De opfokperiode kan men vergelijken met de kleuterschool voor paarden. Meestal worden leeftijdgenoten van hetzelfde geslacht bij elkaar ondergebracht. De groepsgrootte varieert sterk. Soms is het zelfs een mix van jonge dieren en oudere paarden, met het idee dat de oudere generatie de jonkies opvoedt. Er zijn in Nederland verschillende bedrijven waar je veulens naartoe kunt brengen voor een opfokperiode van twee tot drie jaar. “In alle gevallen zijn er risico’s aan verbonden”, zegt Henry Vorster van Equine Risk. “In een koppel paarden wordt de onderlinge rolverdeling vastgesteld, de rangorde bepaald en soms wordt deze later opnieuw bevochten. Daarbij kunnen rake klappen vallen over en weer.”
Bij de meeste opfokbedrijven gaan de jonge dieren ’s zomers dag en nacht in de wei en in de winterperiode in grote loopstallen. Hoe groot die ook zijn, de ruimte is toch beperkt. “Het risico op blessures is daardoor iets groter”, legt de verzekeringsexpert uit. “Hoeveel zorg een opfokker ook aan de dieren besteedt, hij kan niet voorkomen dat een paard soms een keer een klap krijgt. Je kunt er wel de hele dag bij gaan zitten, maar het kwaad is zo geschied. Ik ken bedrijven die 24 uur per dag cameratoezicht hebben. Zelfs dat kan niet alle blessures tegengaan.”
Nalatigheid
Het grootste gevaar van de opfokperiode is dat paarden elkaar verwonden. De stalhouder kan dat niet voorkomen en is daar ook niet aansprakelijk voor. “Tenzij hij aanwijsbaar nalatig is geweest. Bijvoorbeeld omdat omheiningen of gebouwen niet deugdelijk zijn”, verklaart Vorster. “Maar in alle andere gevallen zal een rechter ervan uitgaan dat een klant zich bewust is van de risico’s van het bij elkaar zetten van meerdere paarden. Als je daarmee hebt ingestemd, heb je zelf dat risico aanvaard. Je moet opfok eigenlijk net zo zien als een pensionstal, waarbij het bedrijf de paarden alleen onderbrengt en niet beroepsmatig gebruikt. De risicoaansprakelijkheid blijft dan bij de eigenaar van het paard liggen.” Volgens Vorster is het erg belangrijk dat opfokbedrijven een klant attenderen op het feit dat het bedrijf niet aansprakelijk is voor blessures doordat paarden elkaar verwonden. “De betere bedrijven informeren hun klanten over de mogelijkheid om zich hiervoor te verzekeren tijdens de periode van de opfok. Zie het maar als een stukje zorgplicht, dat ze daar informatie over hebben klaarliggen en zo’n product meteen kunnen aanbieden.”
Ongeschiktheid
Equine Risk heeft meerdere verzekeringsproducten voor paarden, waarvan er twee uitermate geschikt zijn voor veulens en jonge paarden tijdens de opfok. De eerste is een ‘dood/ongevallen verzekering’. Daarbij wordt het dier voor 100 procent van de verzekerde waarde uitgekeerd als het tijdens de verzekerde periode sterft of uit zijn lijden moet worden verlost na een ongeval of als gevolg van een acute ziekte. Daarnaast wordt 90 procent van de waarde uitgekeerd bij blijvende ongeschiktheid als gevolg van een ongeval dat wordt opgelopen in de verzekerde periode.
De tweede optie, de ‘selectverzekering’ gaat nog een stapje verder. Ook daarbij wordt 100 procent van de waarde uitgekeerd bij overlijden of noodzakelijk doden als gevolg van een ongeval of acute ziekte. Bij blijvende ongeschiktheid wordt 95 procent uitgekeerd. En niet alleen wanneer dit wordt veroorzaakt door een blessure, maar ook als gevolg van een ziekte. Vorster: “Dat is een aanzienlijk risico. Hoe vaak heb je niet dat er droes of rhinopneumonie heerst onder jonge paarden? Soms houden ze daar iets aan over. Ook een heftige wormbesmetting kan funest zijn.”
