Ga naar hoofdinhoud

Paardenkliniek De Watermolen beantwoordt vragen over rhino

Een uitbraak van rhinopneumonie zorgt vaak voor (onnodige) paniek bij paardenliefhebbers. Wendy Scholten interviewde dierenarts Arie Hoogendoorn van paardenkliniek De Watermolen al in 2012 na diverse Rhino-uitbraken in Nederland. Hij geeft antwoord op veelvoorkomende vragen. Lees hieronder het interview.

Hoe besmettelijk is rhinopneumonie?

“Voor besmetting met het rhinopneumonie virus is direct of indirect contact met een besmet paard nodig. Het virus ‘vliegt’ niet door de lucht, waardoor het makkelijk is om een uitbraak in toom te houden. Bij een paard met rhino is de neusuitvloeiing besmettelijk. Bij een abortus is dat de vrucht en het vruchtwater. Heb je een besmet paard op stal, dan verdient de hygiëne extra aandacht. Als je geen direct contact met een ander paard hebt en indirect contact via kleding vermijdt, dan zal je het niet overdragen. Met gezond verstand is de besmetting dus binnen de perken te houden.”

Hoelang is rhino over te brengen via bijvoorbeeld kleding?

“Het virus is een aantal uur besmettelijk. Belangrijk om hierbij te weten is dat het virus wel de vochtigheid (zoals bijvoorbeeld bij neusvloeiing) nodig heeft om te overleven. Als dit opdroogt, gaat het virus vrij snel dood. Stel dat je eind van de dag naar stal gaat en neusuitvloeiing op je jas krijgt en de volgende dag met diezelfde jas weer naar stal gaat, dan is het al niet meer besmettelijk.”

Slaat de rhino deze periode harder aan dan voorheen?

“Dat paarden ziek worden door rhino is niet uniek. Het gebeurt elke winter/voorjaar. Er zijn drie varianten: de luchtwegenaandoening, de abortus- en de neurologische variant. Meestal maken eigenaren er geen ophef over. Over de abortusvariant horen we allemaal wel eens, over de neurologische variant wat minder vaak. Hoeveel verlies er is geleden is nooit in kaart gebracht, dus moeilijk te vergelijken met de huidige situatie, maar ik denk niet dat er sprake is van meer gevallen dan anders. Het grote verschil is dat de media er nu veel aandacht aan schenkt, waardoor de paardeneigenaren angst krijgen voor iedere verkoudheid. De symptomen, zoals verhoging en een snotneus, zijn bij rhino en Influenza vrijwel identiek. Een maand geleden zagen we ook veel paarden met koorts. Het enige advies wat we gaven is de temperatuur in de gaten houden, uitzieken en in sommige gevallen wat pijnstillers geven.”

Hoe kom je erachter dat je paard besmet is met rhino?

“Hier zijn twee methodes voor. Een neusswab, waardoor je binnen een paar dagen al een uitslag hebt, of een bloedtest bij een paard dat geen neusuitvloeisel heeft. Als je bloed trekt, moet je dat twee weken later ook doen en kijken of de afweerstatus tegen het virus in tussentijd gestegen is. Is dat het geval, dan is het paard besmet. Meestal als merries een keer verworpen hebben door rhino, zijn ze vervolgens voor het hele leven resistent. De meeste paarden hebben een afweerstatus opgebouwd. De kans is namelijk groot dat je paard tegen het virus aanloopt. De paarden die de grootste uitscheiders zijn, zijn meestal jonge paarden die nog weinig weerstand hebben opgebouwd. Zij zijn de grootste risicopatiënten voor de ergste (neurologische) variant.”

Kan de verkoudheid omslaan in neurologische vorm?

“Als een paard met de neurologische variant te maken krijgt, zal dit vrijwel direct tot uiting komen. Het is niet zo dat een paard alsnog ataxie krijgt nadat hij vijf dagen verkouden is geweest. Het gaat bovendien om een zeer klein aantal paarden dat last krijgt van de ergste vorm. Dat zijn meestal heel jonge paarden of paarden die nog nooit met het rhino virus in aanraking zijn geweest.”

Advies naar eigenaren, merriehouders en hoefsmeden?

“Het is belangrijk om je eigen paard(en) van contact verstoken te houden met andere paarden en tref hygiëne maatregelen op stal. Verschoon je kleren en was je handen wat vaker. Merriehouders kunnen beter nog even wachten met hun merries naar dekstations te brengen. De abortusvorm is al frustrerend genoeg. Bovendien leidt het virus tot een verminderde vruchtbaarheid. Daarom worden drachtige merries op de meeste stallen al apart van andere paarden gehouden. Voor hoefsmeden geldt ook het advies om hygiënisch te werken. Het mooiste is dat ze niet teveel bedrijven op één dag hebben. Kom je wel op andere stallen, was je handen goed en trek een schone trui aan. Dan is de kans op overbrengen van het virus nihil en is het voor paardenhouders geen probleem om de hoefsmid op het terrein te laten komen.”

Vind je dat er een meldingsplicht moet komen?

“Op zich is het niet onverstandig, alleen weet ik niet of je er een plicht van moet maken en er sancties aan moet verbinden. Het zou plezierig zijn als een uitbraak in kaart wordt gebracht en in welke vorm. Dat zou veel vragen oplossen en je kan eigenaren van beter advies voorzien. Door uitbraken te melden kan je elkaar beter helpen.”

Is het zinvol mijn paard te enten tegen rhino?

“Enten is zinvol als je zeker weet dat het paard op het moment van enten niet ziek is. Je moet er wel rekening mee houden dat het tot een week of twee na de enting duurt voordat het bescherming biedt. Het enige nadeel van enten, is dat de bescherming nooit volledig is. Wanneer je met dit paard in een gebied met hoge infectiedruk komt, is er toch een kans dat je paard rhino krijgt. Een enting werkt het beste tegen de verkoudheidsvariant, de abortusvariant is het moeilijkst te bestrijden. Bij drachtige merries wordt een schema met drie entingen gehanteerd. Het enten van een veulen is pas zinvol vanaf vier maanden, als ze hun eigen immuunstatus gaan opbouwen. Het is wel mogelijk voor die tijd de moeder te enten. Het veulen krijgt dan afweerstoffen binnen via de melk.”

Bron Wendscholten.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.