Pagina 4 van: Paardenkrant 50 – 2021

door Rick Helmink
Vanaf 1 september 2020 is Iris Boel-
houwer technisch directeur van de
KNHS. Ruim een jaar nu. En het is
inmiddels ook duidelijk dat er een
frisse wind waait in de Nederlandse
topsport. Op z’n laatst op 15 novem-
ber 2021 kende iedere Nederlandse
paarden(sport)liefhebber de naam
Iris Boelhouwer. Dat was de datum
dat de KNHS bekend maakte de sa-
menwerking met Rob Ehrens na ne-
gentien jaar te beëindigen. Over die
beslissing van de KNHS is inmiddels
alles wel gezegd en daarover sprak
De Paardenkrant ook niet met Boel-
houwer. Wel over wat de uit de me-
diawereld afkomstige zakenvrouw
als ‘buitenstaander’ gezien heeft in
het afgelopen jaar en hoe ze de toe-
komst ziet. We gaan diep in op de
dressuursport en de eventing en blik-
ken vooruit richting de WEG in Her-
ning volgend jaar en de Olympische
Spelen in Parijs (2024). Daar waar
Boelhouwer absoluut wil gaan voor
teammedailles.
Je bent nu ruim een jaar technisch
directeur van de KNHS. Hoe is dat
eerste jaar verlopen, hoe blik je
daar op terug?
“Ik ben natuurlijk in een gekke peri-
ode begonnen. Ongeveer een maand
na mijn aantreden werd de sport in
Nederland weer aan banden gelegd
in verband met het coronavirus en
even later gold dat ook voor veel an-
dere delen van Europa, dat ging ei-
genlijk de hele winter zo door. De
eerste maanden heb ik dus voorna-
melijk doorgebracht achter mijn lap-
top en ben ik druk geweest met
lobbyen om de paardensport in Ne-
derland – in ieder geval voor top-
sporters – weer op gang te krijgen.
Dat lukte in februari, toen konden we
voor de Nederlandse Grand Prix-rui-
ters weer een K&U-wedstrijd orga-
niseren in Tolbert en twee weken
later in De Meern. Toen het eindelijk
gelukt was om weer wat te organise-
ren voor de Nederlandse topruiters
kwam het volgende drama: de rhino-
uitbraak in Valencia en toen lag de
sport weer wekenlang stil op het Eu-
ropese vasteland. Dat duurde tot half
april en daarna ging het eigenlijk van
nul naar honderd. Dus eigenlijk
begon het echte kennismaken met de
topsport en de ruiters daarna pas.
Toen de concoursen eenmaal weer
op gang waren ben ik bijna elk
weekend op pad geweest tot en met
Boekelo in oktober.”
En wat heb je daar aangetroffen?
Wat is je opgevallen, hoe heb je de
Nederlandse hippische topsporters
en de hippische topsportwereld
leren kennen?
“Ik was onder de indruk van de Ne-
derlandse hippische topsporters. Niet
alleen om hun sportmentaliteit en de
wil om altijd het beste uit zichzelf en
hun paard te halen, maar ook hun on-
dernemerschap. En dat geldt niet al-
leen voor de ruiters, maar ook voor
de teams rondom die ruiters. En ook
de topsportafdeling van de KNHS,
een ontzettend gemotiveerde groep
mensen die een topsportprestatie heb-
ben geleverd richting de Spelen. Je
wilt niet weten wat er dit jaar alle-
maal kwam kijken bij de logistiek en
de voorbereiding richting Tokio. Wat
betreft de prestaties hebben de ruiters
zeker goede dingen laten zien. En dan
denk ik natuurlijk aan de bronzen
medaille van Maikel van der Vleuten
en Beauville Z, maar ook bijvoor-
beeld de winst van de Nations Cup.
Wat betreft de dressuurruiters had ik
gehoopt dat er op de Spelen nog een
plaatsje hoger in had gezeten. Een
medaille was niet realistisch, dat wist
eigenlijk iedereen van te voren. Maar
toch had ik op iets meer gehoopt, net
een tandje beter. Van de eventing heb
ik wel echt wakker gelegen, Tokio
was desastreus en ook de rest van het
seizoen was niet veel beter.”
Graag zou ik eerst in willen gaan
op de dressuur. Kun je nog iets
dieper ingaan op hoe het jaar wat
jou betreft is verlopen?
“Het viel nog niet helemaal mee. We
hadden dit jaar natuurlijk veel jonge
combinaties in de Grand Prix, waar-
van we een zeer veelbelovende niet
op de Spelen hebben gezien. De
kwestie Hermès zit me nog steeds
heel hoog, ik kan het heel moeilijk
verkroppen dat de FEI alleen gehan-
deld heeft naar de letter van hun re-
glement en niet naar de geest van de
sport. Natuurlijk kunnen we daarbij
ook naar onszelf kijken en hebben we
zeker gesprekken gehad over of we
het net nog wijder moeten uitgooien.
Hermès had voor februari 2021 nog
maar één Grand Prix-proef gelopen
en kwam pas echt in de picture op de
K&U-wedstrijd in Tolbert, dat was na
de sluitingsdatum van de FEI op 15
januari. Je zou dan theoretisch heel
ver moeten gaan in het checken van
de paarden. Wat betreft de kampioen-
schappen had ik gehoopt dat er net
een tandje meer in had gezeten, maar
het is ook niet zo dat ik kan zeggen
dat ik teleurgesteld ben. De scores die
zijn gereden in Tokio en Hagen
waren vooraf ook zo ingeschat.”
