Pagina 15 van: Paardenkrant 7 – 2021

Beste Bas,
Allereerst dank voor het doorgeven
van de Kettingbrief. We komen el-
kaar als dorpsgenoten geregeld
tegen. En omdat mijn stikstofcon-
tainer bij jou op het erf staat, weet
je al snel waar mijn jaarlijkse keuze
op valt. En zo krijg ik ook altijd
even de kans om in jouw opfok te
kijken. Jij bent het type fokker die
al jarenlang met een goede bewe-
zen basis actief is. En er ook niet
voor schroomt nieuw bloed te ge-
bruiken. Of zelfs nieuwe hengsten
naar Nederland te halen. Het is
daarom in mijn ogen dan ook geen
toeval dat er steeds een beter paard
uit jouw stallen komt.
Klassieke en commerciële
fokkers
Je zadelt mij in dit geval op met een
moeilijk, maar interessant vraag-
stuk. De fokkerij is de afgelopen
jaren in een stroomversnelling te-
rechtgekomen. Mede ingegeven
door ICSI en de toename van (on-
line) veilingen. Waardoor er een
steeds grotere kloof tussen de klas-
sieke en de ‘commerciële’ fokkers
lijkt te ontstaan.
Naar dit onderwerp is mijn mening
ook al eens gevraagd in de info@.
Toen heb ik aangegeven dat ICSI
vooral mogelijkheden biedt. Mer-
ries kunnen buiten het reguliere sei-
zoen ingezet worden voor de fok-
kerij. En hengsten die niet meer
voor handen zijn kunnen via deze
techniek met één zaadcel een eicel
bevruchten. Win-win. Tot blijkt dat
ICSI niet het gewenste resultaat op-
levert. Daar snap ik jouw zorgen.
Want juist omdat deze voortplan-
tingstechniek een aanzienlijk kos-
tenplaatje met zich meebrengt kiest
men veelal voor de meest exclu-
sieve hengst. En niet altijd meer
voor de best passende keuze.
Schaars goed
In mijn ogen begint alles nog altijd
bij een goede merrie. Eén die of
zelf in de sport gepresteerd heeft.
Of zichzelf via succesvolle nafok in
de fokkerij dienstbaar gemaakt
heeft. Merries waarvan je weet dat
ze zelf het topniveau aan konden.
Of nakomelingen hebben gegeven
die daar meespringen. Ongeacht de
specifieke hengst waarmee er wordt
aangepaard.
Zulke merries zijn nog altijd een
schaars goed. Uit sommige stam-
men en sommige lijnen komt bijna
altijd een bovengemiddeld spring-
paard. Maar ook in die lijnen zit
soms een mindere tak. Een klas-
sieke fokker zou die tak er na ver-
loop van tijd uit selecteren. Terwijl
een commerciële fokker op papier
misschien wel denkt er zijn voor-
deel mee te kunnen doen.
Mijn paarden staan op verschil-
lende plekken. Aan huis heb ik de
mogelijkheid een aantal jonge paar-
den op te fokken. De fokmerries
kunnen in de zomer naar mijn ou-
ders. En de sport- en handelspaar-
den kan ik onderbrengen bij mijn
vriendin Martine van den Eijnden.
Die van het opleiden van jonge
springpaarden haar werk gemaakt
heeft.
Zekerheid
Je noemt mij een commerciële fok-
ker. En dat kan ik niet helemaal ont-
kennen. Zo ben ik als bestuurslid
betrokken bij de BWFA-veiling. En
ben ik medeoprichter van het vei-
lingplatform HorseSales.Auction.
Ervaring daar leert dat kopers vaak
voor zekerheid kiezen. Bewezen
merries aangepaard met bewezen
hengsten vermarkten goed. En alles
wat daar verder vanaf komt te zitten
wordt moeilijker.
Die ervaring neem je uiteraard mee
in je eigen fokkerij. Al is daarmee
volgens mij niet gezegd dat je geen
beter paard fokt. Ik ken mijn mer-
ries. En zou uit elke merrie de
nafok graag houden. Ik probeer
mijn veulens zo te fokken dat ze
goed genoeg zijn voor onze eigen
opfok. En ja, wanneer ik ze com-
mercieel goed kan vermarkten
wordt er verkocht. Maar omdat het
vinden en kunnen kopen van fijne
of talentvolle jonge paarden steeds
lastiger is geworden. Ben ik als
jonge ondernemer ook aangewezen
op materiaal uit die eigen opfok.
Een deel van mijn fokmerries komt
uit de periode dat ik zelf nog als
ruiter actief was. Het zijn nakome-
lingen van paarden waarmee ik zelf
gereden heb. Merries die ik goed
ken. Maar die voor veilingen op pa-
pier niet interessant genoeg zijn.
Die paar ik aan met hengsten waar-
van ik de nafok op concours goed
zie presteren. Misschien niet de
meest bekende namen. Maar wel
hengsten waarvan ik steeds een-
zelfde modern, scherp en lichtvoe-
tig paard met balans zie.
Aangekocht
En dan zijn er een aantal merries
die ik de afgelopen jaren aange-
kocht heb. Een jonge Emerald-mer-
rie kocht ik als jaarling. Ze is onder
meer de zus van meerdere 1,60 m.
geklasseerde springpaarden. Waar-
onder Cold Play die met Fredrik
Jönsson op de WEG in Tryon indi-
vidueel zevende werd. Een top-
stam. Waar ik veel moeite voor heb
moeten doen. Na twee jaar ging de
fokker eindelijk overstag. En mocht
ik iets uit de stam kopen.
