Pagina 23 van: Paardenkrant 5 – 2022
Beste Theo,
Zoals je weet is de JOC de enige
Horse Owners Club die erkend is
door de FEI. De Club staat open
voor alle paardeneigenaren van wie
de paarden deelnemen aan inter-
nationale springevenementen, van
tweesterren- tot vijfsterrenniveau.
Bij de Club delen we een gemeen-
schappelijke passie voor springen en
paardensport. Ook verdedigen wij
de belangen van paardeneigenaren
in de sport. We werken hand in hand
samen met de FEI, de EEF, met alle
nationale federaties en alle belang-
rijke stakeholders in onze sport. We
willen duidelijk en krachtig onze me-
ning geven over de organisatie van
de sport, de regels en benodigdheden
en alle strategische beslissingen die
voor de toekomst genomen moeten
worden.
Op een kruispunt
Wij geloven in een mooie toekomst
voor onze sport als we in staat zijn om
samen de juiste beslissingen te nemen
op het gebied van organisatie, regels
en benodigdheden, maar vooral ook
op het gebied van strategische positi-
onering. Er zijn inderdaad belangrijke
zaken waarmee onze springsport,
die duidelijk op een kruispunt staat,
wordt geconfronteerd. We moeten de
komende jaren allemaal vastberaden
vooruit gaan en krachtige beslissingen
nemen om de duurzaamheid van onze
sport en de toekomstige groei ervan te
verzekeren.
Ten eerste moeten we ervoor zorgen
dat onze sport een schone sport blijft,
waarbij het welzijn van het paard de
belangrijkste prioriteit is. Er is in het
verleden veel gedaan, maar we zien
dat de druk van buitenaf in een alar-
merend tempo toeneemt – meestal
doordat mensen niet weten wat onze
sport inhoudt. Dat gezegd hebbende,
ongeacht wat we er ook van vinden,
moeten we erkennen dat het een
groot probleem is. We nemen een
groot risico als we niets doen.
Als we passief blijven, komen we
misschien in een situatie terecht
waarin ons niet langer wordt toege-
staan om wedstrijden te rijden met
onze paarden – hoewel niemand
weet wanneer – of zelfs maar op
onze paarden te rijden. Maar weini-
gen in onze sport begrijpen dat, of
geven er zelfs maar om, omdat het
iets is waarvan ze denken dat het niet
zal gebeuren of in de toekomst zal
gebeuren en dat het hen niet raakt.
Ten tweede is de geloofwaardigheid
van onze sport gebaseerd op een een-
voudig principe: verdienste boven
geld. We moeten streven naar gelijke
kansen voor iedereen. Daarom moe-
ten we over een uitnodigingssysteem
beschikken dat bij dat principe past.
Natuurlijk zal het zeker beperkingen
opleggen aan de mogelijkheden van
organisatoren om hun concoursen
te financieren. Dit is echter een pro-
bleem dat moet worden aangepakt en
dat transparantie vereist.
We moeten het principe van meri-
tocratie (waarbij prestaties en capa-
citeiten belangrijker zijn dan status
of afkomst) krachtig steunen, en het
moet zwaarder wegen dan geld. We
moeten echter een evenwichtige re-
gelgeving vinden die ook rekening
houdt met de organisatoren. In dit
opzicht moeten we toewerken naar
een duidelijk standpunt over betaal-
kaarten en dat zal geen gemakke-
lijke taak zijn. Betaalkaarten zijn er
inderdaad – in vele vormen – en het
beste zou waarschijnlijk zijn om een
evenwichtige positie te vinden die
voor iedereen werkt. Dit vraagt wel
wat extra werk.
Democratie en transparantie
Ten derde zijn democratie en trans-
parantie tussen alle stakeholders es-
sentieel als we vooruitgang willen
boeken en samen een betere toe-
komst voor onze sport willen creë-
ren. In dat opzicht is het van groot
belang dat onze sport echt democra-
tisch functioneert, zodat iedereen,
op zijn of haar niveau, het gevoel
heeft dat er bij beslissingen echt re-
kening wordt gehouden met zijn of
haar mening. In deze context zijn de
stemregels, één land, één stem, zeer
streng en geven ze een onevenredig
gewicht aan de kleinere landen in
vergelijking met de grotere landen
in de springsport. We begrijpen deze
regel, maar misschien zouden er mi-
nimumeisen moeten zijn aan het aan-
tal paarden en ruiters uit een land om
te mogen stemmen op de Algemene
Vergadering van de FEI.
Wat betreft de relatie van de FEI met
de grootste stakeholders (ruiters,
eigenaren, organisatoren, officials,
chefs d’équipe, enz.), denken we
dat het goed zou zijn als ze allemaal
vertegenwoordigd zouden zijn in de
Jumping Commissie. De JOC is van
mening dat dit de goodwill bevordert
bij de mensen die het meest actief
zijn in de springsport.
Dit zou de betrokkenheid van haar
leden verzekeren. Het zou er ook
voor zorgen dat belangrijke stake-
holders systematisch worden geraad-
pleegd over alle belangrijke kwesties
in onze sport. Wij zijn van mening
dat het Jumping Comité het meest ef-
fectief en geloofwaardig zou zijn als
het zou zijn samengesteld uit verte-
genwoordigers van alle stakeholders.
Dit geldt vooral voor eigenaren. Het
paard is een atleet en de echte en na-
tuurlijke vertegenwoordiger van het
paard is de eigenaar. Als we willen
dat atleten vertegenwoordigd zijn
in de springcommissie, is het heel
logisch dat naast de ruiters ook de
eigenaren in de springcommissie
vertegenwoordigd zijn.