Op het Europees Kampioenschap
was Dinja van Liere met Haute
Couture de beste Nederlandse
combinatie. In Tokio was Van
Liere meereizende reserve en
kwam ze niet in actie. Had deze
combinatie niet in het team moe-
ten zitten op de Spelen?
“Achteraf is het natuurlijk altijd
makkelijk praten. Ik sta achter de be-
slissingen zoals ze gemaakt zijn door
bondscoach Alex van Silfhout en
was daar natuurlijk ook bij betrok-
ken.”
Dinja van Liere kwam pas relatief
laat op de long list voor de Spelen,
werd ze überhaupt als kandidate
op tijd genoeg serieus genomen?
“Het was niet te laat wat mij betreft
en het lijkt me ook normaal dat een
bondscoach het eerst even wil aankij-
ken met zo’n combinatie. Een combi-
natie bestaande uit een negenjarig
paard met drie nationale Grand Prix-
proeven in de benen en amazone met
nog relatief weinig ervaring op het
hoogste niveau. Dat betekent niet dat
je die combinatie niet heel nauw in het
vizier moet houden. En daarbij: het
belangrijkste is dat een combinatie op
de lijst staat als het moet. En dat was
het geval met Dinja.”
Maar ook later in het seizoen is er
nog wat van te zeggen: Alex van
Silfhout heeft het nagelaten om
Haute Couture en Go Legend een
directe confrontatie – door ze
beide de Spécial te laten lopen óf
door Haute Couture op te nemen
in het Nations Cup team in plaats
van Hermès – aan te laten gaan op
CHIO Rotterdam, terwijl de week
voorafgaand aan Rotterdam al
duidelijk was dat Hermès moge-
lijk niet zou kunnen.
“Met die stelling ben ik het niet eens.
Op de vrijdag van CHIO Rotterdam
diende er nog een zitting voor het
FEI Tribunaal en wij waren werke-
lijk in de overtuiging dat de FEI daar
hun fout recht zou zetten.”
Maar moet een bond ook niet van
het minder positieve scenario uit-
gaan?
“Je moet altijd in je achterhoofd re-
kening houden met verschillende
scenario’s, maar in Rotterdam zaten
wij nog op koers dat de kwestie Her-
mès opgelost zou worden. Ik vind
trouwens dat we nu wel heel erg diep
ingaan op een specifieke gebeurtenis
in een terugblik op een jaar.”
Dan groter geformuleerd: ben je
het eens met de beslissingen die
door Alex van Silfhout zijn ge-
maakt dit jaar? Ben je tevreden
over zijn functioneren als bonds-
coach?
“Ja ik ben tevreden over zijn functi-
oneren. En daarbij is het natuurlijk
niet zo dat hij in zijn eentje beslissin-
gen neemt en dat er altijd evaluatie-
punten zijn. Dat geldt voor iedereen.
Bij alle beslissingen is de afdeling
topsport ook betrokken en ik dus
ook. Achteraf is het altijd makkelijk
praten, maar met de kennis van toen
heeft hij volgens mij de juiste keuzes
gemaakt.”
Nog groter geformuleerd: ben je
tevreden over de Nederlandse
dressuursport?
“Nee we moeten stappen maken.
Heel grote stappen. En die zijn ei-
genlijk ook veel groter dan een
bondscoach alleen. We hebben in de
afgelopen jaren gezien dat in de ju-
rywaardering nog meer nadruk
wordt gelegd op een makkelijk
gaand paard, een paard dat zijn proef
vanzelf lijkt te lopen. En ten opzichte
van andere landen lopen wij daar
achter. En dat is niet op te lossen
door een memo te sturen aan de rui-
ters, dat is veel groter.”
‘Een dressuurproef in Tolbert moet net zo
Iris Boelhouwer: ‘Grote verandering is nodig in de dressuur’
“Met de dressuursport moeten we grote stappen maken, heel grote stappen”, aldus
Iris Boelhouwer. FOTO’S WWW.ARND.NL
ERMELO – De KNHS nam dit najaar afscheid van Rob Ehrens als
springbondscoach omdat het volgens de bond en de topruiters tijd
is voor een frisse wind. Direct rees daarbij de vraag hoe het dan zit
bij de dressuur en de eventing waar nog minder successen werden
behaald in de afgelopen jaren. Moet door die disciplines niet ook de
bezem? De Paardenkrant vroeg dat Iris Boelhouwer en het ant-
woord is duidelijk: “Ja, er moet ook daar veel veranderen.” Maar
wat er daar moet veranderen is meer dan ‘een frisse wind’, dat gaat
in de dressuur zelfs veel verder.
Dressuurbondscoach Alex van Silfhout is zich volgens Iris Boelhouwer heel bewust
van de punten waaraan gewerkt moet worden.
woensdag 15 december 2021 | 4ALGEMEEN
‘Relatiebeheer met de eigenaren
kan en moet veel beter’
Minstens zo belangrijk als de ruiters zijn de eigenaren in de topsport. Zeker gezien
de zorgen die Iris Boelhouwer uit over de springsport (zie kader 133 vijfsterrenwed-
strijden in 2022). In de springsport is te zien dat landen die goede eigenaren hebben,
zoals bijvoorbeeld Zweden of Zwitserland, ook goede resultaten behalen. Doet de
KNHS genoeg voor eigenaren? “Financieel hebben we niet de mogelijkheden om ei-
genaren nog meer te ondersteunen, maar wat we wel veel beter moeten doen is
het relatiebeheer met de eigenaren. Daar schieten we tekort, dat durf ik wel hardop
te zeggen. We moeten zorgen dat we de eigenaren nog meer betrekken en ze nog
meer het gevoel van waardering geven. Dat moet en kan nog echt veel beter.”