Ga naar hoofdinhoud

Team Dier-N-Artsen is expert in voortplantingstechnieken

Ad
Het dekseizoen staat weer voor de deur dus het worden drukke tijden voor paardendierenarts Rijk-Jan Pleijter en zijn collega’s van Dier-N-Artsen, de dierenkliniek die ruim een jaar geleden een fusie aanging met Lingehoeve Diergeneeskunde.

Het dekseizoen staat weer voor de deur dus het worden drukke tijden voor paardendierenarts Rijk-Jan Pleijter en zijn collega’s van Dier-N-Artsen, de dierenkliniek die ruim een jaar geleden een fusie aanging met Lingehoeve Diergeneeskunde. Het team deskundigen op het gebied van moderne voortplantingstechnologieën bij paarden staat klaar om fokkers van dienst te zijn bij het drachtig krijgen van (draag)merries.

Zo’n dertien jaar geleden ging Rijk-Jan Pleijter aan het werk bij het paardenteam van Dier-N-Artsen in het Brabantse Oosteind. Het werd het begin van zijn expertise op het gebied van fertiliteit (voortplantingsgeneeskunde) bij paarden. “Gertjan van Olst wilde destijds graag de merriebegeleiding op zijn eigen erf doen. Hij vroeg mij of ik hem daarbij wilde helpen. Ik ben daarmee begonnen en kreeg van hem alle ruimte om kennis en ervaring op te doen met de nieuwste voortplantingstechnieken.” Inmiddels hebben Pleijter en zijn collega-dierenartsen Martine Noordermeer, Lenneke Schuurmans en Manouk Nijst een goede naam opgebouwd en komen fokkers uit het hele land voor de merriebegeleiding naar de kliniek gereden.

Eén keer insemineren

‘Gewoon insemineren’ is volgens Pleijter al zo oud als de weg naar Rome. Toch geeft de reguliere inseminatie van merries niet altijd het gewenste resultaat. “Sommige collega’s in het veld zijn bang dat ze de eisprong missen en insemineren een merrie soms wel twee of drie keer. Dat is vragen om problemen. De kunst is om een merrie precies op de eisprong te insemineren, maar dat is makkelijker als je ze op de kliniek of hengstenstation ontvangt dan dat ze onderweg staan. Wij zijn er voorstander van om de merrie, als ze goed hengstig is, een injectie te geven zodat ze de volgende dag ovuleert. Dan hoef je maar één keer te insemineren. Er zijn mensen die dat ‘niet natuurlijk’ vinden, maar dat is kortzichtig. Iedereen wil wel van alles, sperma komt zelfs uit het buitenland, dan moet je de merries wel een beetje kunnen sturen. Als je het echt natuurlijk wil, zet dan je merrie samen met een hengst in de wei”, meent Pleijter.

Zo’n dertien jaar geleden ging Rijk-Jan Pleijter aan het werk bij het paardenteam van Dier-N-Artsen in het Brabantse Oosteind. Het werd het begin van zijn expertise op het gebied van fertiliteit (voortplantingsgeneeskunde) bij paarden.

Nauwkeurigheid vereist

“Het insemineren met diepvriessperma doen we ook veel. Het is een arbeidsintensief proces, want je moet de merrie meerdere keren per dag controleren om precies op de eisprong te kunnen insemineren”, legt Pleijter uit. “Diepvriessperma is maar een beperkte tijd werkzaam, dus is het extra belangrijk op het juiste moment te insemineren. De fokker heeft vaak één rietje diepvriessperma duur ingekocht, daar wil je zo precies mogelijk mee omgaan. Omdat wij met meerdere dierenartsen werken, kunnen we de merries die voor dit doel bij ons staan goed begeleiden.”  

Kennis opdoen in wandelgangen

De dierenartsen van Dier-N-Artsen krijgen in hun praktijk regelmatig merries die niet drachtig willen worden en waarbij al van alles geprobeerd is. “Een probleem kan zijn dat de eileiders verstopt zitten. Dat kun je op een ingewikkelde manier verhelpen met een laparoscopie, dat is een kijkoperatie via de buik. Maar ik heb ooit van een Braziliaan op een congres in Amerika een behandelmethode geleerd, waarbij je via de baarmoeder de prop in de eileider verweekt. Deze methode passen we met succes toe en is niet heel ingewikkeld, maar je moet net weten hoe je dat moet doen. De eerstvolgende hengstigheid kunnen deze merries dan vaak weer geïnsemineerd worden met een kans op dracht van vijftig procent.”