Een andere merrie werd vorig jaar
uitgeroepen tot BWP-merrie van
het jaar. Ze was na een carrière op
1,45 m-niveau in Sicilië terecht ge-
komen. Maar gaf voor haar sport-
carrière twee nakomelingen van
Toulon. Die beide in het 1,60 sprin-
gen. Toen mijn broertje me over de
streep trok en de transporteur ga-
rant stond voor de betaling, kwam
ze naar Nederland. En dan heb ik
nog een Toulon-merrie, waarvan
vier broers en zussen op minimaal
1,50 m-niveau acteren. Een Kannan
wier moeder en grootmoeder op
Grand Prix-niveau springen. En een
Quintero uit een sterke Holsteiner
merrielijn.
Klinkend verhaal
Dat soort merries paar ik in eerste
instantie wat commerciëler aan. Ze
hebben een klinkend verhaal. Be-
wezen zelf op niveau te kunnen
presteren. Of hebben nafok die met
de top mee kan. Uit zulke paarden
wil je graag zelf iets aanhouden en
opfokken. Maar als ik door een
commerciële hengstenkeuze goed
kan vermarkten, laat ik dat niet na.
Die inkomsten zorgen ervoor dat ik
in mijn bedrijf kan blijven investe-
ren. En ze betalen onder meer de
opfok en opleiding van een deel
van mijn jonge paarden.
Dit seizoen heb ik voor het eerst
met meerdere merries ICSI gedaan.
Een kostbaar project. Wat ook voor
de merries zelf niet onderschat
moet worden. Gelukkig zijn de re-
sultaten goed. Wat me ook weer
ruimte geeft. Ik kan iets verkopen,
aanhouden of ruilen. En sta voor
alles open.
Kwaliteitsimpuls
Dat brengt me er aan het eind van
deze brief toe om nog een keer op
jouw vraag terug te komen Bas. Je
maakte je zorgen en was bang dat
het gebruik van die paar hengsten
bij ICSI de fokkerij zou versmal-
len. Dat is denk ik waar als die
hengsten niet passend of op de
‘verkeerde’ merries worden inge-
zet. Merries die het zelf niet in zich
hadden en misschien al eens uitge-
selecteerd werden. Wordt daar te
veel op ingezet dan wordt er inder-
daad over-geproduceerd. Maar
wanneer ze goed en bij de juiste
topmerries aangepaard worden,
kan het voor een kwaliteitsimpuls
zorgen. En komen er misschien
wel heel interessante en bovenge-
middelde embryo’s, veulens of
jonge paarden op de markt. Dat
moedig ik alleen maar aan. Want ik
ervaar dagelijks dat daar veel vraag
naar is. Voor mijn eigen handel,
voor de samenstelling van de vei-
lingcollecties waarbij ik betrokken
ben en voor de topsport die ik mag
becommentariëren.
Voor het doorgeven van de Ketting-
brief blijf ik in Brabant. En gaan we
naar iemand die jij ook goed kent.
Je maakte je misschien wel terecht
zorgen over de groei van commer-
ciële fokkers. En met jou zullen er
meer zijn. Voor die mensen denk ik
dat het motiverend is om Geert
Moerings eens aan het woord te
laten. Hij laat zich in zijn fokkerij
volgens mij totaal niet leiden door
commercie. Ik zie hem en zijn zoon
Bas altijd met goede paarden uit
eigen fokkerij aan het werk. Waar-
bij opvalt dat ze uit verschillende
lijnen met heel verschillende vaders
succesvolle paarden fokken.
Steeds grotere kloof tussen klassieke en ‘commerciële’ fokkers
Beste Geert,
Jij bent iemand die in de fokkerij met succes zijn eigen plan
trekt. Je doet daarbij alles in eigen beheer. Van het insemine-
ren, tot het beslaan en het uitbrengen op concours. Afgelopen
periode heb je na een jarenlange opleiding afscheid genomen
van twee toppaarden Fasther en Fosther. Is het moeilijk om
vaak ‘nee’ te verkopen onderweg? En wanneer zien jullie dat
een jong paard het talent heeft om die dikke proef te gaan
lopen? Daarbij kies je ook geregeld voor jonge hengsten in
plaats van bewezen verervers. Ga jij ook vooral uit van de
kracht van de merrie? En ga je me ooit de kans geven samen
met mijn vriendin Martine iets uit jouw top te kopen?
Met vriendelijke groet,
Chris de Heer
De Kettingbrief is nog steeds in Noord-Brabant. De fokker van
H&M All In, Bas Huybregts van Stal de Krochten in Rijsber-
gen, is dichtbij huis gebleven bij het doorsturen van de brief.
De fokkerij van Chris de Heer bevindt zich in het naastgelegen
Zundert. Naast deze liefhebberij werkt hij ook als veilingmees-
ter, journalist en ClipMyHorse-commentator. In deze afleve-
ring licht De Heer toe welke stappen er gemaakt kunnen wor-
den om het grote aantal ICSI-toepassingen dat gedaan wordt
met dezelfde hengsten te beperken en de bloedspreiding te
commercialiseren. Zijn keuze om springpaardenfokker Geert
Moerings als opvolger te vragen ligt in het verlengde daarvan.
De Kettingbrief
Bas Huybregts – Chris de Heer – Geert Moerings
woensdag 17 februari 2021 | 15KETTINGBRIEF
Bewezen merries aangepaard met
bewezen hengsten vermarkten goed
Een deel van mijn fokmerries komt uit
de periode dat ik zelf nog actief was als ruiter