Hoofddoel in 2015 is plaatsing voor de Olympische Spelen van 2016 in het Braziliaanse Rio, wat wil zeggen dat het Belgische team goed moet presteren op de Europese kampioenschappen in Aken van 19 tot 23 augustus. Heel concreet moet België daar eindigen in de top drie (een gezuiverde top drie waarbij de reeds gekwalificeerde landen geschrapt moeten worden en dat zijn dan met name Nederland, Frankrijk, Duitsland en Zweden).
Maar voor Aken plaatsvindt, staan er nog enkele landenwedstrijden op het programma. In eerste instantie worden de plaatsen in de teams opgevuld door ruiters die opgenomen zijn in de nieuwe kaderindeling. Voor de samenstelling van de nieuwe kaders is Demeersman een kijkje gaan nemen in Nederland. De behaalde resultaten in landenwedstrijden en Grote Prijzen op drie-, vier-, en vijfsterrenwedstrijden komen hiervoor in aanmerking. Er wordt gewerkt met een A- en een B-kader, deze worden opgemaakt op basis van de resultaten over een periode van twaalf maanden en worden maandelijks vernieuwd.
Heel concreet zijn de criteria om opgenomen te worden in de kaders de volgende:
A-kader
– tien beste resultaten in landenwedstrijden of Grote Prijzen op vier- en/of vijfsterrenniveau
– Minimaal vier keer foutloos en zes keer maximaal vier stafpunten
– Resultaten van de laatste twaalf maanden
B-kader
– vijf beste resultaten in landenwedstrijden of Grote Prijzen op drie-, vier en/of vijfsterrenniveau
– Minimaal drie keer foutloos en twee keer maximaal vier strafpunten
– Resultaten van de laatste 12 maanden
De richtlijn voor de keuzes voor selecties wordt bepaald door de volgorde van de kaders, met name eerst het A-kader en dan het B-kader. Vanzelfsprekend zijn dit niet de enige criteria, de vorm van de combinatie en de verschillende wedstrijden in een weekend spelen ook een rol.
De kaders zien er als volgt uit:
A-kader
Niels Bruynseels met Pommeau du Heup
Pieter Devos met Dream of India Greenfield
Olivier Philippaerts met Cabrio van de Heffinck
Constant van Paesschen met Citizenguard Toscan de Sainte Hermelle
Jos Verlooy met Domino
Gregory Wathelet met Conrad de Hus
B-kader
Fabienne Daigneux-Lange met Venue d’Fees des Hazalles
Pieter Devos met Dylano
Gilles Dunon met Wesselina
Jérôme Guery met Falco van ’t Roosakker
Jos Lansink met Electra van’t Roosakker
Gudrun Patteet met Sea Coast Ferly S
Nicola Philippaerts met Challenge van de Begijnakker
Demeersman beperkt zich niet tot het volgen van deze ruiters; hij wil de kaders uitbreiden. Ruiters moeten kunnen doorgroeien van twee- naar driesterrenniveau en van drie- naar vier- en vijfsterrenniveau. De bondscoach gaat samen met de ruiters op zoek naar de geschikte wedstrijden om dit zo goed mogelijk te laten verlopen. In die optiek riep Demeersman op naar een duidelijke communicatie, een open dialoog tussen ruiters, eigenaren en coach zodat er samen gewerkt kan worden aan het behalen van die gemeenschappelijke doelstelling, gecombineerd met de eventuele individuele doelstellingen.
Op deze eerste bijeenkomst werd ook nog gepraat over de ‘Clean Sport Rules’ van de FEI en werd ondermeer de antidoping regelgeving besproken en de veterinaire bijstand door de KBRSF. Tevens werden de individuele topsportdosssiers van de VLP en de LEWB toegelicht aan de aanwezige ruiters.
De nieuwe topsportstructuur van de KBRSF (samen met VLP en LEWB) heeft een mooie start gemaakt. De nieuwe bondscoach Dirk Demeersman heeft een duidelijk doel voor ogen en heeft hiervoor een transparante methodiek opgesteld.
Bron: Equibel.