Pagina 9 van: Paardenkrant 49 – 2022

door Bettine van Harselaar
Na haar ‘transfer’ van Gestüt
Sprehe naar Gestüt Bonhomme
ongeveer een half jaar geleden,
vormde Simone Pearce al snel een
goede match met hun Grand Prix-
hengst Fiderdance (v. Fidertanz).
Binnen enkele maanden reed het
duo op het WK. Met Cadeau Noir,
die net als Fiderdance eerder door
Lena Waldmann in de Grand Prix
werd gereden, duurde het iets lan-
ger om een combinatie te worden.
“Het is een fantastisch paard, maar
hij heeft een heel sterk karakter. We
hebben erg aan elkaar moeten wen-
nen, maar we zijn nu op het juiste
pad. Hij deed het heel goed in Kro-
nenberg, ondanks dat we nog een
paar foutjes hadden.” Over lange-
termijnplannen met beide hengsten
spreekt Pearce sowieso niet graag.
“Dat vind ik met paarden altijd las-
tig. Het zijn dieren en alles kan snel
veranderen. Ik sta er met een ‘open
mind’ in, en de paarden vertellen
mij wat ze aankunnen, we gaan
mee met de flow.”
Van cowgirl naar
dressuuramazone
Dat Pearce als dressuuramazone in
Europa zou eindigen was niet zo
vanzelfsprekend. Opgroeien deed
ze op het platteland van Australië,
waar ze wel paardreed, maar als
een echte cowgirl tussen te koeien.
Voor een vakantiebaantje kwam ze
terecht op een dressuurstal, waar
ze verliefd werd op de sport. Haar
tussenjaar van school besloot ze in
Europa door te brengen, maar ze
keerde niet meer terug. “Ik vond
een baan als groom in Nederland,
bij Johan en Penny Rockx. Ik
was toen achttien en alles behalve
een dressuurruiter. Bij de familie
Rockx leerde ik heel veel en mocht
ik ook mee op internationale wed-
strijden als groom. Ik vond het ge-
weldig. Ook kreeg ik langzaam wat
paarden van hun te rijden.”
De familie Rockx gaf aan dat
Pearce wel gevoel had voor het
rijden en dat ze wellicht verder
kon komen in de sport. Pearce
zocht een baan als amazone, en
kwam terecht bij Sabine Rueben
in Duitsland. Daar kreeg ze jonge
paarden onder het zadel. “Sabine
werkte weer veel samen met Ge-
stüt Sprehe, en zo kreeg ik ook
wat jonge hengsten van hen te rij-
den. Andreas Helgstrand zag me
toen een keer rijden en bood me
een baan aan, maar ik zei aanvan-
kelijk ‘nee’. Ik wilde liever voor
mezelf werken. Ik reed in die pe-
riode op het WK voor jonge dres-
suurpaarden met een merrie van
Peter Perlee, waarna Andreas me
bijna wekelijks belde. Uiteinde-
lijk zei ik toe en werkte ik zo’n
drie á vier jaar bij Andreas. Mijn
tijd daar op stal is een geweldige
leerervaring geweest, maar ik zag
het nooit als iets voor de lange
termijn.” Pearce keerde na haar
tijd bij Helgstrand weer terug naar
Sprehe. Nadat ze enkele mooie
resultaten behaalde met verschil-
lende paarden van Helgstrand,
stootte ze bij Sprehe echt door
naar de wereldtop. Met Destano
(v. Desperados) reed ze zelfs de
Olympische Spelen.
Van Sprehe naar Bonhomme
Nadat haar tijd bij Sprehe ten
einde kwam – waar Pearce ver-
der geen uitspraken over doet –
maakte de amazone de overstap
naar Gestüt Bonhomme. Haar job
bij Bonhomme begon echter met
een enorme domper: op de dag
dat Pearce bij Bonhomme startte,
overleed de eigenaresse van Bon-
homme: Rebecca Gutman. “Dat
was ontzettend naar en natuurlijk
heel gek en raar om zo aan de baan
te beginnen. Rebecca was een ge-
weldig persoon, met wie ik me nog
steeds verbonden voel. Haar visie
met het bedrijf willen we nu rea-
liseren en zo goed mogelijk voort-
zetten. Het bedrijf is prachtig. Ik
rijd zo’n twaalf paarden per dag,
er is een hengstenstation, maar er
staan ook paarden in training van
anderen. Het is mooi, maar over-
zichtelijk en altijd knus qua sfeer.
Ik heb zo’n vijftien paarden onder
mijn hoede, en ik heb nog twee
amazones die voor me rijden. Zij
rijden er iedere dag tien.”
Aussie in Europa
Pearce is dan wel volledig gesetteld
in Europa, ze blijft altijd toch één
van de ‘Aussies in Europa’, denkt
ze zelf. “Australië zal altijd mijn
thuis zijn. Toch zie ik mezelf niet
snel teruggaan. Qua paarden en
wedstrijden is het hier in Europa
echt van een ander niveau dan daar.
