn steeds
meer mensen van buiten die van
alles vinden van paardenwelzijn.
Daar moeten wij wat mee. Het gaat
vooral om de preventieve werking
van zo’n official. Er zijn en als het
niet goed gaat, mensen op een nette
manier aanspreken. Het is niet de
bedoeling dat het ‘politieagentje
spelen’ wordt.”
Besluitvorming
Hoekstra: “Het besluitvormings-
traject is prima voorbereid door
het dressuurforum. Als Ledenraad
hebben we vervolgens uitgespro-
ken dat we voor toezichthouders
zijn. Daar is geen enkele discussie
over mogelijk, de paardensport ligt
onder een vergrootglas. We zijn er
samen verantwoordelijk voor dat
we over tien of twintig jaar nog
kunnen rijden. Meerdere Leden-
raadsleden, waaronder ikzelf, heb-
ben voorgesteld om – naast juryle-
den – ook mensen die oog hebben
voor goed paardrijden op te leiden
tot toezichthouder. Dan heb je een
grotere voorraad.” Hoekstra vertelt
dat de verplichting onvermijdelijk
was. “Ik houd ook niet van het
woord ‘moeten’. Maar drie keer
per jaar is niet veel.”
Vijftig mailtjes
Op sociale media ontstond ophef
over het besluit. “Arkema: Ik heb
veel reacties gekregen van mensen
die ook vinden dat het ‘gewoon
nodig is’. Daarnaast kreeg de afde-
ling officials ongeveer vijftig mails
van juryleden die het niet hun rol
vinden. Een enkeling zegt ermee te
stoppen. Op 1.500 juryleden is dat
misschien niet heel raar.” Arkema
kan zich voorstellen dat de sepa-
rate opleiding voor toezichthou-
ders misschien de indruk wekte dat
er geen verplichting voor juryleden
kwam. “Maar als je de aantallen
kent, dan lijkt me duidelijk dat dat
niet reëel is. Wij willen continuï-
teit, dan heb je veel mensen nodig.
Alleen dan is het voor iedereen ook
goed te doen.”
Andere rol
Sommige juryleden vinden de rol
van toezichthouder een andere dan
die van jurylid. ‘Daar ben ik niet
voor opgeleid’ is een veelgehoorde
klacht. Arkema: “Als jurylid ben
je opgeleid om te weten hoe goed
paardrijden eruit ziet. En hoe je
iemand aan moet spreken, want
je moet ook in de ring kunnen op-
treden. In essentie hanteer je als
toezichthouder dezelfde richtlij-
nen. Punten geven in een auto is
voor sommigen misschien mak-
kelijker dan iemand aanspreken.
Maar ik blijf erbij dat het wel zal
moeten. Je hebt wel een rol, jure-
ren is vrijwilligerswerk, maar niet
vrijblijvend . We hebben een sterk
officialcorps en als KNHS staan
we vierkant achter hen, ook in deze
taak. Ik jureer zelf ook en vind toe-
zichthouden eigenlijk best leuk.
Mensen vinden het een goede zaak
dat je er bent. Laatst zei iemand:
‘We vinden wel van alles, maar
spreken elkaar niet aan.’ En dat jij
dan iemand aan moet spreken, is
soms niet leuk inderdaad.” Tegen
verenigingen die bezwaar maken
tegen de extra kosten zegt Arkema:
“Het paardenwelzijn bewaken kost
extra geld, maar we moeten er toch
samen iets aan doen.”
Communicatie
Arkema: “Er zaten best wat jury-
leden bij elke Ledenvergadering
waarin dit besproken is, maar dat
zijn niet de mensen van wie ik nu
Facebookberichten zie. Het besluit
komt niet helemaal uit de lucht
vallen. In onze nieuwsbrieven
naar officials is regelmatig aan-
dacht geweest voor de pilots met
toezichthouders en voor het feit
dat het nieuwe licentiereglement
eraan kwam. Alle dressuurjuryle-
den moeten eind 2022 een extra
module toezichthouder hebben
gevolgd. Ruim 1.100 juryleden
hebben die module al succesvol
afgerond.” Over de verplichting
zelf is inderdaad niet eerder ge-
communiceerd, geeft Arkema toe.