Er zijn merries die veel vocht in de baarmoeder hebben staan als reactie op een inseminatie, en daardoor niet drachtig worden. Als deze merries wel ‘schoon’ zijn, en er dus geen duidelijke verklaring is voor het aanwezige vocht, behandelt Pleijter ze soms met PRP (Platelet Rich Plasma), een methode die bekend is geworden van het behandelen van peesblessures. “We nemen bloed af bij de merrie en brengen het uitgefilterde bloedplasma aan in de baarmoeder. We doen dit een paar uur na het insemineren, dus eigenlijk als een soort nabehandeling. Het blijkt dat merries hier goed op reageren en makkelijker drachtig worden.”

Een bijzondere aanpak volgens Pleijter: “Soms probeer je eens wat, want gynaecologie is geen exacte wetenschap. Ik steek graag hier en daar mijn licht op en bezoek graag congressen om voortdurend te blijven leren. Vooral in de wandelgangen hoor je dan veel, zo heb ik al veel kennis opgepikt. Door vaak naar dit soort bijeenkomsten te gaan bouw je ook een heel netwerk op, waar je dan ook op terug kunt vallen.”

Kijkje in de baarmoeder

Kijken in de baarmoederBij Dier-N-Artsen hebben ze ook de faciliteiten om de baarmoeder van merries inwendig te bekijken door middel van een hysteroscopie. “We blazen dan de baarmoeder op met lucht en hebben dan een goed beeld van de gezondheid van de baarmoeder. Er zijn merries die cystes hebben, die de kans op een dracht verkleinen. Deze cystes kunnen we ook wegbranden met de hysteroscopie. Deze ingreep doen we met name in de winterperiode. Daarnaast nemen we ook biopten uit de baarmoeder. We halen dan kleine stukjes weefsel uit de baarmoederwand. Daarmee kunnen we in het laboratorium de kwaliteit van het baarmoederslijmvlies beoordelen en de eigenaar informeren over de kans dat de merrie nog drachtig kan worden en of de baarmoeder van voldoende kwaliteit is om de dracht uit te dragen.”

Embryo Transplantatie

Als fokkers meerdere nakomelingen uit goede merries willen hebben of als merries in de sport lopen is Embryo Transplantatie (ET) een goed alternatief. Het is dan ook een specialisme van Dier-N -Artsen dat al vele jaren met succes wordt toegepast. “De meeste merries hebben daar weinig hinder van, maar soms raken merries hormonaal wat in de war. Van de actie zelf hebben ze geen last”, legt Pleijter uit. ET is volgens Pleijter een mooie en betaalbare oplossing voor fokkers. “En je weet snel of je resultaat hebt. Op de achtste dag na het insemineren spoelen we de merries en weet je of je wel of geen embryo hebt. Daarna plaatsen we de embryo terug in een draagmerrie en weet je een week later of het gelukt is.”

Dier-N-Artsen werkt samen met Care4mare, een bedrijf dat draagmerries heeft. “Wij kennen die merries ook omdat we ze zelf begeleiden, dat maakt het een stuk makkelijker. Daardoor kunnen we gespoelde embryo’s nu ook direct plaatsen en hoeven we ze niet meer op te sturen naar andere centra”, legt Pleijter uit. “Het terugplaatsen van embryo’s vraagt om kennis en vaardigheid. We zijn er trots op dat het slagingspercentage bij ons best hoog is.”

Geen ICSI zonder OPU

De nieuwste voortplantingstechniek die Pleijter en zijn team toepassen is de OPU (Ovum Pick Up) om ICSI (intracytoplasmatische sperma injectie) te kunnen gaan toepassen. ICSI is de methode waarbij één zaadcel in één eicel geïnjecteerd wordt. “Mensen roepen makkelijk ‘ik ga ICSI doen’, maar hebben soms niet in de gaten dat daar OPU, dus het winnen van de eicellen, aan vooraf gaat. Het aanprikken van de eicellen gebeurt meestal in de winter. Je prikt het follikel aan waar de eicel inzit en zuigt die eruit. Deze moet je bewerken en dan gaan ze naar een laboratorium om ze te laten groeien. Na een dag of twee zijn ze goed genoeg om ICSI op te doen.”

“Wat veel mensen niet weten is dat de bevruchting bij een paard niet vanzelf gaat. Als je van mensen sperma en een eicel bij elkaar brengt, kan de bevruchting al plaatsvinden. Bij een paard kan dit niet, daarom is dat injecteren (ICSI) nodig. Die techniek beheersen ze op een laboratorium in Italië heel goed, daar maakt bijna iedereen gebruik van. Daardoor hebben ze soms niet genoeg capaciteit en dan loop je vast in het hele traject. Er is dit jaar in Nederland ook een bedrijf met de ICSI-vaardigheid. Dat scheelt een hoop rompslomp met het regelen van exportpapieren voor de eicellen. Dus nu kunnen wij de OPU doen en doen zij de ICSI, dat werkt een stuk makkelijker.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.