Wel zou ik graag wat vaker terug-
gaan om mijn familie te bezoeken.
Als ze hier zijn, vind ik het altijd
heel lastig als ze weer weggaan.
Maar gelukkig heb ik in Duitsland
nog een paar ‘fellow Aussies’ die
me zeer dierbaar zijn, zoals Lyndal
Oatley en Warwick McLean.”
Hier in Europa leerde Pearce naar
eigen zeggen ‘rijden als geen
ander’. “Ik heb gereden in Neder-
land, Duitsland en Denemarken,
en ieder land heeft weer zijn eigen
manier van trainen. Ik neem overal
wat van mee.” Ondanks dat ze
voorheen regelmatig iemand had
die met haar training meekeek,
heeft Pearce momenteel geen vaste
trainer. “Vooral op detailniveau heb
je eigenlijk wel iemand nodig. We
zijn hier bij Bonhomme wel aan
het rondkijken, maar ik kan mezelf
ook goed redden. Ik heb inmiddels
heel veel geleerd en heb altijd alles
zelf uit moeten vinden. Ik heb veel
paarden, ook lastige, gereden en
vaak was het ‘trial and error’ om te
zien wat werkte. Daar heb ik veel
van geleerd.”
DRESSUUR woensdag 7 december 2022 | 9
Simone Pearce: ‘Altijd alles zelf moeten uitvinden’
KRONENBERG – Met twee scores rond de 70% was het inter-
nationale debuut van de Australische Simone Pearce en de hengst
Cadeau Noir (v. Christ) afgelopen weekend op het CDI bij De
Peelbergen geslaagd. De 31-jarige Pearce kwam als jong meisje
– ‘eigenlijk was ik nog een cowgirl en wist ik niets van dressuur-
rijden’ – voor een tussenjaar van school naar Europa, maar ziet
zichzelf niet meer terugkeren naar de andere kant van de wereld.
Inmiddels heeft ze al vele WK’s voor jonge dressuurpaarden, de
Olympische Spelen in Tokio en het WK in Herning op haar ere-
lijst staan.
De Australische
Simone Pearce
kwam voor een
tussenjaar naar
Europa, werd
verliefd op de
dressuursport
en keerde nooit
meer huiswaarts.
Inmiddels werkt
ze bij Gestüt
Bonhomme,
waar ze vanaf
het begin een
goede klik had
met deze Fider-
dance. FOTO’S WWW.
ARND.NL
In de tijd dat ze bij Gestüt Sprehe werkte, reed Simone Pearce met Destano op de Olympische Spelen in Tokio.
Marlies van Baalen in topvorm
De startlijst van CDI Kronenberg was afgelopen weekend goed gevuld met veel
topcombinaties van over de hele wereld. Voor Nederland was vooral Marlies
van Baalen zeer succesvol met haar op Dressuurstal Van Baalen zelf gefokte
paarden. Met Jacky Kennedy DVB (v. Damsey) won ze de Intermédiaire I, en werd
ze tweede in de Prix st. Georges en de Kür achter Joyce van Rooijen-Heuitink
met Gaudi Vita (v. Apache). Misschien wel nog mooier was haar geslaagde in-
ternationale debuut met Habibi DVB (v. Don Schufro): ze won de Grand Prix en
werd nipt tweede in de Spécial achter de Britse Annabella Pidgley met Charlotte
Dujardins voormalige toppaard Gio (v. Apache). Van Baalen was heel blij met
Habibi: “Heel leuk om te weten dat hij zo goed ontvangen wordt door de juryle-
den. Habibi heeft echt de wow-factor en kan alles. Hij kan heel mooi verruimen
en is ook heel scherp om op lichte hulpen de piafferen en te passageren.” Patrik
Kittel won met Delaunay OLD (v. Dr. Doolittle) de Kür in Kronenberg, waarna hij
bekend maakte dat deze overwinning de laatste wedstrijd was van zijn ‘Dude’:
de zestienjarige ruin mag van zijn pensioen gaan genieten.
Ook bij de jeugd waren er mooie Nederlandse resultaten. Overwinningen waren
er bij de young riders: Micky Schelstraete schreef met Knight Rider (v. Uphill) de
Landenproef en Kür op haar naam. Haar moeder Jonna deed overigens ook
goede zaken in de Lichte Tour met Ironman (v. Ferro), met twee derde plaatsen
en een tweede plaats. Bij de junioren schreef Lara van Nek met Jappeloup (v. All
at Once) de Individuele proef op haar naam.
»Voor uitslagen: zie pag. 26
‘Ik sta er met een ‘open mind’ in, en de
paarden vertellen mij wat ze aankunnen, we
gaan mee met de flow’ ‘Qua paarden en
wedstrijden is het hier
in Europa echt van een
ander niveau dan in
Australië’