Pagina 27 van: Paardenkrant 6 – 2022

Beste Dominique,
Paardensport wordt vaak gezien als
de gouden standaard voor diversi-
teit en inclusie in de sportwereld.
Vrouwelijke en mannelijke paar-
densportatleten strijden immers
op hetzelfde podium om dezelfde
medailles, van de basis tot het eli-
teniveau op Olympische Spelen
en Wereldkampioenschappen. Er
zitten geen geslacht gebaseerde
biologische voordelen aan het zijn
van een paardensportatleet en er is
geen geslachtsidentificatie vereist
om deel te nemen aan een FEI-
competitie.
Wat belangrijk is, is de unieke band
tussen paard en atleet, en de ver-
fijnde communicatie met het paard,
en de parasport is stevig verankerd
in deze paard/mens verbinding. Het
succes van deze partnership in de
sportarena is het resultaat van ge-
duld, empathie, hard werken en een
enorme hoeveelheid affectie tussen
zowel de mens als de paardenatleet.
Meer inclusie
Maar diversiteit en inclusie zijn
geen wondermiddel. Het is een
mindset en een belangrijke voor-
waarde voor de groei en duurzaam-
heid van onze sport, en het funda-
ment waarop we een goed bestuur
bouwen. Het vereist dat iedereen
openstaat voor een gelijke invloed
van macht in de besluitvorming.
Het betekent dat iedereen verant-
woordelijk is. En het vereist het
oprichten van paden voor meer in-
clusie aan de besluitvormingstafel,
wat er op zijn beurt voor zal zor-
gen dat onze geliefde sport relevant
blijft voor vandaag en morgen.
Gendergelijkheid was niet altijd
vanzelfsprekend in de paarden-
sport. Er was veel weerstand bin-
nen de gemeenschap en het liep
niet allemaal van een leien dakje.
In de begin edities van de Olympi-
sche Spelen namen alleen mannen
van nationale militaire teams deel
aan de paardensportevenementen.
En pas in de jaren vijftig werd
vrouwen toegestaan om in som-
mige disciplines naast mannen te
strijden.
De participatie van vrouwen begon
met dressuur op de Olympische
Spelen van 1952 in Helsinki met
vier vrouwelijke atleten. Eén van
deze vrouwen, de Deense Lis Har-
tel, versloeg de verwachtingen
door de zilveren medaille te pak-
ken, ondanks dat ze verlamd was
onder de knieën en beperkte mobi-
liteit had in haar armen en handen
nadat ze in 1944 polio had opge-
lopen. Vrouwelijke atleten waren
in staat om deel te nemen aan het
springen op de Olympische Spe-
len van 1956 en vervolgens aan de
eventing in 1964.
Er moest een enorme culturele ver-
schuiving plaatsvinden voor vrou-
wen om geaccepteerd te worden als
gelijken in de wedstrijdarena. Maar
hoewel er een collectief ontwaken
is geweest rond de principes van
gendergelijkheid en kansen, heeft
het nog steeds niet alle belemme-
ringen voor deelname weggeno-
men. Terwijl vrouwelijke leden nu
veertig procent van het FEI-bestuur
vertegenwoordigen, moet er nog
heel wat werk worden verzet om de
genderdiversiteit in onze nationale
federaties te vergroten.
Waarom is dit belangrijk?
Welnu, diverse en inclusieve sport-
organisaties leiden tot meer innova-
tieve teams die de marktdynamiek
beter weerspiegelen en een ster-
ker probleemoplossend vermogen
hebben. Dit is vooral belangrijk
vandaag de dag, aangezien onze
sport onder reputatiedruk staat en
te maken heeft met veranderend
consumentengedrag en -voorkeu-
ren. Diversiteit in ons besluitvor-
mingsproces is nodig als we ervoor
willen zorgen dat springen relevant
blijft en we vol vertrouwen naar het
volgende niveau kunnen gaan.
Als organisatie heeft de FEI een
belangrijk top-downbeleid inge-
voerd om de structurele belem-
meringen voor gendergelijkheid en
diversiteit op leiderschapsniveau te
verminderen. De criteria van de be-
noemingscommissie stellen nu dat
als er vergelijkbare kandidaten zijn
voor een functie, de voorkeur moet
worden gegeven aan het geslacht
dat ondervertegenwoordigd is in
de instantie. Dit geldt ook voor de
commissies waar meer vrouwen
dan mannen zijn!
De FEI heeft ook de Gender Equa-
lity Grant in het leven geroepen in
de paardensport, die 20.000 Zwit-
serse frank toekent aan een speci-
fiek project of programma van de
nationale federatie waarvan het
hoofddoel en de focus de bevor-
dering van gendergelijkheid is. Dit
kunnen programma’s zijn met be-
trekking tot bestuur en administra-
tie, deelname van atleten, coaches,
officials, grooms en hoefsmeden.
Het project of programma dat kan
profiteren van de toelage wordt ge-
selecteerd door het FEI Solidarity
Committee op zijn jaarlijkse ver-
gadering.
Er is vaak op gewezen dat springen
een relatief lage vertegenwoordi-
ging van vrouwen heeft in de elite
niveaus van de discipline. Uit de
prestaties van vrouwelijke atleten
als Simone Blum of Beezie Mad-
den blijkt duidelijk dat dit niet te
wijten is aan een gebrek aan vaar-
digheid of horsemanship.
