Pagina 27 van: Paardenkrant 24 – 2019
 
						Beste Sjefri,
Het klopt dat ik jaren lid ben van
het KWPN en vervolgens ook een
aantal jaar bestuurslid ben geweest
van JongKWPN en namens
JongKWPN zitting heb gehad in de
fokkerijraad. Maar eigenlijk begon
mijn verbondenheid met het
KWPN al op zeer jonge leeftijd, ver
voor mijn JongKWPN-tijd. Mijn
opa, die ik helaas nooit heb gekend,
was al trouw KWPN-lid en na zijn
overlijden is mijn vader doorge-
gaan op zijn lidmaatschap. Aange-
zien ze beiden J. Verhagen heten, is
dat stilzwijgend zo gegaan.
Wij zijn dus al een jaar of veertig
trouw lid. Momenteel zelfs dubbel
lid omdat we ook met het bedrijf lid
zijn, daarnaast heb ik ook nog een
JongKWPN-lidmaatschap. Maar
afijn, het gaat mij niet zo zeer om
het lidmaatschap an sich, maar de
verbondenheid die je daarbij voelt
of anders gezegd; de trots om bij de
club te horen. Zolang ik me kan
heugen, zetten wij ons in voor het
KWPN. Gewoon vrijwillig want
dat doe je voor je vereniging. Zo
ben ik althans opgevoed. Wij zijn
fokkers in hart en nieren en dat zal
altijd zo blijven.
De markt
Maar de laatste tijd voel ik meer af-
stand dan ooit tevoren. Dit heeft te-
vens met de tijd te maken waarin
wij leven. Alles gaat vooruit en dat
gaat vandaag de dag veel sneller
dan vroeger. De wereld is klein ge-
worden en alles schakelt snel. Zoals
ik het zie, is onze fokkerij Europees
geworden in plaats van landelijk.
Jarenlang gold de merriekeuring
voor ons als één van de belangrijk-
ste evenementen van het jaar, daar
keken we naar uit en dat was heel
belangrijk. Vandaag de dag vraagt
de markt echter niet meer om pre-
dicaten, maar om prestatie. Aange-
zien onze hobby en passie voor de
fokkerij zo groot is, zijn wij be-
drijfsmatig in de paarden gegaan
daardoor proberen wij een boter-
ham te verdienen met die hobby,
want van alleen de passie kun je de
bakker niet betalen.
Zodoende moeten wij kijken waar
de markt naar vraagt en proberen
daar zo snel en goed mogelijk in
mee te gaan op een manier die bij
ons past. Nu vraagt de markt niet
naar predicaten, dus de tijd voor het
keuringsklaar maken en de bijko-
mende kosten, is voor ons geen ren-
dabele investering meer.
Levenswerk
Vanwege het insemineren van mer-
ries kom ik veel bij de fokkers aan
huis waar de passie gelukkig nog
altijd groot is, maar daar gaat het
ook mis aangezien zij minder mee-
krijgen van de veranderingen
omdat ze nog trouw de IDS lezen.
Ze hebben soms een levenswerk op
stal staan in de vorm van een fok-
merrie en hebben bijvoorbeeld een
stam opgebouwd met vier elitemer-
ries op rij. Daar zitten heel wat
spaarcenten in, dus deze fokker is
terecht trots en is er nog van over-
tuigd dat hij een topmerrie heeft.
Maar kijk je dan naar de prestaties
van de merrie zelf of in de lijn,
komt daar bijvoorbeeld hooguit een
aantal ZZ-paarden uit.
Of zit er een hengst tussen die zich
niet heeft bewezen in de fokkerij –
ik noem dat een gat in het papier –
dan is alles wat de fokker daar mo-
menteel mee fokt niet erg interes-
sant voor de markt en zal hij waar-
schijnlijk grote moeite hebben om
zijn of haar veulen te slijten. Ik vind
dit hard om te zien en ik kan het
ook niet over mijn hart verkrijgen
om het levenswerk van zo’n passie-
volle fokker naar beneden te halen.
Zodoende help ik wel waar moge-
lijk is om de veulens toch in de han-
del te krijgen.
Maar daar zie ik een taak van het
stamboek liggen om mensen te in-
formeren over wat er gaande is in
de wereld. In plaats van de keuring
nog steeds zo belangrijk te maken.
De tijd verandert en ik vind dat het
KWPN daar momenteel te weinig
in meegaat.
Dit zie je ook gebeuren bij de heng-
stenhouderij. De waarde van het
KWPN-goedgekeurde kenmerk
zakt momenteel jammer genoeg
zeer snel. Dit doen wij zelf aange-
zien we allemaal een interessante
hengst willen gebruiken. Iedereen
doet dat met een andere reden, al-
leen is het voor de keuze van de
fokker niet meer bepalend waar de
hengst goedgekeurd is.
Met de tijd mee
Ik heb het geluk dat ik één van de
aspiranten ben van veulenveiling
Prinsjesdag en daardoor de moge-
lijkheid krijg om mee op pad te
gaan naar moderne fokkers. Zowel
in Nederland als in het buitenland
en daarmee wordt mijn gevoel be-
vestigt. Fred van Straaten en Wil-
lem van Hoof zijn de selecteurs
(springen) voor deze veiling. Aan
hen is de taak te selecteren wat
goed verkoopt en als er twee snel
schakelen en inspelen op de markt
zijn zij dat. Doen ze dit niet zal de
veiling snel achteruit gaan qua ver-
koopresultaten.