Tot een waarde van 15.000 euro kunnen deze twee verzekeringen zonder keuringen worden afgesloten. “Op die jonge leeftijd verandert er nog zo veel in het lichaam van zo’n dier dat röntgenfoto’s toch nog niet alles zeggen. Equine Risk stuurt wel iemand van de buitendienst langs om het bewuste jonge dier te controleren. Als dat akkoord is, is het paard verzekerd.” Volgens Vorster zijn deze producten zo geschikt voor de opfok, omdat het ongevallenrisico wordt afgedekt. “In onze andere verzekeringen gaat het ook om kreupelheden die worden veroorzaakt door iets anders dan ongevallen. Maar dat heb je bij die jonge dieren veel minder, want die worden nog niet gebruikt.”
Geleende grasmaaier
Hoewel de opfokker, als hij zijn zaakjes goed voor elkaar heeft, weinig risico loopt, raadt Vorster wel altijd aan om de eigen aansprakelijkheidsverzekering van het bedrijf grondig onder de loep te nemen. Het gaat hem daarbij vooral om het stukje ‘opzicht’. Vorster: “Dat is een apart stukje dekking dat gaat over spullen die je voor een ander in beheer hebt. Het gaat niet om een geleende grasmaaier die jij hebt stukgemaakt, of een gebouw dat je hebt gehuurd en door jou is beschadigd. Dat wordt door geen enkele aansprakelijkheidsverzekering afgedekt. Maar in de paardenwereld wordt ‘opzicht’ wel gehanteerd als je bijvoorbeeld als opfokker met een paard van een klant bij de hoefsmid staat en je doet iets stoms waardoor het dier geblesseerd raakt. Op dat moment is dat namelijk wel jouw verantwoording.”
Het verzekeren van het opzichtrisico is in een aantal gevallen een mogelijkheid en wordt beperkt tot een bepaalde waarde. Hoeveel dat is kan Vorster zo niet zeggen. “Dat is altijd maatwerk. We brengen een bezoek aan het bedrijf, we inventariseren de behoefte, schatten de risico’s in en komen dan met een voorstel.”
Vorster is groot voorstander van regelmatig overleg over verzekeringszaken. “Binnen een bedrijf kunnen zaken veranderen. Wij leggen onze klanten een aantal mogelijkheden voor. Het is belangrijk dat iedereen zelf kan kiezen welke risico’s men wil afdekken. Maar dan moet de klant wel bewust zijn van de mogelijkheden die hij allemaal heeft.”
Er zijn fokkerijen die grotere groepen veulens onderbrengen bij opfokbedrijven. Vorster wijst erop dat ze bij hun aansprakelijkheidsverzekeringsmaatschappij moeten aangeven dat de dieren elders zijn ondergebracht. “Het gebeurt mij ook wel eens dat iemand bij een inventarisatie aangeeft dat er zestig paarden zijn en dat ze later zeggen dat er ook nog vijf of tien elders in opfok staan. Maar die horen wel bij het totaalplaatje. Een verzekeraar moet namelijk wel aantekenen dat er ook op die andere locatie dekking van kracht is.”
Contract
De expert heeft nog een belangrijke tip. “Zorg dat je vooraf weet waar je aan toe bent. Het is heel vervelend als iets misgaat en je moet in discussie met elkaar. Regel het vooraf. Daarom is het zowel voor een eigenaar als voor een opfokker beter als er een goed opfokcontract is opgesteld met alle wederzijdse rechten en plichten. Dat werkt twee kanten op. Zet erin wat er bij de prijs is inbegrepen. De hoefsmid? Het ontwormen? Zet er bijvoorbeeld ook in wat je zorgplicht omvat en wat er moet gebeuren bij een calamiteit. Mag de opfokker meteen een dierenarts bellen of moet de klant eerst toestemming geven? Het is handig als de opfokker weet of een paard is verzekerd en hoe. Wat dat betreft is een ziektekostenverzekering natuurlijk ook een aanrader. Dan kan een paard tenminste worden behandeld bij een blessure. Want daar zit vaak de grootste kostenpost.”
Dit artikel is afkomstig uit De Paardenkrant Extra Fokkerij 2013.