“Maar als we het nu niet doen,
dan kan het pas over drie jaar.” De
Manager Wedstrijdsport meent dat
dat een te groot risico is, gezien
de huidige maatschappelijke druk.
Hoekstra: “Communicatie is één
van de moeilijkste dingen. Natuur-
lijk hebben we geprobeerd om onze
denkrichting aan te kondigen.” De
praktijk met een vrijwillige toe-
zichthouder bleek weerbarstig, zegt
het Ledenraadslid. “En dan opeens
is er een verplichting en hebben we
de kat in de gordijnen. Natuurlijk
moet je de negatieve reacties niet
bagatelliseren, maar wij hebben
deze benadering gekozen omdat
we ervan overtuigd zijn dat het niet
anders kan.”
Ook de topsport
Er kwam ook kritiek op de nadruk
die Arkema’s mail legde op het
toezicht op beginnende wedstrijd-
sporters. De indruk werd gewekt
dat professionals geen toezicht
nodig hadden. Ondertussen maken
organisaties als Dier & Recht geen
filmopnamen bij een ponywed-
strijd op B-niveau, maar bij grote
concoursen. Arkema: “Waar ik op
doelde is dat we steeds vaker, zeker
bij de pony’s, mensen bij wedstrij-
den zien die heel weinig ervaring
en kennis hebben over hoe het er
aan toegaat. Vroeger ging je met
zijn allen met de vereniging op
wedstrijd, maar die ondersteuning
is vaak weg.” Wat betreft de (sub)
top is Arkema duidelijk: “Er moet
ook echt toezicht gehouden wor-
den in de hogere klassen. Goed
toezicht waarborgt paardenwelzijn
en een sportief wedstrijdverloop.
Bovendien is op grotere wedstrij-
den veel publiek. Dan is het mis-
schien nog wel belangrijker om
als professioneel ruiter het goede
voorbeeld te geven.” Klachten
over paard-onvriendelijk rijden
komen meestal niet bij stewards,
toezichthouders of de KNHS te-
recht, vertelt Arkema. “Op sociale
media zien we weleens wat, maar
daar kunnen we niets mee. Als je
iets verkeerd ziet gaan, loop dan
naar de toezichthouder. Zodat deze
indien nodig het gesprek aan kan
gaan met de betreffende ruiter of
amazone.” Hoekstra: “Als men-
sen zien dat er op elk niveau goed
toezicht is, dan straalt dat ook uit
naar de breedtesport. Een toprui-
ter heeft precies hetzelfde te doen
als een recreatieruiter: netjes op-
leiden, paardvriendelijk losrijden
en rekening houden met je paard.
Topruiters hebben echt een voor-
beeldfunctie, daar moet men zich
niet in vergissen. We moeten alle-
maal alert blijven in het belang van
de paardensport.”
SPORT woensdag 7 december 2022 | 3
Verplicht toezichthouden: ‘Het kan niet anders’
ERMELO – De verplichting
voor dressuurjuryleden om
voortaan drie keer per jaar als
toezichthouder op het voorter-
rein te staan, leverde de af-
gelopen periode veel reacties
op. Gerard Arkema, Manager
Wedstrijdsport van de KNHS
en Arie Hoekstra, Ledenraads-
lid voor regio Zuid-Holland
geven uitleg: “We hebben ten-
minste 15.000 keer per jaar
een toezichthouder nodig.”
Dat blijkt niet te lukken zon-
der verplichting.
Sinds 1 april 2021 is een toezichthouder op het voorterrein van dressuurwedstrijden verplicht. Veel verenigingen geven bij de KNHS aan dat dat lastig te realiseren is.
Gerard Arkema, Manager Wedstrijdsport bij de KNHS: “Er zijn vier à vijfduizend dressuurwedstrijden per jaar, elk met meerdere dagdelen waarvoor een toezichthou-
der nodig is. Die wedstrijden bemannen lukt niet zonder dat juryleden ook allemaal bijdragen.” FOTO MELANIE BREVINK-VAN DIJK
Gerard Arkema: “Ik houd ook niet van het woord ‘moeten’. Maar drie keer per
jaar is niet veel.”
Arkema: ‘Wij willen continuïteit,
dan heb je veel mensen nodig’
Arkema: ‘Goed toezicht waarborgt paarden-
welzijn en een sportief wedstrijdverloop’