Hoewel de vraag naar goed opgeleide zeven- of achtjarige paarden duidelijk toeneemt en de vraag naar zeer jonge paarden wat afneemt, is het voor mij toch interessant zo’n veiling te organiseren. Ik ben en blijf handelaar en wil paarden verkopen. Dat is mijn insteek en zo zit ik in elkaar. Als ondernemer is het interessant zo’n veiling te organiseren, je wilt blijven proberen. Je kunt niet alles drie à vier jaar aanhouden en opleiden.
Dit jaar kocht ik bijvoorbeeld zes hengsten op de hengstenkeuring in Ermelo, waarvan ik er twee direct weer verkocht. Mensen vragen zich af waarom ik ze niet aanhoud, maar ik wil juist verkopen. Ik ga niet met ieder paard lopen pokeren of ‘ie over drie jaar tot topper uitgroeit. Bij mij is alles te koop, anders verdwijnt je geloofwaardigheid ook. Dan zegt men: ‘Bij Van den Brink hoef je niks te kopen, de goeden houdt hij toch.’ Daarbij heb je je dagelijkse onkosten, dus je moet wel verkopen.
De laatste jaren ben ik wel meer sportgericht bezig, met name omdat Dennis en Stefanie zoveel rijden. Als je een paard een aantal jaren goed opleidt en het gaat de goede kant op, kun je een keer een klapper maken. Maar daar tegenover staan tal van paarden die het toch niet worden of waarmee je pech hebt door blessures en dergelijke. Dat moet je ook kunnen opvangen.
Het is alleen interessant om een paard tot zes- of zevenjarige leeftijd aan te houden als ze echt meer kwaliteit blijken te hebben dan een ander. Als zo’n paard na drie jaar gewoon fijn 1,30 m springt, levert hij vaak te weinig rendement op. Wel merk je dat de markt steeds meer vraagt naar fijne, bewerkbare paarden. Er gaan steeds meer mensen rijden, maar vaak zijn dat amateurs. Die hebben niet de tijd om elke dag te rijden en missen vaak het talent een paard dingen aan te leren. Die doelgroep zoekt een fijn acht- of negenjarig springpaard dat al 1,40 m of 1,50 m springt.
Toch blijft er handel in die jonge, aparte paarden. Op de hengstenkeuring zijn dit jaar ongelooflijk veel apart springende hengsten verkocht. Maar ook bij de vierjarigencompetities is er veel handel. Je merkt wel dat het met name de handelaren zijn die hun nek uitsteken. Handelaren durven toch veel geld te betalen voor die jonge paarden en investeren er tijd in. Maar ook zij hebben tegenvallers. Niet elk paard voldoet aan zijn verwachtingen.
Uiteindelijk blijf je handelaar en wil je paarden verkopen. Dat kan een driejarige zijn, een fijn, braaf M- of Z-paard, een hunter of een ware topper. Je bent en blijft met van alles bezig. Als handelaar zit dat in je bloed.
Teus van den Brink, paardenhandelaar
Deze opinie verscheen woensdag 16 januari 2013 in De Paardenkrant.