Je kan het meest interessante veulen van de veiling kopen, maar wat als deze een bemerking heeft of krijgt op de voeten of beenstanden? Ga er niet zomaar van uit dat je hoefsmid dit probleem wel even oplost. Wat kunnen fokkers en kopers doen in samenwerking met de hoefsmid? Hoefsmid Ramon Koppendraaier uit Lichtenvoorde heeft veel ervaring in het bekappen en corrigeren van veulens tot en met sportpaard. Horse Auctions Europe stelde hem zes vragen
De eerste vraag is hoe oud een veulen is wanneer Koppendraaier er voor de eerste keer naar kijkt.
‘’Als er geen gekke dingen aan de hand zijn, komt de hoefsmid in beeld als een veulen ongeveer twee, drie maanden oud is. Dit is de vroegste leeftijd dat je er wat aan kan doen, want de hoefsmid kan alleen maar iets van de hoef afknippen”, aldus Koppendraaier. “Bij een extreem geval, als de voet of beenstand afwijkend is, kan het voorkomen dat je er bijvoorbeeld een schoentje aan moet plakken. Als een veulen geboren wordt, zit er een soort bescherming om de hoeven. De voet heeft een beetje een rare vorm, waardoor het veulen de baarmoeder niet kapot kan trappen. Deze vorm herstelt zich vanzelf, maar als dit niet helemaal goed gaat, moet de hoefsmid hier wat aan doen.’’
Kan jij een ongelijkheid in de ontwikkeling van de hoeven of een extreme scheve stand corrigeren?
‘’Het is essentieel om er zo vroeg mogelijk bij te zijn en steeds te bekappen tot dat het normaal is”, antwoordt Koppendraaier. “Hiermee los je het probleem het makkelijkst op. Hoe later je ermee begint, hoe minder resultaat je boekt. Vaak zit het probleem niet in de voeten, maar heeft het met het hele been te maken. De knie kan gedraaid zijn of een pees kan langer zijn dan de andere. Kijk hier samen met een dierenarts naar.”
Tot welke leeftijd kan je corrigerend werk doen?
‘’Mijn voorkeur gaat er naar uit dat de hoefsmid voor de tweede keer naar een veulen kijkt als hij net gespeend is. Het is belangrijk dat er een aantal keer naar de veulens is gekeken voordat ze als jaarling de wei opgaan, want in het eerste half jaar kan je er nog het meeste aan doen. Dan zijn de groeischijven nog niet allemaal gesloten en is alles nog zacht en slap”, legt de smid uit Lichtenvoorde uit. “Hoe ouder het veulen wordt, des te moeilijker het wordt om correcties door te voeren. Als je op latere leeftijd correcties uitvoert, is de kans groter dat de gewrichten schade oplopen.”
Wat kom je in de praktijk vaak tegen?
“Fokkers maken zich wel eens zorgen als het veulen frans of toontredend staat, maar dat is niet altijd nodig. Als de veulens met de tenen naar buiten staan, groeit dit er vaak uit als ze ouder worden. Veulens hebben een smalle borst en dan staan de voeten naar buiten, zodat ze meer steun hebben. Als ze ouder worden, wordt de borst breder, waardoor de voeten naar binnen en recht draaien. Dit proces gaat bijna vanzelf”, aldus Koppendraaier. “Als ze toontredend staan is dit vervelender, omdat de tenen nog meer naar binnen gaan staan als ze groeien en hun borst breder wordt.’’
Ongelijke voeten ontstaan meestal doordat veulens hun voorbenen uit elkaar zetten om te kunnen grazen. Hoe voorkom je als fokker deze ‘graasvoetjes’?
“Zorg er in eerste instantie voor dat het veulen zoveel mogelijk beweging krijgt. Als het paard in de groei is, verandert de verhouding van de hals en de benen. Het ene moment groeien de benen hard en het volgende moment de hals. Het veulen kan dan moeilijk bij de grond komen met eten en gaat met zijn benen uit elkaar staan. Belangrijk is dat het gras niet te kort is, zodat ze niet over de vloer hoeven te scharrelen. Als het gras lang is krijgen ze ook meer voeding binnen en staan ze minder lang met hun voeten uit elkaar”, legt Koppendraaier uit. “Het mooiste is om de veulens totdat ze als jaarling de wei opgaan, niet op de grond bij te voeren op stal, maar hoger. Bij opfokbedrijven staan de paarden vaak lager dan de voergang, zodat ze netjes met hun voeten naast elkaar staan als ze eten. Als ze van de grond moeten eten, zullen ze eerder met hun voorkeursvoet naar voren staan. Bij opfokbedrijven die op deze manier voeren komen ongelijke voeten bijna niet voor.”
Heb je verder nog tips voor fokkers?
‘’Mijn tip is om op tijd de hoefsmid erbij te halen. Een hoefsmid moet vaak toch al voor de oudere paarden komen, dus dan kan hij gelijk de veulens bekijken. Ook als er niks hoeft te gebeuren, is het verstandig dat de hoefsmid de voeten van de veulens een keer optilt. Dit vinden ze spannend, ook omdat er vreemde mensen bij zijn. Dit is een stukje opvoeding voor de veulens. Mensen gaan dit vaak uit de weg, maar hoe normaler de veulens dit vinden, hoe beter de hoefsmid zijn werk kan doen”, besluit Koppendraaier.
Bron: Horse Auctions
Eindelijk een vakman die dicht bij de paarden staat, aan het woord. Wij corrigeren veulens te weinig als er een stand afwijking zich aan het ontwikkelen is. Juist vroeg de voeten corrigeren, geeft later minder problemen. Dus een goede hoefsmid is goudwaard. Natuurlijk zijn hoefsmeden eigenzinnige mensen maar dat is half Nederland. Iedere hoefsmid weet dat jonge dieren snel groeien en dat zie je vaak aan de voeten terug. Tenzij er onderliggen problemen, meespelen, dan wordt het verhaal anders.