Wat we wel uit ervaring weten,
is dat competitie op hoog niveau
een levensstijlkeuze is. Spring-
sporters zijn veel onderweg en in
veel gevallen is het een keuze tus-
sen een gezin hebben of een full-
time beroep uitoefenen. Dit is een
probleem dat vrouwelijke atleten
in alle sporten treft, niet alleen de
paardensport.
Zwangerschapsverlof
Bij springen kunnen de Longines
Ranking-punten van een vrouwe-
lijke atleet echter worden bevroren
bij het verklaren van zwanger-
schapsverlof. Onze sport was één
van de eersten (zo niet de eerste)
waarin dit werd ingevoerd. Dit
werd gedaan om ervoor te zorgen
dat vrouwelijke atleten na hun
zwangerschapsverlof terug kunnen
keren naar een bepaald niveau van
competitie, aangezien Longines
Ranking-punten een cruciale rol
spelen bij het verkrijgen van uitno-
digingen voor grote evenementen
met veel prijzengeld. Deze bevrie-
zing van rankingpunten is nu ook
mogelijk na een ongeval.
Dit bevordert de gelijkheidsagenda
omdat mannen en vrouwen zo geen
punten verliezen wanneer ze om
medische redenen niet in staat zijn
om te concurreren. Dus hoewel de
paardensport een genderneutraal
speelveld bevordert, door mannen
en vrouwen gelijke competitieve
kansen te geven, verandert dat
niks aan de externe druk waarmee
vrouwen nog steeds worden gecon-
fronteerd, of de historische onder-
vertegenwoordiging die vrouwen
hebben proberen te overwinnen op
het topniveau van de sport.
Dit is niet alleen een probleem
voor vrouwelijke atleten, maar
voor vrouwen in alle lagen van de
bevolking en de oplossing vereist
een gezamenlijke inspanning van
het bedrijfsleven, de overheid en
de samenleving. Dit zal tijd vergen
en het vereist ook een open discus-
sie tussen de belangrijkste stake-
holders in de springdiscipline om
praktische manieren te vinden om
de deelname van vrouwelijke atle-
ten in de elite-niveaus te vergroten.
Geregistreerde FEI-discipline
Zoals we vorig jaar in Tokio zagen,
zijn de Paralympische Spelen een
belangrijk platform om diversiteit
en inclusie in de samenleving te sti-
muleren. Dit is niet verwonderlijk,
want parasport is een ongelooflijke
demonstratie van wat mogelijk is,
wanneer de juiste structuren en on-
dersteuning aanwezig zijn.
De FEI is zich bewust van de wen-
sen van sommige leden van de
Para Equestrian gemeenschap om
Para Jumping als geregistreerde
FEI-discipline te hebben. En we
hebben uitgebreid gesproken met
inspirerende jonge atleten, zoals de
Engelse Ashleigh Harley die een
documentaire heeft gemaakt om de
sport onder de aandacht te brengen.
Voordat Para Jumping een interna-
tionale sport kan worden en erkend
kan worden door de FEI, moet er
erkenning zijn op nationaal niveau,
met goed gestructureerde wed-
strijdformats, sterke regels en stan-
daarden en voldoende wereldwijde
deelname en betrokkenheid.
Het FEI Algemeen Reglement
(Art. 100.5) staat toe dat onze
leden nieuwe disciplines voorstel-
len, en het is aan de Algemene
Vergadering om te beslissen of er
een nieuwe discipline aan de FEI-
familie moet worden toegevoegd.
Daarom is het belangrijk om er-
voor te zorgen dat de sport zich
nationaal heeft ontwikkeld en een
zekere internationale relevantie
heeft bereikt, aangezien de beslis-
sing van de Algemene Vergadering
gebaseerd zal zijn op de huidige
status van de sport en het potenti-
eel voor ontwikkeling over de hele
wereld.
Graag wil ik Amanda Bond, voor-
zitter van het FEI Para Equestrian
Committee, de volgende vragen
voorleggen.
KETTINGBRIEF woensdag 9 februari 2022 | 27
Diversiteit in ons besluitvormingsproces is nodig
Sabrina Ibáñez, de secretaris-generaal van de FEI, heeft de
Kettingbrief ontvangen uit handen van de voorzitter van de
Jumping Owners Club (JOC) Dominique Mégret. Ibáñez zet
zich in haar werk zoal in voor gendergelijkheid en de Pa-
ralympische sport. Niet voor niets is zij voorzitter van de
ASOIF Diversity and Gender Equality Consultative Group
(ADGEG) en president van de APSO (Association of Para-
lympic Sports Organisations). Voor Dominique Mégret een
goede reden om te vragen hoe deze twee thema’s zich vertalen
naar de discipline waarbij hij betrokken is: de springsport.
Aankomende editie deelt Amanda Bond, de voorzitter van
het FEI Para Equestrian Committee, haar ervaringen.
Beste Amanda,
Hoe vind jij dat de Para Equestrian-sport door de jaren heen
is veranderd en welke rol hebben de Paralympische Spelen in
Tokio gespeeld in de ontwikkeling van de sport?
Met vriendelijke groet,
Sabrina Ibáñez
FO
TO
F
EI
De Kettingbrief
Dominique Mégret – Sabrina Ibáñez – Amanda Bond