Pagina 19 van: Paardenkrant 33 – 2019

door Chris de Heer
Beleving, publiek, materiaal en
prestatiedruk. Het komt allemaal
voorbij wanneer we Jos Lansink
vragen naar de verschillen tussen
de EK’s van toen en nu. “Gelukkig
kan ik het me nog herinneren”,
grapt Lansink als hem naar een
dertigjarige terugblik gevraagd
wordt.
Verrassing
Van een definitieve doorbraak wil
hij, ondanks zijn eerste individuele
eremetaal, niet spreken. “Een jaar
eerder mocht ik al meerijden op de
Olympische Spelen in Seoul.
Sinds dat moment heb ik er met
Felix steeds bij gezeten. Met net
dat kleine beetje ervaring op zak
mocht ik onder meer naar Rotter-
dam, een Europees kampioen-
schap in eigen land. Als jonge jon-
gen blijft zoiets je altijd bij.”
Het zou voor Lansink zijn eerste,
maar zeker niet zijn laatste kampi-
oenschap worden. “Een kampioen-
schap heeft altijd winnaars en ver-
liezers. Gevestigde combinaties
die door het ijs zakken en outsiders
die verrassen. Ik was toen mis-
schien zo’n verrassing. Hoewel ik
al op de Olympische Spelen mee
had mogen rijden waren mijn pres-
taties toch verrassend goed. Of
juist omdat ik de Olympiade al ge-
reden had, want mede daardoor
had ik toch een beetje meer erva-
ring.”
Op één hand te tellen
In een periode van bijna dertig jaar
is er veel veranderd. Wat met name
het welzijn van de paarden ten
goede is gekomen. “In die periode
bestond het parcours nog uit ander
materiaal, veel massiever. En met
de diepe lepels, in plaats van de
veiligheidslepels van nu. Voor het
welzijn van de paarden een grote
stap voorruit. Al denk ik niet dat
we toen minder goede sport gezien
hebben. Ook toen waren er paar-
den die eruit sprongen. En ook
toen kon je die slechts op één hand
tellen. Een Milton, Jappeloup,
Walzerkoning of Dollar bijvoor-
beeld waren uitzonderlijk goede
paarden.”
Sfeer en beleving
Daarbij komt ook een stukje bele-
ving om de hoek kijken. Het pu-
bliek trok naar het stadion om hun
favorieten aan het werk te zien,
want een livestream, mobiele tele-
foon en internet waren nog nauwe-
lijks aanwezig. “Dat gaf een andere
sfeer. Er was meer publieke belang-
stelling en dat zorgde wel voor
meer beleving. Alles werd door het
publiek op de voet gevolgd en men
zag jou daar voor het eerst in le-
vende lijve aan het werk. Dat is
vandaag de dag met mobiele tele-
foons en livestreams heel anders.
Aan de ene kant is het super dat we
alles op de seconde kunnen volgen.
Aan de andere kant van de medaille
is het moeilijker geworden om de
mensen naar het evenement toe te
krijgen.” Al hoeft Rotterdam zich
volgens Lansink geen zorgen te
maken over het gebrek aan een
kampioenschapsfeer. “Dat heeft die
locatie van nature in zich. Een con-
cours van dat niveau, midden in de
stad Rotterdam. Het is qua logistiek
misschien niet de meest ideale lo-
catie, maar het zorgt wel voor een
unieke sfeer. Ik heb er zelf altijd
graag gereden. Vanaf het eerste mo-
ment dat ik daar in 1989 mijn eerste
Europees kampioenschap mocht
rijden. Ik kan me nog herinneren
dat het op gras was en het voorter-
rein tussen de bomen meer leek op
een omgeploegde akker. Het was
geen uitzondering dat we toen onze
laatste sprongen op het pad richting
de hoofdpiste moesten maken. Qua
improvisatievermogen liepen we
sowieso voor op de generatie van
nu.”
Outsider
In Felix had Jos Lansink destijds
een paard die met de beste mee
kon. Maar hoe zit dat met Lyonel
D die pas ruim een half jaar op stal
staat bij Frank Schuttert? “Felix
had voor die tijd heel veel bloed en
vermogen. Hij was toen al heel
modern en zou vandaag de dag
nog altijd mee kunnen. De laatste
dag van een concours was vaak
zijn beste. Dan kwam zijn bloed
boven drijven. Met Chianti’s
Champion was Frank misschien
wel één van de favorieten geweest.
