Veel paarden in Nederland zijn te dik. We verwennen onze paarden graag en willen niet dat ze te weinig eten hebben. Afvallen moet op een veilige manier gebeuren, terug naar een gezond gewicht is daarom niet altijd makkelijk. Tien tips op een rij.
1. Geen kale weilanden
Zet paarden met overgewicht niet op een heel kaal weiland. Je wilt dikke paarden zo min mogelijk gras laten eten, maar bij heel kort gras ontstaat het risico op zandkoliek. Beter is om de paarden in een paddock te zetten met een slowfeeder.
2 . Niet te weinig ruwvoer
Geef niet te weinig ruwvoer. Ook als paarden moeten afvallen is het van belang voldoende ruwvoer te blijven geven om maag-darmproblemen te voorkomen. Beter is om minimaal vier keer per dag kleine beetjes hooi te geven. Daarnaast kunnen paarden die te weinig ruwvoer krijgen uit verveling zand of heel veel stro gaan eten.
3. Opletten bij sobere rassen
Sobere paardenrassen zijn in staat de stofwisseling te verlagen wanneer ze erg weinig voer krijgen, waardoor het paard alsnog niet afvalt. Minder (ruw)voer geven is dus niet altijd de oplossing en brengt risico’s zoals maagzweren en koliek met zich mee. De enige oplossing is meer beweging, om de stofwisseling te verhogen en meer energie te verbranden.
4. Kwaliteit van ruwvoer
Voer arm hooi. Een grasspriet heeft een blad en een stengel, de energie zit in het blad. Uitgegroeid gras bevat minder energie. Lang, stengelig hooi is daarom geschikter voor te dikke paarden. Bij twijfel is het aan te raden het ruwvoer een keer te analyseren, om zeker te weten wat de waardes zijn.
5. Voer weinig krachtvoer
Vul ruwvoer niet aan met brok of muesli, maar met een vitamine- of mineralensupplement. Krachtvoer geven is bij te dikke paarden niet altijd aan te raden, omdat dit ook veel energie bevat, wat je probeert te vermijden. Beter is het ruwvoer aan te vullen met een vitamine- en mineralensupplement.
6. Geef veel beweging
Zorg voor veel (vrije) beweging. Zet bijvoorbeeld de waterbak aan de ene kant van de paddock en het hooi aan de andere kant. Longeer het paard voor extra beweging en als het paard niet gereden wordt, ga dan een stuk wandelen. Beweging verhoogt het energieverbruik en verbetert de stofwisseling.
7. Beperk grasopname
Probeer opname van gras zo veel mogelijk te beperken, maar zet het paard niet op stal. Als je geen paddock hebt, overweeg dan een graasmasker om te doen tijdens weidegang. Daarnaast geldt dat lang uitgegroeid gras beter is dan een korte weide. Dit gras is minder rijk.
8. Langzaam eten
Zorg dat paarden langer doen over hun ruwvoer. Bij het gebruik van een slowfeeder doen ze langer met een klein beetje. Als je geen slowfeeder hebt kun je ook een hooinet gebruiken, echter blijkt wel dat traditionele hooinetten voor een te grote belasting van de nek zorgen. Beter is de paarden laag of vanaf de grond te laten eten.
9. Check het vet
Twijfel je of je paard te dik is? Check de vetophopingen. Als een paard overgewicht heeft zie je dit aan de manenkam, rond de schouder, bij de billen en op de ribben. De ribben moet je niet kunnen zien, maar wel makkelijk kunnen voelen. Hengsten kunnen een verdikte manenkam hebben, maar bij merries en ruinen duidt dit altijd op overgewicht.
10. Niet korter op de wei
Een paard een halve dag op de weide zetten helpt niet. Uit onderzoek blijkt dat paarden die korter op de weide staan zichzelf aanleren om de bijtfrequentie te verhogen, zodat ze alsnog evenveel gras binnen krijgen. Bovendien wordt de beweging verlaagd als een paard maar een paar uur op de weide mag en de rest van de bijvoorbeeld op stal staat.
De 10 adviezen om het paard af te laten vallen zal niet werken. Ten eerste, al het leven hier op aarde is geboren met eigen fysiolosche waarden wat in het erfelijk materiaal zit. Het lichaam heeft een klok en een systeem om uit lagen voedingstoffen hoge te maken. De laagste energievorm is cellulose, wat in hout zit. De blindedarm van het paard is zeer groot (plus minus 35 liter) bij een en mens is dat een pink en wij kunnen die missen, het paard niet. Die grote blinde darm stelt het paard in staat om uit lage suikers (cellulose) hoge te produceren.
Het te veel aan suiker (energie) wat het dier niet nodig heeft wordt in vet omgezet. Te veel aan vetcellen leid vaar verdikking. Maar, wanneer is het paard of mens te dik? Als het dier of afvalt omdat wij dat vinden, komt er aceton vrij, wat te meten is. Het lichaam gaat dan harder werken om de oude situatie instant te houden. Dus meer vetcellen aanmaken. Zelf een maag verkleining bij mensen, hebben vaak op termijn niet het gewenste resultaat. Omdat het lichaam via een om weg toch meer vetcellen kan aanmaken.