De meeste paardeneigenaren voeren hun paarden ruwvoer met een aanvulling van krachtvoer. Het belang van ruwvoer krijgt tegenwoordig gelukkig veel aandacht. Hoe zorg je dat paarden daar voldoende eiwit en energie uit halen?
Samen met het gegeven dat veel paarden overgewicht hebben, besluit een flink aantal eigenaren geen krachtvoer meer te voeren. Met voldoende ruwvoer kan een paard prima de nodige energie opnemen. Zelfs voor een dagelijks uurtje training. Er zijn zelfs voorbeelden van sportpaarden op hoog niveau die het op enkel ruwvoer doen. Hoe meer je vraagt van het paard, des te beter moet de kwaliteit van het ruwvoer daarop aangepast zijn.
Veel kauwen, weinig verveling
Alleen ruwvoer is prima om het paard energie te geven. Daarnaast is het ook goed voor andere gezondheidsaspecten: veel kauwen, weinig verveling, gezonde maag, goede darmbewegingen en een gezonde darmflora. Omdat de Nederlandse bodem niet heel erg rijk is aan zink, koper en selenium is een aanvulling met een passend supplement nodig. En vanwege het verminderen van de vitamine E waarde gedurende de opslag van hooi en kuilvoer, moet dat ook zeker extra worden toegevoegd.
Voederwaarde ruwvoer inschatten
De voederwaarde van ruwvoer is redelijk in te schatten door het product op een aantal aspecten te beoordelen. Als je kijkt zie je dat het hooi bestaat uit stengels, blad en bloeiwijzen (aren of pluimen van gras). Blad van het gras is zacht en snel fermenteerbaar en levert dus veel energie. Blad bevat ook eiwit. Stengels zijn meer of minder dik en hard. Hoe harder de stengel, des te minder energie het oplevert. Bevat het ruwvoer in verhouding meer stengels dan blad, voelt het hard aan en zie je redelijk veel aren en pluimen, dan is het relatief arm ruwvoer. Bladrijk en zacht ruwvoer is rijk ruwvoer. Veel paarden hebben voldoende aan redelijk arm tot gemiddeld ruwvoer. Alleen merries met veulens moeten heel rijk ruwvoer krijgen.
Eiwit in ruwvoer
Bladrijk ruwvoer is in principe ook rijk aan eiwit. Echter, als het grasland niet veel stikstof bevat (door ontbreken van bemesting), kan het eiwitgehalte tegenvallen. Ruwvoer met veel stengels en minder blad bevat sowieso ook minder eiwit. De eiwitbehoefte van paarden is afhankelijk van hun situatie. Een paard op rust heeft niet heel veel eiwit nodig, met veel trainingen zeker wat meer en tijdens groei en melkproductie heel veel. Voer je een rantsoen met veel of alleen maar ruwvoer en wil je wel een goede spierontwikkeling en prestatie van je paard, dan moet het ruwvoer wel voldoende eiwit bevatten.
Als je kijkt naar de gemiddelde waarden uit ruwvoer analysen dan lijkt het met het eiwitgehalte best in orde te zijn. Echter, het komt geregeld voor dat ruwvoer minder eiwit bevat dan het gemiddelde. Met een rantsoenberekening op basis van gemiddelde waarden lijkt het rantsoen dan voldoende eiwit te leveren. In werkelijkheid kan het dan wel eens tegenvallen.
Voldoende ruwvoer
Veel paarden kunnen met een grofstengelige kwaliteit hooi voldoende energie opnemen om in conditie te blijven, mits ze daar maar voldoende van krijgen. Het aandeel eiwit kan in deze kwaliteit minder hoog zijn, en zeker door weinig of geen bemesting, zelfs onvoldoende zijn. Geef je een rijkere kwaliteit hooi, dan ligt overgewicht eerder op de loer. Je kan dit voorkomen door minder ruwvoer te geven. Maar dan is er wel een risico dat je te weinig ruwvoer geeft om het paard voldoende te laten kauwen en de maag en de darmflora gezond te houden. En, zelfs bij de betere kwaliteiten ruwvoer is het niet gegarandeerd dat het eiwitgehalte voldoende is.
Analyse uitvoeren
Enkel en alleen door een ruwvoer analyse te laten doen, krijg je zekerheid omtrent de waarden aan energie en eiwit van het ruwvoer. En kan je gericht een rantsoen maken dat past bij de behoefte van je paard. Een aanvulling met mineralen en vitaminen is altijd nodig als er geen krachtvoer wordt gebruikt. Misschien is er ook een aanvulling nodig met wat extra eiwit. Dit kan bijvoorbeeld met luzerne. Zo kan je toch een ruwvoer rijk rantsoen maken, zonder krachtvoer, om het paard voldoende energie en voedingsstoffen te geven voor een goede gezondheid en prestaties.