Publiek terug
Ten vierde is onze sport geweldig, het
creëert intense emoties en de connec-
tie met het paard is fantastisch. We
moeten er alles aan doen om er weer
een populaire sport van te maken. In
Europa is het wereldwijd de derde
sport op het aantal licentiehouders
en toch behoudt het het imago van
een sport dat voorbehouden is aan de
elite. We moeten dit veranderen en
ervoor zorgen dat het publiek terug-
komt naar onze stadions.
Dit zullen we bereiken door emotie
te creëren, de mooiste formats van
onze sport, de Nations Cups, en de
World Cups, nieuw leven in te blazen
en de beste competities leesbaarder
te maken. Als er meer dan honderd
vijfsterrenevenementen per jaar zijn,
hoe kan het gewone publiek dan
begrijpen waar het beste van onze
sport is? Bij tennis zijn er slechts vier
‘Grand Slam-toernooien’ en iedereen
weet dat de beste spelers daar zullen
zijn. Misschien is het tijd om vijf of
zes evenementen uit te kiezen uit de
beste vijfsterrenwedstrijden die baat
zouden hebben bij een zessterren-
label, de crème de la crème. Mis-
schien moet het aantal sterren dat
aan evenementen wordt toegekend
niet langer alleen rechtstreeks wor-
den gekoppeld aan hun verdeelde
prijzengeld, maar ook op basis van
andere criteria, en vooral, publiek en
media-aantrekkingskracht.
De Nations Cups waren vroeger
het DNA van onze sport. Ze stelden
ruiters en paarden in staat om voor
hun land te strijden. Deelnemen
aan een teamevenement onder de
nationale vlag werd als een ultiem
doel beschouwd. De Nations Cup-
series waren vaak een belangrijke
reden voor paardeneigenaren om
in de sport te investeren. Ten slotte
promootten ze de sport bij de jonge
generatie op een zeer unieke en po-
sitieve manier.
Om een aantal redenen heeft deze
serie echter veel van zijn aanzien
verloren. Eén van de redenen is na-
tuurlijk dat het prijzengeld te laag is
in vergelijking met de nieuwe serie.
Een andere reden heeft te maken met
de kwalificatieregels die te complex
zijn en het hele systeem moeilijk te
begrijpen maken! De JOC steunt alle
inspanningen om de aantrekkelijkheid
van de Nations Cup te herstellen.
Uitnodigingssysteem
De World Cups vormden vroeger
de beste indoorcompetitie. Ook hier
hebben ze, net als de Nations Cup,
een deel van hun prestige en glans
verloren. Eén van de redenen is ui-
teraard opnieuw het prijzengeld
dat te laag is in vergelijking met de
beste andere indoorcompetities. Een
andere reden is dat de World Cup
een ander en complex uitnodigings-
systeem heeft.
Wij zijn van mening, maar deze
overtuiging wordt niet door alle
partijen gedeeld, dat een manier om
de aantrekkelijkheid van de World
Cup te herstellen, is door hetzelfde
uitnodigingssysteem te gebruiken
als bij andere concoursen. Hoe dan
ook, de JOC zal alle inspanningen
ondersteunen die worden gedaan om
de aantrekkelijkheid van de World
Cup-serie te herstellen.
Misschien is het ook nodig om paar-
den meer in de spotlights te zetten
en sterren van ze te maken. In dit
opzicht is het zeer verrassend dat er
geen Paard van het Jaar Award wordt
uitgereikt tijdens de FEI General As-
sembly. De JOC heeft daarom aan de
FEI voorgesteld om een nieuwe prijs
in het leven te roepen. Ons idee zou
inderdaad niet noodzakelijk het beste
paard van de ranglijst belonen, maar
een paard, alle disciplines samen
(springen, dressuur, eventing, enz.),
dat het jaar zou hebben gemarkeerd
door zijn prestaties, of andere grote
verrichting, of door zijn charisma.
Concluderend is de JOC zeer opti-
mistisch over de toekomst van de
springsport. Het zal echter werk ver-
gen om onze sport de komende tien
jaar op het juiste spoor te zetten en
een gezamenlijke spirit van goodwill
onder alle stakeholders te krijgen om
samen te werken. In dit opzicht is het
werk van de European Equestrian
Federation met haar rondetafel over
de toekomst van de springsport in
Europa, dat binnenkort zal worden
gepresenteerd aan de voorzitter van
de FEI, een grote stap voorwaarts.
Voor de volgende Kettingbrief stel
ik Sabrina Ibáñez, de secretaris-ge-
neraal van de FEI, voor met de vol-
gende vraag:
KETTINGBRIEF woensdag 2 februari 2022 | 23
Krachtige beslissingen nemen om duurzaamheid te verzekeren
Het is logisch dat twee voorzitters, EEF-voorzitter Theo
Ploegmakers en de voorzitter van de Jumping Owners Club
(JOC) Dominique Mégret, elkaar opvolgen in deze serie.
Beide organisaties zijn internationaal georiënteerd en hebben
met elkaar te maken. In deze Kettingbrief gaat de Fransman
Dominique Mégret in op het vraagstuk van EEF-voorzitter
Ploegmakers of paardeneigenaren in deze huidige tijd nog
voldoende toekomstmogelijkheden zien voor de springsport.
De secretaris-generaal van de FEI, Sabrina Ibáñez, komt vol-
gende week aan het woord.
Beste Sabrina,
Ik ken je toewijding aan de Paralympische sport en gender-
gelijkheid. Hoe vertaalt dit zich voor onze springsport?
Met vriendelijke groet
Dominique Mégret
De Kettingbrief
Theo Ploegmakers – Dominique Mégret – Sabrina Ibáñez