Het jaarlijkse Jumping de Achterhoek staat voor de deur en dat betekent dat het team van Paardensportcentrum Lichtenvoorde op scherp staat en druk bezig is met de opbouw. Voor Micky Morssinkhof (27) worden het extra spannende weken, want ze doet weer mee aan het internationale concours op haar stal in Vragender. Een thuiswedstrijd dus. “Met een waanzinnig sfeer”, vertelt ze.
Honderden ruiters en paarden vanuit allerlei landen doen twee weken lang mee aan Jumping de Achterhoek. Van 23 tot en met 26 november zijn dat jeugdruiters tot 25 jaar. Van 29 november tot en met 3 december is het tweede grote springweekend, waar menig topruiter aan de start komt. Aan het jeugdweekend mag Micky niet meer meedoen. “Nu kan ik ontspannen meekijken vanaf de zijlijn”, lacht ze. Maar voor het tweede weekend rijdt ze onder andere haar hengsten Quintendros (v.Quintender) en Graziano (v.Baltic VDL).
Speciale band
Jumping de Achterhoek is één van de hoogtepunten op haar jaarlijkse wedstrijdkalender. Toch komt ze met een ander antwoord op de vraag wat ze het allermooiste vindt aan de paardensport: “De samenwerking met de paarden. Je bouwt echt een band met ze op. Helaas moet er af en toe wat verkocht worden, maar ik kan er vervolgens ook van genieten om ze te zien presteren onder andere ruiters. De oudere paarden gaan mee naar de internationale wedstrijden en dan focus je tot in de details op de samenwerking. Met deze paarden heb ik een heel speciale band.”
Management paarden belangrijk
De sport en de in- en verkoop van springpaarden is het gespreksstof van de dag op de stal van Micky Morssinkhof. “Achter de schermen is er ontzettend veel gemoeid met het management van al deze paarden. Het is heel belangrijk dat ze fit zijn. We letten op de voeding, training, of ze de juiste hoefijzers onder hebben en ze worden regelmatig gecheckt door de tandarts en dierenarts. Zaken waar het gehele team zich mee bezighoudt. Paarden kunnen natuurlijk niet praten, dus je moet zelf uitvogelen hoe ze zich voelen. Dat is ook precies hetgeen wat onze sport zo mooi én zo complex maakt. Je wilt dat de paarden zich helemaal fit voelen, zodat ze optimaal kunnen en willen presteren.”
Topsport
Dat dit in de praktijk makkelijker is gezegd dan gedaan, wordt door Micky volmondig beaamd. “De topsport bereiken en daar vervolgens blijven meedraaien, is heel moeilijk. Eigenlijk moet je over minimaal twee paarden op dat niveau beschikken. Als je dat niet hebt, moet één paard de kar trekken en bijvoorbeeld alle twee kwalificatieproeven lopen in een weekend om je te kunnen plaatsen voor de Grand Prix. Met twee paarden kun je ook naar meer concoursen, waardoor je als ruiter ook beter in het ritme blijft. Moeilijke parcoursen gaan je steeds makkelijker af als je ze vaker rijdt.”
Micky heeft afgelopen tijd mooie resultaten neergezet met haar schimmelhengst Quintendros en ook Graziano krijgt de vorm te pakken nadat hij een tijdje aan de zijlijn heeft gestaan. Ze kijkt er naar uit om weer de ring in te rijden. “In de zomer hebben we hier Outdoor Gelderland en in de winter dan Jumping de Achterhoek. Niet altijd even makkelijk om de paarden op dezelfde manier door te trainen vanwege de opbouw van het evenement, maar het zijn zulke mooie concoursen dat we dit ‘offer’ graag brengen. De sfeer gaat komende weken weer waanzinnig zijn.”
Bron: Persbericht
Vraagje he, hoe zou iemand als ik zonder eigen paard, aan zo’n wedstrijd mee kunnen doen? Ik wil dat zo graag, alleen heb geen eigen paard, ook geen tijd voor, ik werk 3 ploegen, dus ja