Snellen vindt dat te veel aandacht uitgaat naar de bodemproblematiek en dat andere facetten over het hoofd worden gezien. ,,Natuurlijk speelt de kwaliteit van de bodem mee, maar als je het mij vraagt speelt de keus van het soort peesbeschermers de grootste rol bij het ontstaan van een blessure.” Hij doelt daarmee op het verschil tussen lederen en kunststof beschermers. ,,Leer is altijd beter dan kunststof. Het is een natuurproduct met een ademende werking. Het neemt vocht op en reguleert het. Bij kunststof beschermers is dat een ander verhaal. Deze gaan broeien wanneer het lichaam zich inspant. De warmte kan niet ontsnappen, met een oververhitte pees als gevolg.”
Oververhit
Bij springpaarden moet de pees constant rekken en strekken. De pees raakt daardoor oververhit en kan scheuren. Het is te vergelijken met een elastiek dat warm wordt en uiteindelijk knapt. Snellen: ,,Door het gebruik van plastic peesbeschermers kan de warmte niet weg. De pees krijgt constant een klap en raakt overbelast. In de landing gaat het dan vaak mis en ontstaat een blessure.”
,,Je kon het zien bij O’Brien op het concours in Calgary. De hengst ging fit de wedstrijd in. Dat concours heeft een van de beste bodems ter wereld, dus daar lag het niet aan dat O’Brien zich blesseerde. Dan ga je naar de beenbescherming kijken, en die was van kunststof.” Volgens Snellen heeft de afschaffing van cooling down gels ook bijgedragen aan de vele peesblessures die de afgelopen jaren de revue passeerden. ,,In die gels zit een stofje dat op de dopinglijst van de FEI staat. Je mag tegenwoordig niets meer met een paard, terwijl verkoelende gels juist fijn zijn voor paarden die een zware inspanning moeten leveren. De FEI maakt de sport op deze manier kapot.”
Niet verbieden
Veel oefenen op de harde weg is volgens Snellen de beste manier om de kans op peesblessures fors te verkleinen: ,,Wanneer je een paard laat stappen of draven op een verharde ondergrond wordt de pees harder en sterker. Je trilt op die manier het vocht en bloed uit de pees. Daarom zie je in het aangespannen rijden nauwelijks blessures. Die paarden draven constant op een verharde weg. Die sport is ook nog eens veel zwaarder en de wendingen zijn korter.”
Snellen vindt het te ver gaan kunststof beenbescherming te verbieden. ,,Als mensen logisch nadenken weten ze heus wel dat plastic gaat broeien. Maar plastic is nou eenmaal gemakkelijker schoon te maken dan leer en bovendien modieus, want het is in allerlei kleuren verkrijgbaar. Mensen moeten dus zelf de afweging maken wat ze belangrijker vinden.” Naast de ‘klassieke’ plastic peesbeschermer, brengen verschillende merken ook ventilerende plastic peesbeschermers op de markt. Snellen is daar niet van gecharmeerd. ,,Het is en blijft plastic, en dat gaat broeien. Laat ze het bewijs maar leveren dat het niet zo is.”
Temperatuur loopt snel op
Paardenmagazine Bit deed in 2007 onderzoek naar de warmteontwikkeling onder bandages en kunststof peesbeschermers. Daaruit bleek dat beide beenbeschermers de kans op blessureleed niet verkleinen, maar juist vergroten.
Begin 2009 deed de Brit David Marlin, in opdracht van beenbeschermingsproducent Equilibrium, eenzelfde soort onderzoek naar bandages en peesbeschermers. Hij kwam net als Bittot de conclusie dat het beschermingseffect in beide gevallen gering is en dat dergelijke bescherming juist vaker schade toebrengt aan paardenbenen. Marlin ontdekte dat peesbeschermers de warmte niet goed afvoeren waardoor de pezen te warm worden en cellen kunnen afsterven.
Jan Snellen
Jan Snellen is meer dan 30 jaar actief in de hippische wereld. In zijn jonge jaren was hij springruiter en zo nu en dan groomde hij voor Jan Tops. Die opgedane ervaring gebruikte hij onder meer bij het opzetten van zijn bedrijf, JS-Horsetack in Gastel. Tot het verkoopprogramma behoren onder meer lederen beenbeschermers.