Ga naar hoofdinhoud

Voertips voor je oude paard

Voertips Oud Paard

Een oud paard heeft wat meer aandacht nodig dan een jonger dier. Vooral wat voer betreft is het belangrijk dat je goed let op wat je paard krijgt en of dit nog wel voldoet aan zijn behoeften. IJsbrand Muller en Gabriëlle van Zijtveld zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging van 120 oude paarden en pony’s bij De Paardenkamp in Soest. Zij geven tips over het voeren van je oude paard. 

1 Ruwvoer

“Zorg ervoor dat je paard altijd toegang heeft tot een voorraad langstengelig hooi van goede kwaliteit. Zelfs als hij hooibrok of een 2-in-1 seniorenvoer krijgt. Dit werkt namelijk goed als bezigheidstherapie en verkleint de kans op maagzweren.”

2 Vezels

“Als je paard het ruwvoer om welke reden dan ook niet meer wil eten, kan geweekte pulp een goede oplossing zijn. Je kunt hem bijvoorbeeld tarwezemelen geven om de calcium-fosforverhouding op peil te houden.”

3 Houd het eetgedrag in de gaten

“Controleer regelmatig hoe veel voer je paard eigenlijk opneemt. Kijk goed wat je paard eet en hoe hij eet. Vaak zakken paarden in een kudde in rang als ze ouder worden. Dan worden ze steeds bij hun eten weggejaagd door andere paarden. Als ze er dan ook nog eens langer over doen om het te kauwen, kan het zijn dat je paard maar heel weinig binnen krijgt.”

4 Slobber

“Komt je paard uiteindelijk in een fase waarin hij harde brokken niet meer kan eten, dan kun je overgaan tot slobber. Dit zijn natgemaakte brokjes met tarwezemelen. Zo kan je paard zelfs met een slecht gebit nog genoeg blijven eten.” Let er bij de keuze voor een slobber wel op dat sommige slobbers wat eenzijdig zijn samengesteld en dat de voedingsstoffen vaak niet in balans zijn. Dit zal misschien om wat toevoegingen van mineralen en/of vitaminen vragen.

5 Gebit

“Het gebit van je paard is enorm belangrijk. Zeker als hij wat ouder wordt, is het van groot belang dat je het goed onderhoudt. Zorg daarom dat je de aftakeling van het gebit zo lang mogelijk tegenhoudt. Laat ieder jaar de tandarts komen en begin hier al op jonge leeftijd mee.”

Bron: Paardenvoerplein/Bit