Pagina 15 van: Paardenkrant 45 – 2019

code of gewoon fatsoen?

Bij de meeste stamboeken neemt een jurylid de bolhoed af en treedt hij of zij terug
zodra er banden zijn met een aangeboden paard in zijn of haar te keuren rubriek.
FOTO PAARDENKRANT/MELANIE BREVINK-VAN DIJK

woensdag 6 november 2019 | 15ACHTERGROND

Vereniging het Nederlandse Appa-

loosa Stamboek (NAS). “Eerst

waren we van plan de integriteitsre-

gels voor iedere functie apart vast te

leggen, maar dat vond ik onzin. Het

gaat om integriteit, en hoe je je cor-

rect opstelt ten aanzien van de ver-

eniging en haar leden. Die regels zijn

eigenlijk voor alle functionarissen

gelijk. Dus hebben we op 1 januari

van dit jaar de ‘gedragscode integri-

teit’ voor bestuursleden, commissie-

leden, juryleden en medewerkers in-

gevoerd.”

‘Altijd voorkomen’
Lenie Boer gaat verder: “Of je nu ei-

genaar bent van een paard, opfokker

van een paard of bevriend bent met

een grote fokker, je moet belangen-

verstrengeling altijd voorkomen en

je niet in een afhankelijke positie

manoeuvreren. Het zijn zulke van-

zelfsprekende situaties, die je eigen-

lijk geeneens op papier zou willen

zetten, toch hebben we ervoor geko-

zen de gedragscode op te stellen. Je

moet het niet pas op papier zetten als

er wat aan de hand is, want dan

werkt het niet.” Boer geeft aan dat in

99% van de gevallen mensen het

heel goed kunnen scheiden. “Maar

als de mensen die langs de kant staan

slechte resultaten behalen, dan wordt

er naar argumenten gezocht zoals

eventuele belangenverstrengelingen.

De instelling van mensen verandert,

dus als vereniging word je gedwon-

gen je mensen te beschermen tegen

aanklachten. Het wordt er niet leuker

op, zeker omdat het verenigingswerk

bij het NAS voor ons hobby is.”

Meldplicht
Voorafgaand aan evenementen wor-

den er binnen het NAS vaak voorbe-

sprekingen gehouden. “In die

bespreking wordt er van de deelne-

mers aan de discussie verwacht, dat

als ze een belang hebben bij een te

bespreken paard, ze dat op dat mo-

ment melden. Door de voorzitter van

het overleg wordt dan gezegd dat die

persoon zich bij dat betreffende

paard geheel buiten de discussie

moet houden. Dus ook in het voor-

traject willen we geen belangenver-

strengeling. Als organisatie willen

we die persoon ook tegen zichzelf

beschermen, dus die krijgt dan geen

beoordelende rol. De voorzitter moet

dat samen met het bestuur bewaken”,

aldus Boer.

Ze gaat verder: “We hebben met el-

kaar afgesproken dat iedere mede-

werker die binnenkomt en een

verantwoordelijke taak heeft, de in-

tegriteitscode krijgt aangeboden met

het verzoek deze te ondertekenen.

Heeft een persoon een gegronde

reden het document niet te tekenen,

dan bespreken we dat in het bestuur,

maar dan wordt deze persoon

meestal niet opgesteld. Dat is nog

niet voorgekomen, maar dat is wel

onze procedure.”

Lenie Boer: ‘Of je nu eigenaar bent van een
paard, opfokker van een paard of bevriend bent
met een grote fokker, je moet belangenverstren-

geling altijd voorkomen’

Cor Loeffen: ‘Als één van de juryleden betrok-
kenheid heeft bij een paard, dan beoordeelt hij

of zij dat paard niet, dat is de afspraak’

KWPN hanteert gedrags- en integriteitscode

“Het KWPN hanteert al vele jaren

een gedrags- en integriteitscode.

Tot 2014 was er sprake van een ge-

dragscode, daar is toen de integri-

teitscode aan toegevoegd. In het

kader van de AVG is deze onlangs

geüpdate. In de gedrags- en integri-

teitscode staan concrete regels en

algemene gedragslijnen geformu-

leerd over zorgvuldig omgaan met

elkaar en met de middelen, infor-

matie en kennis die via het KWPN

ter beschikking zijn. De integriteits-

code geldt voor iedereen die op-

treedt namens of ten behoeve van

het KWPN. Hierin staan onder

meer duidelijke afspraken over ne-

venfuncties, deze mogen niet in

strijd zijn met de belangen van het

KWPN.”