Maar hoewel het niet de bedoeling
was, hebben we hem toch ver-
kocht. In eerste instantie had ik
niet verwacht dat we meteen een
opvolger voor hem klaar hadden
staan. Tot Lyonel D zich heel sterk
ontwikkelde. Ik zag hem in de-
cember vorig jaar voor het eerst op
concours. Hij sprong zijn eerste
rankingproef en het vermogen en
de instelling vielen mij meteen op.
Toen ik hem met Frank ging pro-
beren gaf hij aan het goede gevoel
te hebben. Als tweede paard heeft
hij zich vervolgens in een korte
tijd omhoog gewerkt. Ieder con-
cours leerde hij iets bij wat in het
schema paste. Om hem als favoriet
aan te merken komt dit EK te
vroeg, maar een outsider mag je
hem zeker noemen.”
Instelling en spirit
Dat geldt voor de voltallige Neder-
landse equipe, die in de ogen van
de zevenvoudig Olympiër een
zware strijd tegemoet gaat. “Het
EK in Rotterdam is tevens de kwa-
lificatie voor de Olympische Spelen
in Tokio. Als je ziet welke landen
zich nog moeten plaatsen en wie er
dit keer meedoen, dan gaat het voor
Oranje nog lastig worden.” Met een
compleet nieuw equipe gaat Rob
Ehrens dit jaar de strijd in eigen
huis aan. “Het teamgevoel doet als
ruiter wel iets met je. Je hoeft
zeker geen beste vrienden te zijn,
maar je moet wel samen aan het-
zelfde touw trekken. Met die in-
stelling en die spirit kun je soms
verrassend ver komen.”
Positief
Waar het kampioenschap jaren ge-
leden de agenda domineerde, rij-
den de ruiters vandaag de dag van
vijfster naar vijfster. “In die peri-
ode was ik vooral op de training
thuis aangewezen. Even nog een
drie- of vijfster meepakken zat er
toen gewoon niet in. Wat dat be-
treft kun je vandaag veel specifie-
ker plannen. Voor de paarden die
veel concoursen nodig hebben is
dat wel een uitkomst. Al moet het
uiteindelijk in de ring gebeuren. Je
hebt ruiters die heel goed naar een
kampioenschap toe kunnen wer-
ken. Ik probeer mijn eigen ervarin-
gen natuurlijk met Frank te delen.
Al denk ik dat hij zich zelf inmid-
dels ook al behoorlijk kan focus-
sen. Een keer kampioen worden
wil iedere ruiter. Het is iets wat je
voor het leven bijblijft en wat nog
altijd een bijzondere statuur heeft.
Het brengt iets teweeg wat een an-
dere wedstrijd niet los kan maken.
Ik denk dat hij, maar ook wij,
vooral moeten genieten. Het
kwartje moet net de goede kant op-
vallen en tegen pech kun je niet rij-
den, maar wanneer Frank zichzelf
blijft zie ik het vooralsnog positief
tegemoet.”
MEEUWEN − Op Europees-niveau kreeg de hippische wereld
voor het eerst in 1989 met Jos Lansink te maken. Met zijn Felix
maakte hij deel uit van de Oranje-equipe dat op het EK in Rot-
terdam mocht aantreden. Een primeur die met brons beloond
werd en wat tevens de ommekeer in de carrière van Lansink, die
later op zeven Olympiades reed, betekende. Dertig jaar na dato
is Jos Lansink langs de zijlijn opnieuw op het EK aanwezig waar
werknemer Frank Schuttert met Lyonel D als outsider op het EK
debuteert.
Het EK in Rotterdam in 1989 betekende de ommekeer in de carriere van Jos Lansink. De ruiter, die later op zeven Olympia-
des reed, won er met Felix individueel brons. FOTO’S WWW.ARND.NL
In de strijd om de teammedailles kwam Groot-Brittannië als sterkste uit de strijd.
V.l.n.r. Jozsef Turi met Country Classics Kruger, John Whitaker met Next Milton, Mi-
chael Whitaker met Next Mon Santa en Nick Skelton met Burmah Apollo.
Dertig jaar na zijn EK-debuut maakt Lansinks werknemer Frank Schuttert met Ly-
onel D zijn opwachting in Rotterdam. “Om hem als favoriet aan te merken komt
dit EK veel te vroeg, maar een outsider mag je hem zeker noemen”, vertelt Lan-
sink.
Jos Lansink deelt eerste EK-ervaring met Frank Schuttert
‘Een kampioenschap heeft altijd winnaars en
verliezers. Gevestigde combinaties die door het
ijs zakken en outsiders die verrassen’ ‘Ik kan me nog herinneren dat het op gras was
en het voorterrein tussen de bomen meer leek
op een omgeploegde akker’
| 19SPRINGEN