Knotjes en roosjes maken

Je gaat voor het eerst een wedstrijd rijden of je hebt een fotoshoot op de planning staan en je wilt dat je paard er perfect uitziet. Wat heb je allemaal nodig om het paard te vlechten? Welke vlechtmanieren zijn er? En hoe ga je eigenlijk te werk?

Verschillende manieren
Er zijn veel verschillende manieren om je paard of pony te vlechten. Zo heb je de keuze uit knotjes (met elastiek), roosjes (met pektouw), een hengstenvlecht, een vlecht op de manenkam en een matje waarbij je weer kunt kiezen of je het onderste deel vlecht of los laat hangen. Het meest komen toch de knotjes en roosjes voor. Hieronder vind je een uitleg hoe je ze kunt maken. Hoeveel knotjes je maakt en aan welke kant je vlecht maakt niet uit. Ook of je het voorplukje wel of niet invlecht mag je zelf bepalen. Wanneer je paard een korte hals heeft en je wilt deze wat langer laten lijken is het verstandig om veel kleine knotjes te maken. Dikke knotten laten een lange hals korter lijken.

Benodigdheden
Elastiekjes, manenkam, wasknijper, krukje, naald en pektouw. Eventueel ook nog een natte spons.

Knotjes
Het is handig om met een elastiekje op je kammetje aan te geven hoe dik je de vlechten wilt hebben. Zo worden alle knotjes even breed. Als je een plukje hebt gemaakt, zet je de rest van de manen vast met de wasknijper zodat je daar geen last van hebt. Maak een vlechtje en maak dat vast met een elastiekje. Vouw het onderste stukje ongevlochten haar dubbel bij het elastiekje. Daarna rol je het vlechtje op tot een mooi knotje en zet je het weer vast met een elastiekje.

Roosjes
Het maken van roosjes is iets ingewikkelder:
1. Maak eerst kleine vlechtjes.
2. Maak een knoop onderin de draad en ga met de naald door het uiteinde van de vlecht en haal de draad er door.
3. Steek de naald door de manen heen, zo dicht mogelijk bij de manenkam, goed in het midden, anders gaat de knot scheef.
4. De draad aan de achterkant van de manenkam aantrekken. De vlecht gaat nu vanzelf dubbel.
5. Als je paard of pony lange manen heeft kun je het dubbelslaan een keer herhalen. Bij korte manen kan een keer voldoende zijn.
6. Houd het knotje met je ene hand vast, met de andere hand haal je de naald door de knot heen weer naar voren. Probeer zo laag mogelijk bij de manenkam te blijven.
7. Ga weer met de naald door de manenkam naar achteren op dezelfde manier.
8. Dit kun je enkele keren herhalen. Zo zit de knot goed vast.
Aan de achterkant blijft een stukje draad over, knip dat zo kort mogelijk af zodat het niet meer te zien is. Je hoeft geen knoop te leggen in het pektouw, het touw is iets vettig en zal daardoor niet gaan glijden.