“Ook belangenverstrengeling is een

onderwerp. Zo beoordeelt een jury-

lid en/of inspecteur geen eigen

paarden of nakomelingen van eigen

paarden of eigen fokproducten. Hij

of zij mag wel eigen paarden ter

keuring aanbieden, maar maakt in

dat geval zelf geen onderdeel uit

van de beoordeling. Ook voor com-

merciële activiteiten zijn er richtlij-

nen. Om de onafhankelijkheid in de

beoordeling te waarborgen is er so-

wieso altijd sprake van meerdere

juryleden: bij de stamboekkeurin-

gen, veulenkeuringen en aanlegtes-

ten voor merries wordt de beoorde-

ling gedaan door twee personen, op

de Centrale Keuringen en de beoor-

deling van de hengsten bestaat het

jurycorps uit drie personen.”

Het KWPN heeft een gedrags- en integriteitscode voor al haar

functionarissen, met daarbij nog aanvullende richtlijnen voor

KWPN-juryleden en -inspecteurs. In een formele reactie op het

onderwerp van dit artikel laat het KWPN aan de Paardenkrant

weten dat het de integriteit van juryleden serieus neemt.

Loeffen: ‘Geen geheimen’
Cor Loeffen, voorzitter van de KWPN-hengstenkeuringscommissie springen, weet als geen ander hoe de integriteitscode van het
KWPN in de praktijk gehanteerd wordt. Hij vertelt: “Als één van de juryleden betrokkenheid heeft bij een paard, dan beoordeelt hij
of zij dat paard niet, dat is de afspraak. Dus als iemand bijvoorbeeld een paard in geheel of mede-eigendom heeft of op stal heeft
staan, dan wordt dit door het betreffende jurylid aan zowel de commissieleden als aan de directeur van het KWPN gemeld en
speelt het jurylid geen rol in de beoordeling van het desbetreffende paard. We willen niet dat er geheimen zijn.”
In de toch al kleine paardenwereld komt deze situatie echter met enige regelmaat voor. “Als bijvoorbeeld een lid van de hengsten-
keuringscommissie een paard traint dat op de hengstenkeu-
ring komt, dan doet dat commissielid op dat moment een
stapje terug en komt er iemand anders bij die dat paard dan
in zijn/haar plaats beoordeelt. Dat is niet alleen bij het vrij-
bewegen of vrijspringen, maar ook bij de voor- en nabe-
spreking van dat paard. Het betrokken jurylid is daar dan niet
bij”, meldt Cor Loeffen. “We proberen altijd alle schijn van be-
langenverstrengeling te voorkomen. Als voorzitter let ik daar
wel op, het heeft mijn aandacht.” Hij verduidelijkt: “Het moet
wel gaan om een zakelijke relatie. Onze keuringscommissie
is uit mensen samengesteld die uit de sport en de fokkerij
komen, dus die zullen altijd wel contacten hebben met mer-
rie- of hengsteneigenaren. Maar dat hoeft helemaal geen
probleem te zijn.”

Integriteitscode KWPN
De integriteitscode van het KWPN schrijft onder meer het volgende voor. Een inspec-
teur of jurylid:
– Beoordeelt geen eigen paarden of nakomelingen van eigen paarden of eigen fok-
producten, mag wel eigen paarden ter keuring aanbieden.

– Drijft geen handel op en/of tijdens de keuring of in samenhang met het keurings-
traject.

– Heeft voor de duur van de keuringsprocedure geen zakelijke betrokkenheid bij paar-
den die onderworpen zijn aan de keuringsprocedure waaraan als beoordelaar wordt
deelgenomen.

– Heeft geen afhankelijkheidsrelatie met hengstenhouders of eigenaren/geregistreer-
den van te keuren paarden. Mag wel paarden van eigenaren/geregistreerden trainen,
mits dit proportioneel blijft en dit gemeld wordt aan de directie van het KWPN.

– Maakt zakelijke betrokkenheid bij een paard bekend bij de directie en zo nodig
maakt de directie dit openbaar.

Cor Loeffen: “We proberen altijd alle schijn van be-
langenverstrengeling te voorkomen.” FOTO
PAARDENKRANT/MELANIE BREVINK-VAN DIJK