Pagina 9 van: Paardenkrant 9 – 2022

door Savannah Pieters
B
egin 2000 maakte Jan van der Bijl, toen nog woonachtig in
Zeeland, zijn Subtop-debuut (toen nog de NVDR, later de
ZZGP, red.) en groeide met Kelten (Elcaro x Apple King
xx) door tot en met de Grand Prix. Hoewel de ruiter de
ambities had om met de KWPN’er op dat niveau door te
blijven rijden, kwam er wegens een scheiding een abrupt
einde aan zijn carrière in de paardensport. Een paar jaar later kwam
de inmiddels elfjarige G-Day PM op zijn pad en werden de ambities
weer aangewakkerd.
Steeds makkelijker
“Ik was 58 toen ik G-Day kocht en was toen eigenlijk vooral op zoek
naar een commercieel paard met het oog op de handel. Flappie, zoals
ik hem thuis noem, is donkerbruin, heeft met zijn één meter zeventig
een goede maat en hij is heel mooi om te zien. In het begin merkte
ik dat hij, hoewel hij nog heel jong was, verder was dan ik. Ik moest
me behoorlijk inspannen om hem bij te houden. Mijn leeftijd zat een
beetje tegen en m’n lichaam spartelde tegen. Dus besloot ik om weer
fanatiek bij de sportschool aan de slag te gaan en het rijden met Flap-
pie ging me steeds makkelijker af. Op een gegeven moment reed ik
een paar Z1- en Z2-proeven met hem en probeerde ik hem te verkopen.
Hij liet toen al wel zien over veel talent voor het verzamelde werk te
beschikken, maar degene die hem toen probeerde, twijfelde of hij wel
heet genoeg was voor het Grand Prix-werk. Toen dacht ik: dan rijd ik
hem nog wel even door.”
Doelen bijstellen
De ruiter trainde rustig verder met de KWPN-ruin. “Ik bleef mijn
doelen maar bijstellen en inmiddels zijn we in de Intermédiaire I
geklasseerd. Daarmee heb ik mijn startbewijs voor de Inter II op zak.
Eerlijk gezegd heb ik nog maar heel weinig wedstrijden met Flappie
gereden, ik ben namelijk meer een trainer dan een wedstrijdruiter.
Maar af en toe moet je je gezicht toch laten zien en dan kun je gelijk
zien waar je staat. Per slot van rekening is een geklasseerd paard
voor klanten interessanter dan eentje die geen wedstrijdervaring
heeft.” Hij vervolgt: “In de training ben ik al een tijdje bezig met het
Inter II-werk en Flappie pakt dat heel goed op. Hij springt de eners
met twee hoeven in z’n neus en hij passageert ook heel makkelijk. De
piaffe was in het begin nog wel een dingetje, Flappie ging namelijk
te veel zitten in de piaffe en hij had daardoor moeite met de balans
en het ritme. Dat is iets wat tijd kost, dus die tijd heb ik er ook voor
genomen. Als alles op de goede plek valt, wil ik hem komende zomer
in de Inter II starten.”
Groot verschil
Met bijna twintig jaar tussen zijn eerste Subtop-wedstrijden en nu, is
Van der Bijl van mening dat er veel veranderd is. “Het grootste ver-
schil tussen ‘toen en nu’ is dat het niveau ontzettend verbeterd is. Met
name de kwaliteit van de paarden in de topsport is niet meer te verge-
lijken met toen. Eerder kon je met een heel gewoon paard wel bovenin
meedraaien, maar nu heb je er toch echt eentje nodig met kwaliteit. Al
met al is de top veel breder geworden. Anderzijds is er, met het stijgen
van de kwaliteit, ook meer druk bij komen kijken. Eerder werd er naar
mijn mening simpeler gereden, met minder druk en dwang. Het is nu
meer moeten.”
Met z’n tienen in de les
“Als ik terugkijk is er nog wel meer veranderd. Ik begon bijvoor-
beeld op mijn zesde met rijden, op een Shetlandertje, zonder zadel.
Tot mijn achttiende volgde ik lessen op een rijvereniging, privéles-
sen had je nog niet in de mate zoals die er nu zijn. Ik reed met tien
man in een les en ik was al blij als ik mijn paard aan de teugel kon
rijden. Pas toen ik in Uddel startte met de opleiding tot instructeur,
begon het kwartje te vallen. Op de opleiding kreeg ik individuele
begeleiding en toen ben ik veel beter gaan rijden. Bij ons in de regio
heb ik daarna heel veel gewonnen en ik ben nog Zeeuws kampioen
geworden. Maar toen ik op een gegeven moment de veertig was ge-
passeerd en voornamelijk tegen jeugd reed, maakte ik de overstap
naar het ZZ-Licht. Er waren destijds nog niet zoveel wedstrijden als
nu en je moest er vaak een heel eind voor rijden, maar dat kon me er
niet van weerhouden.”
Nog veel te leuk
“Nationaal rijden vond ik in het begin heel spannend. Ik kwam vaak
ruiters als Edward Gal en Hans Peter Minderhoud tegen en ik voelde
me ‘gewoon een mannetje van de provincie’. Toch reed ik in die tijd
niet heel onverdienstelijk mee. Van de 28 nationale wedstrijden die
ik met Kelten reed, heb ik alleen op de eerste geen winst gereden.
Helaas kwam er vanwege de scheiding van mij en mijn toenmalige
vrouw een abrupt einde aan mijn carrière met Kelten. Ik verkocht
alles en stopte helemaal met rijden. Na wat omwentelingen, eerst heb
ik een tijdje in Utrecht gewoond en vervolgens in Amsterdam, kwam
ik dankzij de liefde in Emmen terecht. Daar ben ik weer begonnen
met rijden. Eerst met Chippendale, een zoon van Prestige VDL en
daarna met Flappie. En hoewel ik mijn leeftijd inmiddels niet meer
zo mee heb, vind ik het opleiden van paarden nog te leuk om mijn
rijlaarzen aan de wilgen te hangen. Ik weet nu al dat als er een juiste
koper voor Flappie voorbij komt, er toch echt weer een jong paard
komt!”
INTERVIEW woensdag 2 maart 2022 | 9
Jan van der Bijl: ‘Ik vind het spelletje nog veel te leuk’
EMMEN – Dressuurruiter Jan
van der Bijl stuurde zijn G-Day
PM (Westpoint x Serano Gold)
afgelopen weekend naar de vijfde
plaats op het Drents kampioen-
schap in de Lichte Tour. In de af-
sluitende Kür op muziek werd de
ruiter vierde met bijna 68%. Van
der Bijl vierde afgelopen decem-
ber zijn 65e verjaardag, maar
is nog niet van plan om te stop-
pen met paardrijden en droomt
ervan om nog een keer Grand
Prix te rijden.
“Eerlijk gezegd heb ik nog maar weinig wedstrijden gereden met Flappie (G-Day PM, red.). Ik ben meer een trainer dan een wedstrijdruiter”, vertelt Jan van der Bijl, die inmiddels suc-
cesvol Lichte Tour rijdt met de Westpoint-zoon. FOTO SAVANNAH PIETERS
‘Eerder werd er naar
mijn mening simpeler
gereden, met minder
druk en dwang. Het is
nu meer moeten’