Om terug te komen op je vraag, zal
het KWPN – in mijn ogen – snel
met de tijd mee moeten. Men moet
kijken naar wat de leden verwach-
ten om de verbondenheid en het
clubgevoel in stand te houden en
zich niet oubollig vast blijven hou-
den aan dingen die lang geleden be-
paald zijn en ‘o zo belangrijk’ zijn.
Dat kunnen wij wel vinden, maar
als de markt daar niet om vraagt
gaan veel fokkers afhaken.
Niet zo’n zware stempel
Ik zie een megagroei bij Zangers-
heide. Mensen registeren hun veu-
lens daar omdat ze dan in één keer
klaar zijn. Je hebt een interessante
merrie of niet, maar er wordt niet
verwacht dat er predicaten bij
komen. Nu denk ik: ga met de in-
specteurs het land in, chip die veu-
lens, scoor ze meteen lineair, ga
naar concoursen, dan blijf je vol-
doende data houden. Doe doorlo-
pend een paar keer per jaar merrie-
keuringen op het prachtige centrum
wat we toch ter beschikking hebben
voor de fokkers die dit mooi vin-
den. Want het blijft een mooi ge-
beuren de merriekeuring, maar
druk er niet zo’n zware stempel op.
Het KWPN zal zich dienstbaarder
op moeten stellen richting de leden,
in de vorm van goede, snelle ser-
vice, vooral het registeren zonder te
veel vervolgstappen en meer ser-
vice bij de mensen thuis. Een in-
specteur kan aan huis ook wel be-
palen of de merrie sterwaardig
en/of voorlopig keur is. Als je meer
betrokken bent bij de leden zal de
fokker trouw blijven. Want als ik
voor mezelf mag spreken: ik ben
nog altijd trots KWPN-lid en voor
het KWPN zal ik me blijven inzet-
ten. Maar als de sneltrein gaat en
het KWPN op het perron blijft
staan, probeer ik wel in de trein te
zitten.
Paardenmekka
Momenteel zie ik veel gebeuren op
paardenhouderijgebied in Limburg
en Brabant. Het lijkt in korte tijd
richting een heus paardenmekka te
groeien. Er schieten overal paar-
denaccommodaties uit de grond.
Bij gewone regionale wedstrijden
tel je al snel tien verschillende na-
tionaliteiten. Al met al gebeurt er
veel en weten veel mensen van over
de hele wereld Nederland en al zijn
faciliteiten, toppaarden, kennis, ve-
terinairen, smeden, profs en erva-
ring enzovoort, te vinden én te be-
nutten.
Nu vraag ik me af hoe wij de
stroomrichting hier zo goed moge-
lijk kunnen faciliteren. Wat vragen
deze mensen? Kunnen we daarbij
niet beter wat meer samenwerken?
Provincie Limburg en stichting
Limburg paardensport zijn hier vol
mee bezig en doen dit super. Al-
leen, hoe laten we aan andere pro-
vincies en vervolgens gemeentes
zien wat hier gebeurt zodat zij
daarin meegaan? Voordat deze
mensen weglopen naar België en
Duitsland omdat ze makkelijker in
de vraag van deze buitenlandse
mensen kunnen voorzien. Ik ben
benieuwd hoe Marco Zeekaf hier-
over denkt.
De markt vraagt niet naar predicaten
Beste Marco,
Ik weet dat jij als bestuurslid en investeerder van De Peelber-
gen een grote rol hebt gespeeld in de realisatie en exploitatie
van De Peelbergen. Aangezien de paardenwereld niet georga-
niseerd is en je daarbij dus met veel verschillende partijen te
maken kreeg, heb je van alle partijen – zowel de provincie als
de investeerders et cetera – de wensen en eisen in kaart ge-
bracht om vervolgens alle mogelijkheden te inventariseren.
Jij hebt dus een groot aandeel gehad in het realiseren van De
Peelbergen, en daardoor veel zicht op wat er gaande is, en hoe
we dit wellicht breder kunnen trekken dan alleen De Peelber-
gen en Limburg. Ik zou graag van je weten of jij daar een mo-
gelijkheid inziet en zo ja, hoe?
Met vriendelijke groet,
Steffi Verhagen
De Kettingbrief is in de provincie Noord-Brabant gebleven en
terechtgekomen bij Steffi Verhagen van hengstenhouderij en
KI-station Verhagen Horse Service uit Boekel. Zij reageert
deze week op het betoog van dressuur- en springpaardenfok-
ker Sjefri van Esch. Doordat Steffi Verhagen in het verleden
in het bestuur van JongKWPN heeft gezeten, kan zij toelichten
hoe de gang van zaken is bij het KWPN. Kijkt zij vanuit een
ander perspectief naar het KWPN dan Sjefri van Esch? Denkt
Steffi Verhagen dat de waarde van de predicaten ertoe blijft
doen? Voor het vervolg richt zij zich tot Marco Zeekaf.
De Kettingbrief
Sjefri van Esch – Sfeffi Verhagen – Marco Zeekaf
FO
TO
 B
IA
N
CA
’S
 F
OT
O
G
RA
FI
E
donderdag 13 juni 2019 | 27KETTINGBRIEF
Een inspecteur kan aan huis ook wel bepalen
of de merrie sterwaardig en/of voorlopig keur is
