Pagina 31 van: Paardenkrant Extra 2019 nr. 3

Vertrouwen
is goed,
opletten
beter
L
aatst kwam een pensionstalhouder bij mij en
vroeg mij zijn pachtovereenkomsten te be-
oordelen. Hij had namelijk een discussie over
de prijs. De man had weliswaar een overeen-
komst gesloten met de verpachter, maar pachter én
verpachter trokken een onterechte conclusie over
het type pachtovereenkomst. De gemeente kreeg de
schuld, terwijl deze buiten een pachtverhouding staat
(tenzij deze eigenaar/verpachter is). Bij de juridische
begeleiding van de aankoop van een paardenhou-
derij beweerde de verkoper dat de pachtovereen-
komsten van vrijwel alle landerijen ‘zo overgedragen
konden worden’ en ‘die man’ (de rentmeester) niet
zo moeilijk was. Zo maar even wat oneliners die ik
afgelopen week tegen kwam.
Precies hierin schuilt het probleem. Vaak wordt het
gebruik van grond geregeld op basis van vertrouwen.
‘Het gaat al jaren zo, dus het zal wel zo door gaan’
is een veelgehoord citaat. Nu ken ik het wereldje
rondom grond en rentmeesters tamelijk goed en
overwegend gaat het inderdaad om lange termijnre-
laties, fatsoensnormen en continuering van beheer.
Echter, de paardenhouders die dergelijke dingen
zeggen zijn even goed van vertrouwen als naïef.
Allereerst is het de vraag of de gebruikte grond in
kwestie wel kwalificeert als pacht en zo ja, wat voor
pacht. De meest bekende vormen zijn geliberaliseer-
de pacht en reguliere pacht, waarbij het een wettelijk
vereiste is dat het gaat om bedrijfsmatig gebruik voor
de landbouw. In de jurisprudentie zijn echter talloze
voorbeelden waarbij professionele paardenhouders
met grote bedrijven – die zich soms ook boer voelen
– niet als zodanig worden beschouwd. Neem de
eerder aangehaalde pensionstalhouder: houdt hij
enkel pensionpaarden en verder niet? Dan moet hij
van goede huize komen om als landbouwer te kwali-
ficeren. Hij bestuurt wel een bedrijf maar daarmee is
het nog geen landbouwer. Houdt hij echter ook een
aantal fokmerries, heeft hij nog wat koeien en lopen
er in het najaar schapen op de wei? Dat begint er al
meer op te lijken…
Is dit dan zo erg? Zeker weer van dat juridische ge-
neuzel?! Mwah, dat valt te bezien. In het genoemde
voorbeeld kan het ertoe leiden dat de overeenkomst
kwalificeert als een huurovereenkomst van grond.
Daarbij zijn er minder rechten dan bij reguliere pacht.
Heeft u een overeenkomst die eigenlijk huur is, dan is
het maar de vraag wat er van de foutief overeenge-
komen pachtvoorwaarden overblijft in geval van een
conflict.
Ten tweede wordt er in ‘pachtland’ al – geheel in stijl
– zo’n tien jaar gesproken over een herziening van
het pachtstelsel. En als dat er is, begint de discussie
vrolijk overnieuw. Maar denk niet dat het bij praten
blijft. Ook al heeft minister Schouten wel wat andere
dossiers op haar bord, het schijnt er volgend jaar
toch echt van te komen: nieuwe pachtwetgeving.
Doelstelling: voornamelijk een betere prijsvorming
voor kortetermijncontracten, maar uiteindelijk ook
een afbouw van de verregaande rechten bij reguliere
pacht. Tezamen met de discussie rondom het eigen-
dom van fosfaatrechten in pachtsituaties, de groeien-
de fiscale druk op grondeigenaren, een toenemende
grondbehoefte voor energieprojecten en de wens
om een duurzamer grondbeleid te voeren betekent
dit dat er bij belangrijke ‘contractmomenten’ zoals
overdracht of prijsaanpassing meer aandacht zal zijn
voor onderhandelingen dan voorheen.
De oplettende lezer weet genoeg. Check uw con-
tracten voordat u gedwongen wordt dat te doen. En
de maatschappelijk geëmancipeerde paardenhouder
weet inmiddels ook: de grondhonger is groter dan
ooit en regeren is vooruitzien.
Jasper Vijfhuizen
Juridisch adviseur
Column
Paardenkrant extra oktober 2019 31
31_columnjaspervijfhuizen.indd 31 30-09-19 13:24